Innovatief en milieuvriendelijk. Daar draait het om bij het ontwerp en de bouw van het nieuwe datacenter dat KPN deze zomer opent op de High Tech Campus in Eindhoven. Het wordt het duurzaamste en meest betrouwbare datacenter van Nederland.
Een duurzaam en betrouwbaar datacenter ontstaat niet zomaar. “Bij het ontwerp en de bouw van dit datacenter hebben we ons nog meer verdiept in hoe we moeten omgaan met bijvoorbeeld het energieverbruik”, aldus Patrick Eshuys, general manager KPN Datacenters. “Datacenters gebruiken namelijk veel energie.” Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek verbruiken alle datacenters in Nederland evenveel energie als 900.000 huishoudens (cijfers 2013). In een datacenter staan IT-systemen van verschillende bedrijven en organisaties. “Op zich is dit al een besparing”, licht Eshuys toe. “Want door de bundeling van deze systemen op één plaats wordt sowieso minder energie verbruikt dan wanneer ondernemers de IT-systemen op de eigen locatie houden. Bovendien kunnen wij ons nu richten op het verder ontwikkelen van energiebesparende maatregelen. Hoe meer, hoe beter.”
Eshuys en zijn mensen hebben zich ook verdiept in de mogelijkheden om bij dit datacenter zo veel mogelijk het cradle-to-cradleprincipe toe te passen. Bij deze methodiek wordt onderzocht hoe nog bewuster met grondstoffen en bouwmaterialen kan worden omgegaan. En het resultaat mag er zijn: het datacenter dat in juli in Eindhoven de deuren opent, heeft forse milieuwinst en kostenbesparingen geboekt.
Duurzame energiebronnen
Allereerst de energievoorziening. De energie die het datacenter gebruikt, is afkomstig uit duurzame Nederlandse bronnen, zoals de biomassacentrale in Groningen en het Prinses Amalia-windpark in de Noordzee. “Dit is op zich geen noviteit”, aldus Eshuys. “Onze negen andere datacenters gebruiken ook al honderd procent groene energie uit Nederland. KPN richt zich al veel langer op het verder uitbreiden van maatregelen, zodat we onze ecologische voetafdruk minimaliseren.” Deze inspanningen blijven niet onopgemerkt: KPN stond in 2014 voor het derde achtereenvolgende jaar genoteerd in de wereldwijde Dow Jones Sustainability Index (DJSI). Daarmee behoort KPN volgens onafhankelijke experts tot de acht meest duurzame telecombedrijven ter wereld. Het doel om dit jaar weer in de wereldwijde index opgenomen te worden is daarmee gehaald. De DJSI is samengesteld op basis van economische, maatschappelijke en milieuprestaties. Beleggers gebruiken de DJSI als graadmeter voor de duurzaamheid van een bedrijf. KPN is sinds 2010 genoteerd in de DJSI.
Cradle-to-cradlebouwprincipes
Terug naar het datacenter in Eindhoven. “Een bijzonder onderdeel is de uitwisseling van energie met de andere panden op de High Tech Campus”, licht Eshuys toe. “We sluiten het datacenter aan op de warmte-koudering die er al ligt. Deze ring gebruiken wij om het belangrijkste afvalproduct van ons datacenter – warmte – volledig aan te bieden aan de andere panden op de High Tech Campus. Deze panden worden hiermee verwarmd. En zo beperken deze panden ook hun eigen CO2-emissie.” De afgekoelde lucht (en radiatorwater en koelwater) van de andere panden wordt op zijn beurt teruggevoerd om het KPN-datacenter te koelen. Er is alleen water nodig voor huishoudelijk gebruik. “We compenseren hiermee meer CO2-uitstoot dan ons datacenter produceert”, licht Eshuys toe.
Het cradle-to-cradleprincipe kenmerkt zich door het credo ‘afval bestaat niet’. Alle restproducten die worden geproduceerd door bijvoorbeeld een datacenter moeten volgens dit principe worden hergebruikt. “Ons datacenter is zo ontworpen en gebouwd, dat het aan het eind van zijn levensduur als datacenter eenvoudig een andere bestemming kan krijgen”, vertelt Eshuys. “Zo proberen we zo veel mogelijk invulling te geven aan het cradle-to-cradleprincipe.” Het datacenter is bijvoorbeeld hoger gebouwd dan strikt noodzakelijk, zodat er zonder ingrijpende verbouwingen een logistiek centrum of een laboratorium van gemaakt kan worden. Daarnaast zijn er zo veel mogelijk hergebruikte materialen gebruikt en materialen die later alsnog op een eenvoudige manier een tweede leven kunnen krijgen. Zo zijn het beton en de tapijttegels gemaakt van hergebruikt materiaal. Zijn de tapijttegels versleten? Deze kunnen worden gerecycled en hergebruikt. Ook bij de keuze van materialen voor muren, deuren, vloeren en ramen is gekozen voor de meest duurzame oplossingen.
Hoogst denkbare eisen
Het datacenter voldoet aan de hoogst denkbare eisen die er op dit moment bestaan voor de beschikbaarheid van de IT-systemen. Het datacenter krijgt dan ook de zogeheten Tier IV-certificatie: een onafhankelijke kwalificatie die aangeeft in welke mate de continuïteit is gewaarborgd. Tier IV houdt onder andere in dat zowel de energievoorziening als de koeling dubbel is uitgevoerd. “Wereldwijd is er maar een handjevol datacenters met deze certificering, en in Nederland zijn wij de eerste”, zegt Eshuys. “Best iets om trots op te zijn.” Een Tier IV-datacenter heeft qua infrastructuur een aantal bijzondere kenmerken ten opzichte van bijvoorbeeld een Tier III-datacenter. Zo mag een Tier IV-datacenter bijvoorbeeld geen single point of failure hebben. Eén enkele storing mag in een Tier IV-datacenter nooit leiden tot uitval van IT-apparatuur. Bovendien mag een storing in een Tier IV-datacenter nooit leiden tot een nieuwe storing waardoor IT-apparatuur in het datacenter alsnog uitvalt.
KPN en duurzaamheid
Duurzaamheid is een belangrijk onderwerp voor KPN. KPN heeft voor 2016 de ambitie om 19% minder energie te gebruiken dan in 2010, door energie-efficiënte programma’s voor de netwerken, datacenters, kantoren en het wagenpark. Bovendien wil KPN met zijn producten en diensten de klanten helpen om ook minder energie te gebruiken. Het is daarbij de ambitie dat de klanten van KPN in 2020 evenveel kunnen besparen als KPN zelf gebruikt.
Voor klanten is die absolute beschikbaarheid van het IT-systeem cruciaal. Het betekent dat hun gegevens en applicaties altijd in de lucht zijn, en zij dus geen onderbrekingen – en daarmee grote economische schade of verlies van klanten – riskeren. Het duurzame karakter en de Tier IV-certificering maken het nieuwe datacenter zeer aantrekkelijk voor nieuwe en bestaande klanten. “We zijn er bovendien in geslaagd om dit datacenter kostenbewust te bouwen”, besluit Eshuys. “Dit betekent dat we onze ambities op het gebied van betrouwbaarheid en duurzaamheid hebben waargemaakt zonder dat de klant hiervoor meer moet gaan betalen.”