Kiwa is wereldwijd actief op het gebied van testen, inspecteren en certificeren (TIC) voor opdrachtgevers in tal van markten. CEO Paul Hesselink legt uit hoe het bedrijf de afgelopen tien jaar, mede dankzij een klantgerichte houding en een goedgezinde investeerder, zo’n mooie groei kon doormaken.
Toen Paul Hesselink in 2003 als directeur binnenkwam, was Kiwa nog van de waterleidingbedrijven en opereerde het als een semioverheidsbedrijf. “De nieuwe Drinkwaterwet zat eraan te komen”, vertelt Hesselink. “Daarom besloten we zakelijker en klantvriendelijker te opereren, om te kunnen concurreren als de ‘nutsbescherming’ wegviel. Bovendien besloten we ons portfolio te verbreden. Zo namen we in 2005 Gastec over. Dat was voor ons een enorme verandering. Gastec had een compleet andere cultuur en bediende geheel andere markten. Het duurde een paar jaar voordat de Gastec-mensen ook mentaal waren geïntegreerd.” Nadat de Drinkwaterwet eind 2005 van kracht werd, moest Kiwa zelfstandig verder. Het management moest op zoek naar geïnteresseerden. Hesselink: “Grote internationale spelers als de TÜV’s en SGS lagen al op de loer. Zij slokken veel nationale inspectiediensten op. Wij wilden echter onafhankelijk blijven, Nederlands blijven. ABN AMRO Participaties werd medio 2006 de nieuwe meerderheidsaandeelhouder, met als voorwaarde dat wij als management zelf ook een klein aandeel zouden nemen. Dat deden we met instemming van de waterleidingbedrijven om ook een stem te hebben. In 2010 vertelde ABN Amro dat we in 2012 in de etalage kwamen te staan. We kregen drie maanden de tijd om zelf te proberen een nieuwe investeerder te zoeken. Met NPM haalden we een witte raaf aan boord die gedurende langere tijd bij de uitbouw betrokken wilde blijven. Meestal blijven investeerders niet zo lang.”
Vliegwieltjes
Inmiddels is Kiwa actief in ruim vijftig landen. Dat komt voor een deel door overnames en voor een deel door ‘follow your customer’: “Doordat veel productiebedrijven naar Azië werden verplaatst, moesten we wel mee”, vertelt Hesselink. “Degelijkheid zit in onze genen. Ons uitgangspunt – het moet kloppen – hebben we meegenomen naar andere sectoren. In China inspecteren we auto-onderdelen voor de export. In Zuid-Amerika inspecteren we agro en (bio)voedsel. Soms ook zien we een gat in het netwerk. Er werd bijvoorbeeld gedacht dat de maakindustrie uit Nederland zou verdwijnen, maar dat is niet zo. We zijn drukker dan ooit. Dankzij diverse nichemarkten hebben we een mooie groei kunnen doormaken. In 2004 hadden we zo’n 20 miljoen euro omzet, in 2011 was dat 125 miljoen euro. Dit jaar hopen we door de 500-miljoeneurogrens te gaan, met bijna 5000 mensen.”
Hesselink vervolgt: “Als je bij ons naar binnen kijkt, zie je allemaal vliegwieltjes die samen Kiwa vormen. De markt en de cultuur verschillen per land. Er zijn zo’n honderd units van pakweg dertig man personeel, die lokaal en per markt worden aangestuurd. Neem het keuren van sinaasappelen in Spanje – wat moeten wij mensen ter plaatse daarover vertellen? De specialistische kennis zit dáár, niet in Rijswijk. Die lokale manager opereert als een zelfstandige ondernemer. Er zijn alleen heldere afspraken over de boekhouding, de IT en het logo. We hebben het karakter van een franchiseorganisatie, al hebben we hier wel het laatste woord.”
‘Wie bij Kiwa komt werken, is gepokt en gemazeld in de sector, en spreekt hun jargon’
Vertrouwen creëren
“In de TIC-sector gelden we als een van de meer klantvriendelijke en proactieve partijen”, aldus Hesselink. “Onze combinatie van oer-Hollandse degelijkheid en pragmatisme doet het goed in de markt. We ontzorgen en creëren vertrouwen in de producten van onze klanten. Wij hebben op onze beurt elke dag een externe auditor over de vloer die kijkt of we onze accreditaties waard zijn. Dat houdt ons scherp. Dankzij onze proactieve houding staan we bij veel brancheverenigingen in een goed daglicht, doordat we onze kennis soepel delen. Dankzij onze platte organisatie kunnen we 20 tot 30% efficiënter en dus goedkoper werken dan anderen of de overheid. Zo was in een bepaald segment in de transportsector het toezicht niet kostendekkend en leidde de zeer trage afgifte van vergunningen er tot veel agressie. Wij namen het uitgeven van vergunningen over en hebben het in anderhalf jaar tijd sterk verbeterd. Nu is het een gestroomlijnde organisatie die razendsnel vergunningen kan afgeven tegen lagere kosten. Er hoeft nu geen subsidie meer bij.”
“Wie bij ons komt werken, is gemiddeld toe aan zijn derde baan, gepokt en gemazeld in de technieken en de manieren van de markt en spreekt het jargon. We kunnen beginners dus helaas weinig banen bieden. De overheid heeft ook inspecteurs, maar dat zijn vaak beleidsambtenaren, en dat is niet altijd geloofwaardig. Zij zien ons soms als concurrenten. Wij zijn klantgericht, zonder onze accredidatie op het spel te zetten. We kunnen uiteraard niet marchanderen op de inhoud, maar wel op het proces: we geven bedrijven de kans om de boel recht te zetten, zonder meteen de tent te sluiten. Als het om kwaliteit en normen gaat, zijn we echter onverbiddelijk.”
Hesselink verwacht dat Kiwa verder zal groeien. “Als gevolg van verdergaande globalisering wordt steeds vaker op de productielocatie gecontroleerd en gecertificeerd”, vertelt hij. “Ook de overheid treedt verder terug. Burgers worden kritischer en willen zekerheid over de kwaliteit, duurzaamheid of herkomst van producten. Techniek en productie worden steeds gecompliceerder. Daarmee neemt het aantal TIC-activiteiten alleen maar verder toe.”