Zweedser dan ooit

Heeft Volvo Cars zijn ziel verkocht aan de Chinezen? Nee, integendeel. De autofabrikant keerde juist terug naar zijn Zweedse roots. Met een combinatie van authentieke degelijkheid en hoogwaardig design wil het premium merk nu ’s werelds grootste automarkt veroveren – als thuisspeler.

Volvo Cars heeft een hobbelige rit achter de rug. Het bedrijf stuurde met vaste hand door de financiële crisis toen voormalig eigenaar Ford besloot alle merken in zijn automotive portfolio te verkopen. Waarop Geely, een Chinees privaat consortium, het Zweedse merk vorig jaar inlijfde. “Cultuurshock of niet, dit is een ontzettend mooie kans voor Volvo”, benadrukt Ad van Batenburg, algemeen directeur van Volvo Cars Nederland. “China is het afgelopen jaar de grootste automarkt van de wereld geworden. Ons marktaandeel is hier nog klein, maar dankzij Geely kunnen we als thuisspeler in China een enorme groei realiseren.” Voorwaarde voor dat succes is echter dat Volvo Cars zijn veilige en betrouwbare karakter behoudt. Vindt ook Geely, benadrukt Van Batenburg. “We krijgen alle ruimte om auto’s te ontwikkelen en maken zoals wij denken dat het hoort”, benadrukt Van Batenburg. “Sterker nog, we zijn nu zelfs Zweedser dan onder Ford, dat soms zijn eigen belangen aan ons oplegde. Dit geldt ook op bestuurlijk niveau: Göteborg is meer dan ooit ons hoofdkantoor.”

 

Scandinavisch design

Vanaf de oprichting in 1927 staat bij Volvo de mens centraal. Niet voor niets hanteert het bedrijf de opvallende slogan ‘Er is meer in het leven dan een Volvo’. In een markt waarin emotie een belangrijke rol speelt, legt deze zorgzaamheid – hoe onderscheidend ook – het echter weleens af tegen opzichtigheid. “Daarom leggen we meer en meer de nadruk op hoogwaardig Scandinavisch design”, vertelt Van Batenburg. “Zo bereiken we ook de jongere generaties zonder onze authenticiteit te verloochenen.” Als voorbeeld noemt Van Batenburg de Volvo C30: “Hij oogt sportief, met een interieur dat ingetogenheid met stijl combineert. En kijk naar onze nieuwe S60. Waar we in het verleden onze hightech snufjes verborgen, laten we deze toepassingen nu graag prominent zien. Zoals het BLIS in de buitenspiegels waarmee dode hoeken tot het verleden behoren. Of het zichtbare Pedestrian Safety System dat ervoor zorgt dat de auto voor een overstekende voetganger remt als de bestuurder dit niet op tijd doet. Comfortabel, hightech én veilig, wat wil je nog meer van een auto?”

 

Geen bpm

Volvo heeft nergens anders in Europa zo’n hoog marktaandeel als in Nederland. “We zijn een echt Volvo-land”, zegt Van Batenburg. “Ons merk past goed bij de nuchtere, ingetogen Nederlander. In een Volvo kun je overal voor komen rijden. Toch liep ons marktaandeel een paar jaar geleden terug doordat de motoren net een paar gram te veel CO2 uitstootten. Met het huidige aanbod zitten we weer aan de goede kant van de streep, zodat we opnieuw meedoen in het lage-bijtellingtarief.” Desondanks staat Van Batenburg kritisch tegenover de wijze waarop de bpm bepaald wordt. “De Nederlandse markt is te klein voor een autofabrikant om zijn productie op af te stemmen”, vertelt hij. “Eén arbitraire gram koolstofdioxide maakt het verschil tussen wel of geen scherpe prijs: een kwestie van geluk dus. Daarnaast zet ik mijn vraagtekens bij het belasten van toepassingen die de verkeersveiligheid aantoonbaar bevorderen. Onze R&D steekt van oudsher veel energie in het verbeteren van veiligheid. In de jaren vijftig leidde dit tot de ontwikkeling van onze driepuntsveiligheidsgordel: deze uitvinding werd verplicht voor autofabrikanten, waardoor er nu standaard een stukje Volvo in iedere auto zit.

Ons streven is om binnen tien jaar een Volvo te ontwerpen waar geen gewonden of doden meer in vallen. Daar investeren we fors in, maar als de Nederlandse overheid deze hightech voorzieningen blijft belasten, word je als ondernemer eigenlijk gestraft voor innovaties die de verkeersveiligheid – een belangrijk speerpunt van diezelfde overheid – juist bevorderen.”

 

IJzersterk dealernetwerk

Na zijn aantreden als algemeen directeur begin 2009 kon Van Batenburg meteen vol aan de bak. De crisis, de nieuw verworven autonomie onder Geely en de daarmee gepaard gaande kleinschaligheid dwongen Volvo Cars om een flinke efficiencyslag te maken. “We hebben kritisch naar onze primaire processen gekeken”, blikt Van Batenburg terug. “De kosten zijn gedrukt en de organisatie is afgeslankt: niet door er rücksichtslos een kaasschaaf langs te halen, maar juist door naar de match tussen mens en organisatie te kijken. Zo hebben we veel talent behouden door het optimaler in te zetten. Het comfort mag er dan af zijn, we zijn wel weer scherp en vitaal.” Van Batenburg zag hetzelfde proces bij de Volvo-dealers plaatsvinden. “Bij alle andere merken gingen door de crisis dealers failliet, behalve bij ons”, illustreert hij de kracht van het uitgebreide dealernetwerk. “De samenwerking met onze dealers is heel zuiver en transparant. Wij maken de auto’s en zetten het merk neer, zij verkopen en leveren een goede service. De betrokkenheid van onze dealers is groot, naar ons én naar de berijder. Het zijn vaak familiebedrijven die op professionele wijze rendement met een sterk regionale binding combineren. Die lokale voetafdruk sluit naadloos aan bij onze Zweedse maatschappelijke betrokkenheid. De samenwerking verloopt perfect, ik denk dat veel partijen daar jaloers op zijn.”

Zweedser dan ooit

Recente stories