Het Kadaster beweegt mee met de maatschappelijke, sociale en economische ontwikkelingen. Hierdoor ontstaat een Kadaster dat steeds compacter wordt, een ‘kernkadaster’ dat minimaal nodig is om de wettelijke taak uit te voeren, terwijl daarnaast steeds meer wordt samengewerkt met andere partijen.
“We zitten nu in een proces waarbij wij weer te maken hebben met een enorme bezuinigingsslag en de discussie over de compacte overheid. Er wordt ook aan ons gevraagd hoe wij hierin denken te kunnen bijdragen”, vertelt mevrouw drs. Th.A.J. Burmanje, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Kadaster in Apeldoorn. “Het ligt voor de hand om weer allerlei bezuinigingen toe te passen, maar dat hebben wij al fors gedaan. We zijn daar zelf in 2005 mee begonnen, met het oog op de toekomst. Toen kwam daar de financiële crisis overheen, die ons zeer heeft geraakt. Wij zijn immers voor 65% afhankelijk van de vastgoedsector. Bezuinigen betekent voor ons veelal dat dit ten koste gaat van het personeelsbestand, want alleen daar kunnen we kosten verlagen.”
Effectiviteit
In plaats van weer in de kosten te gaan snijden, heeft het Kadaster in Den Haag een plan ingediend waarin de voorkeur wordt gegeven aan het anders organiseren van bepaalde processen. Burmanje legt uit: “Er zijn verschillende partijen in overheidsland die met hetzelfde bezig zijn, bijvoorbeeld de winning van beeldmateriaal dat wij nodig hebben. Dit betekende dat wel zes verschillende partijen boven Nederland vlogen. Wij hebben gezegd: laten we dat nu samen doen, dan kun je een enorme effectiviteitsslag maken. En we hebben een plan ingediend om op het gebied van informatieverwerking nog meer te gaan samenwerken. Zo hebben ze bij de Dienst Landelijk Gebied een prachtig Competence Center en wij hebben ook zoiets, alleen minder uitgebreid. Als je dat weet samen te voegen, dan behaal je daar voordeel uit. De kwaliteit gaat er niet op achteruit – die gaat er soms zelfs op vooruit – en de effectiviteit neemt sterk toe.”
Zo heeft het Kadaster een vrij uitgebreid plan neergelegd over hoe processen rondom geo-informatie en de organisaties die zich allemaal op dat terrein bewegen efficiënter kunnen worden georganiseerd. Burmanje erkent dat ook dit gepaard kan gaan met een inkrimping van organisaties. “Maar hiermee houden we wel de kwaliteit van onze dienstverlening in stand. We bundelen onze krachten en bieden in sommige gevallen zelfs een beter eindproduct dan voorheen.”
Het Kadaster gaat mee in sociale en economische ontwikkelingen
Sourcing
Door de verlaging van het werkaanbod omdat het aantal vastgoedtransacties sterk terugliep, moest het Kadaster maatregelen nemen. “We zijn begonnen met de schil van flexibele werknemers dunner te maken”, vertelt Burmanje. “Dat doe je altijd het eerst omdat je je eigen mensen wilt sparen. Maar we moeten toch flexibel kunnen reageren op toekomstige ontwikkelingen. Daarom nemen we nu sourcing onder de loep als een van de methodieken om opnieuw flexibiliteit in de organisatie terug te brengen.”
Ze vervolgt: “Dit bekijken we onder andere bij landmeetkundige activiteiten en ook op IT-gebied is waarschijnlijk op dit vlak veel mogelijk. Dat zijn ingewikkelde trajecten, want dit zijn voor ons heel belangrijke activiteiten – een van onze levensaders – en dan moet je wel heel veel vertrouwen hebben in partijen die dat over gaan nemen.”
Open data
Een andere actuele ontwikkeling waar het Kadaster mee te maken krijgt is de toenemende vraag naar open data. “De wereld vraagt om de beschikbaarheid van informatie en data op ieder gewenst moment, met nagenoeg geen drempels en zeker geen financiële.” Burmanje stelt dat deze tendens is ingezet door Google. “Dat daarvan nu terug begint te komen, want het werd gefinancierd door adverteerders, maar die adverteerders trekken zich terug vanwege de crisis. Google ontwikkelt nu een ander financieel model, waarin het zich wel laat betalen voor zijn informatie.”
Het Kadaster is een tariefgestuurde organisatie. De gebruikers betalen voor de dienstverlening. Mensen die een huis kopen, betalen voor de informatie die ze nodig hebben om dit te kunnen doen. “Dat principe komt nu ter discussie te staan”, stelt Burmanje. “Maar iemand zal ervoor moeten betalen; er moet een financiering onder liggen, want wij willen onze kwaliteit kunnen waarborgen en een directe relatie met onze klanten handhaven. Daarnaast hebben wij bijna de plicht om te innoveren, om mee te gaan in de vragen en ontwikkelingen van onze klanten. Ook dat vergt investeringen.”
Ketenpartner
Zij denkt dat het Kadaster zich meer en meer gaat ontwikkelen als ketenpartner. “Wij zullen natuurlijk onze wettelijke taak blijven uitvoeren, maar de rest zullen we steeds meer samen doen met andere partijen. Wij maken deel uit van processen en moeten bepalen wat onze taak in die processen is, waarbij andere taken aan andere partners worden overgelaten. Samenwerking en verbinding met andere partners in een procesketen staan bij ons hoog genoteerd.”
Notarissen zijn bijvoorbeeld de grootste klantengroep van het Kadaster. “Wij zijn aan elkaar gebonden”, stelt Burmanje. “Makelaardij heeft daar ook een rol in. Het is nu veel meer aan de orde dat wij met elkaar die zaken verdelen en bekijken. Ik breid dat het liefst ook uit naar het bedrijfsleven. Je kunt geen scheidslijn meer trekken tussen markt en overheid. Je kunt veel beter met elkaar afspreken hoe we samen optrekken. Informatie laat zich niet meer begrenzen, ook niet door landsgrenzen.”