De bouwmarkt is onderhevig aan ingrijpende ontwikkelingen en aan moeilijke economische omstandigheden. NEN Bouw maakt zich daarom juist nu sterk voor het hanteren van bouwnormen als solide basis voor de sector. Dat gebeurt onder andere door het normaliseringsproces voor zo veel mogelijk partijen nog toegankelijker te maken.
Bouwnormalisering strekt zich uit over acht sectoren: bouw- en gww-materialen, duurzaamheid, gas, water, klimaatbeheer, vastgoedbeheer, constructieve veiligheid en brandveiligheid. NEN Bouw is hierin actief op nationaal en op internationaal niveau (CEN en ISO). Hoe is normalisering in Nederland tot stand gekomen? “NEN is als nationaal normaliseringsinstituut opgericht voor en door de markt”, vertelt Dirk Breedveld, Business Manager van NEN Bouw. “NEN is dus volkomen onafhankelijk en werkt zonder winstoogmerk. De belangrijkste doelstelling is het faciliteren van het normaliseringsproces. Normen zijn noodzakelijk om producenten en consumenten duidelijkheid en zekerheid te geven. Niet alleen over de producten die worden gemaakt en gekocht, maar ook over de processen en procedures die daarmee gepaard gaan. Normalisering heeft een positieve invloed op veiligheid, energieverbruik, duurzaamheid en rentabiliteit. Om een simpel voorbeeld te noemen: het A4’tje is een bekende normering. Het zou veel extra geld en tijd kosten om elke keer de exacte afmetingen van een stuk papier te moeten vaststellen. Het is dan ook veel efficiënter en goedkoper om normen af te spreken. Om dat doel te bereiken worden alle belanghebbende partijen in een normcommissie aan de onderhandelingstafel uitgenodigd. Na verloop van tijd kan dan een norm tot stand komen die voor al die partijen aanvaardbaar is.”
Bouwbesluit
Hoe is de bouwnormalisering ontstaan? Breedveld: “NEN is reeds sinds 1916 in Nederland het instituut voor normalisatie. In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de kracht van normalisatie door de overheid onderkend. NEN werd op dat moment als partner erkend om in de bouw de gewenste zelfregulering te realiseren. Vanaf dat moment is de bouwregelgeving herschreven en dat leidde in 1992 tot het eerste Bouwbesluit. Hierin werd naar normen verwezen die in de bouw gehanteerd kunnen worden. Het voldoen aan die specifieke normen is echter geen wettelijke verplichting. De minimale eisen waaraan een bouwwerk moet voldoen staan wel in de wet, maar de markt is vrij om te bepalen op welke manier ze aan die eisen wil voldoen. Essentieel is dat je bij het begin van een normaliseringsproces aan alle betrokken partijen duidelijk maakt dat het vaststellen van normen vooral in het belang is ván die partijen. Zeker nu de normen steeds meer vanuit Brussel worden bepaald, kan NEN Bouw een brugfunctie vervullen tussen marktpartijen en de Europese regelgeving. Normalisering kan daarnaast ook een rol spelen in de bestrijding van de huidige malaise in de bouw. Steeds meer marktpartijen zien in dat bouwen een geïntegreerd proces is, waarvan elk aspect al in het ontwerp moet worden meegenomen. De eerdergenoemde aspecten veiligheid, energiezuinigheid, duurzaamheid en rentabiliteit zijn van levensbelang voor de bouw. Ze moeten dus al zijn vastgelegd vóórdat met een bouwproject wordt begonnen. Wanneer al die geïntegreerde processen via een solide normalisering naadloos op elkaar aansluiten, kan er veel winstgevender worden gebouwd.”
Energieprestatienorm
Welke ontwikkelingen zijn er op dit moment gaande? Breedveld: “Een van de belangrijkste bouwnormen die op dit moment op tafel liggen, is de nieuwste energieprestatienorm, NEN 7 20. Verwacht wordt 1 dat hiernaar per 1 januari 201 in het 1 Bouwbesluit wordt verwezen als bepalingsmethode voor de eisen die in het Lente-akkoord voor de energiereductie van woningen en woongebouwen zijn vastgelegd. De energieprestatienorm voor nieuwbouw ligt nu op 0,8 en dat moet naar 0,6. Dit omvangrijke project heeft uiteraard veel impact op de bouw. Zowel bij het ontwerp als bij de uitvoering moet rekening worden gehouden met diverse aspecten, zoals isolatie, installaties en ventilatie. Maar ook de toetsende instanties, zoals gemeenten die bouwvergunningen afgeven, moeten beoordelen of bouwprojecten aan de nieuwe energieprestatienorm voldoen.” Breedveld vervolgt: “Een ander hot issue wordt gevormd door de zogeheten Eurocodes. Die bepalen of er wordt voldaan aan constructieve veiligheid. Het gaat dan om staal-, hout- en andere constructies voor onder andere bruggen, viaducten en gebouwen. Ook de Eurocodes treden in 201 in werking, maar hiervoor 1 geldt – net als voor de energieprestatienorm – dat er een overgangsperiode is ingebouwd. Beide projecten illustreren wel goed hoe NEN Bouw evolueert van een strikt productgericht naar een meer procesgericht normaliseringsinstituut: er komen steeds meer normen voor methoden en technieken.”
Toegankelijke normalisering
Wat beschouwt u als uw belangrijkste missie? Breedveld: “We willen de markt duidelijk maken dat bouwnormalisering innovatie niet tegenhoudt, maar juist stimuleert. Dat is ook uit wetenschappelijk onderzoek gebleken. We streven er daarnaast naar om het normaliseringsproces voor zo veel mogelijk partijen toegankelijk te maken. Zo zijn we vorig jaar begonnen met het project Open Normalisatie. Via de website www.normontwerpen.nen.nl kunnen geïnteresseerden normontwerpen inzien en van commentaar voorzien. We verbeteren dus voortdurend onze dienstverlening. Een ander voorbeeld daarvan is NEN Connect, waarmee onze afnemers via www.nenconnect.nl een volledig op hun situatie afgestemd maatwerkpakket van normen kunnen afnemen en beheren. Kortom: NEN Bouw biedt de markt een solide en toekomstbestendige basis!”