“Internationaal ondernemerschap is de kurk van onze economie”, verklaart Annerie Vreugdenhil, directeur ING Commercial Banking Nederland. “Het voorzichtige herstel van onze economie is voor een belangrijk deel te danken aan onze export.” Ook in 2011 zullen het de internationaal georiënteerde bedrijven zijn die de beste zaken doen, verwacht ING
Na een herstel van de groei van de wereldeconomie met 3,3% in 2010 verwacht ING voor 2011 een lichte terugval tot 2,7%. In de eurozone zal de groei terugvallen van 1,6% dit jaar naar 1,4% in 2011. “Wat betreft afzonderlijke regio’s of landen zullen emerging markets die groeicijfers echter opnieuw ruimschoots overtreffen”, zegt Rob Rühl, macro-econoom van ING. De groei zal met 9,5% het sterkst zijn in Developing Asia (onder meer China, India en Vietnam), gevolgd door Latijns-Amerika (5,7%) en Centraal- en Oost-Europa (3,7%).
Duitsland pakt koppositie
Binnen Europa herneemt Duitsland zijn rol als locomotief van de Europese economie. “Vele jaren van loonmatiging verbeterden niet alleen de concurrentiepositie van onze oosterburen, maar remden ook de consumptieve vraag. Daar zal in 2011 een eind aan komen”, aldus Rühl. “Na alle stimuleringsmaatregelen van de overheid zullen in 2011 consumenten en bedrijven het stokje overnemen met meer consumptieve uitgaven en investeringen.”
Volgens ING liggen hier volop kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven. “Ongeveer 70% van de afzet van Nederlandse bedrijven vindt plaats in de EU. Duitsland is daarbij van groot belang, maar Nederlandse bedrijven kunnen ook profiteren van de groei in Centraal- en Oost-Europa”, aldus Vreugdenhil. Nederland bezet momenteel de vijfde plaats op de wereldranglijst van exporterende landen. “Dat Nederlandse bedrijven internationaal actief zijn, merken we ook in de contacten met ondernemers”, vertelt Vreugdenhil. “Het afgelopen jaar kreeg ik regelmatig de bezorgde vraag of we ons internationale netwerk wel open zouden houden.” Vreugdenhil kan die ondernemers geruststellen. “ING voelt zich sterk verbonden met ondernemers omdat het zelf ook een ondernemende bank is. Internationaal ondernemerschap blijft daarom een speerpunt in onze dienstverlening. Sterker nog, we gaan ons netwerk komend jaar nog verder versterken door onze dienstverlening uit te breiden.” Bijvoorbeeld via de innovatieve analyses die ING bij haar klanten uitvoert. “We brengen de financiële stromen in kaart en kijken samen met de klant wat de optimale financieringsstructuur is en welke risico’s moeten worden afgedekt.” Hiermee verlaagt ING de drempel voor de export die voor onze economie zo belangrijk is.
Polen is belangrijk
Een flink deel van de Duitse productie gaat naar opkomende economieën in Centraalen Oost-Europa. “Vooral Polen heeft zich sterk staande gehouden tijdens de crisis”, aldus Rühl. Dit betekent dat Polen voor de Duitse, maar ook voor de Nederlandse export zeer belangrijk is. Voor Nederlandse ondernemers is het daarom prettig dat ING er goed thuis is. “We zijn al heel lang actief in Polen”, verklaart Vreugdenhil. “Sinds 1994 Slaski hebben we een belang in de Poolse bank SlSski, dat in 1999 uitgroeide tot een meerderheidsbelang. Met achtduizend medewerkers zijn we in Polen sterk vertegenwoordigd.”
ING Slaski werd vorig jaar tot beste bank van Polen SlSski uitgeroepen, en ook elders in Centraal- en Oost-Europa behoort ING tot de beste financiële dienstverleners. De bank dankt die positie onder meer aan innovatieve ondersteuning van internationaal opererende bedrijven. “Een voorbeeld daarvan is onze Supply Chain Finance”, legt Vreugdenhil uit. “Daarbij zoeken we uit hoe we de fi nanciering van een productieketen voor een producent en zijn vaste toeleveranciers kunnen optimaliseren. We doen dat door gebruik te maken van de hoogste kredietwaardigheid binnen die keten.” ING heeft deze dienst inmiddels zodanig vereenvoudigd, dat het hele proces elektronisch verloopt en veel minder papierwerk vraagt.
Handel met China blijft groeien
China zal in 2011 de belangrijkste aanjager zijn van de groei van de wereldeconomie. “China is een belangrijke handelspartner voor Nederland en verantwoordelijk voor 15% van onze import”, vertelt Rühl. “5% van onze export gaat naar China. Een groeiend aantal Nederlandse bedrijven onderzoekt de mogelijkheden om te investeren in China.” Een onzekere factor is de waardeontwikkeling van de Chinese yuan, maar Rühl verwacht geen plotselinge aanpassing. “China opereert voorzichtig. Onlangs is de valutahandel in Shanghai gedeeltelijk vrijgegeven. Dat is een proeftuin om de koers van de yuan geleidelijk te corrigeren.” Volgens Vreugdenhil biedt die geleidelijkheid kansen voor Nederlandse bedrijven. “We ondersteunen hen daarom ook in China met advies en financiering. Dat doen we vanuit Nederland via ons internationale netwerk, maar ook al bijna twintig jaar door onze eigen lokale aanwezigheid en onze actieve partnerships met Chinese banken, zoals onze participatie in de Bank of Beijing.”
Momentum
“De Nederlandse export wint momenteel marktaandeel in onze belangrijkste markten”, merkt Vreugdenhil op. Maar hoewel Nederlandse bedrijven er veelal goed voor staan en ook over de grens actief zijn, is een aantal van hen door de crisis ook voorzichtig geworden. Vreugdenhil: “Begrijpelijk, maar het is zonde om bij de relatief gunstige ontwikkelingen passief te blijven. De markt krijgt steeds meer een mondiaal karakter, en deze globalisering zorgt voor felle concurrentie, ook uit opkomende markten. De Nederlandse handel heeft momentum. Met onze lokale ondersteuning liggen er volop kansen voor Nederlandse bedrijven om hun internationale positie uit te bouwen.”