Energieproducent en -leverancier E.ON staat aan de vooravond van belangrijke veranderingen. “We gaan onze dienstverlening sterk verbreden”, zegt Patrick Nanninga, E.ON Benelux. De organisatie wil naast het leveren van energie ook concrete oplossingen bieden om kosten te verlagen.
De Nederlandse tak van de Duitse energiegigant E.ON ontstond in 2000 uit de overname van het Electriciteitsbedrijf Zuid-Holland. Als producent en leverancier van energie richtte E.ON zich aanvankelijk vooral op grootzakelijke, energie-intensieve organisaties. Na de overname in 2005 van het Eindhovense NRE Energie werd de focus op het mkb gericht. “Sindsdien zijn we in die markt blijven groeien”, vertelt Patrick Nanninga, senior manager bij E.ON en verantwoordelijk voor het B2B-segment. “Dat we zelf eigenlijk mkb’er zijn, speelt denk ik hierbij wel een rol. We hebben een kleine, flexibele organisatie van slechts zeventig medewerkers. Iedere klant heeft een eigen accountmanager, met korte lijnen naar de rest van de organisatie. Voor zakelijke klanten is die persoonlijke benadering cruciaal, vooral sinds de energiemarkt zo radicaal is veranderd.” Een belangrijke recente verandering in de energiemarkt is de opkomst van decentrale opwek. Veel organisaties gebruiken inmiddels een micro-WKK (kleine energiecentrale) of zonnepanelen om zelf energie op te wekken. “Daardoor verandert onze traditionele rol als energieleverancier; we verkopen niet alleen energie, maar kopen het ook in van onze klanten”, verklaart Nanninga. “Door die ontwikkelingen intensiveert het contact met klanten. Vroeger hadden we slechts twee contactmomenten: bij het afsluiten van een contract en bij het versturen van een factuur. Tegenwoordig zijn we bij wijze van spreken dagelijks met klanten in gesprek. Veel bedrijven zoeken naar mogelijkheden om hun energiekosten te beheersen en waar mogelijk daarop te besparen.” Om hierop te kunnen inspelen gaat E.ON zijn dienstverlening radicaal aanpassen.
Verbruiksgegevens
“Energie in de zakelijke markt beperkt zich niet tot elektriciteit en gas, maar strekt zich wat ons betreft ook uit tot de brandstofkosten van het wagenpark van een organisatie”, legt Nanninga uit. “Dat is een grote energiepost die vaak vergeten wordt, omdat die elders in de organisatie is ondergebracht. Klanten hebben echter behoefte aan inzicht in hun totale energieverbruik.” Organisaties hebben daarvoor twee argumenten: ten eerste de beheersing en zo mogelijk verlaging van hun energiekosten. Ten tweede de impact van hun energieverbruik op het milieu en dus hun CO2-footprint. “Heel veel organisaties zoeken naar middelen om hun kosten en de impact van hun energieverbruik te verminderen. Waaraan het ze echter ontbreekt, is geïntegreerde informatie en concrete oplossingen. Wij gaan organisaties daarmee helpen.”
De aanpak die E.ON daarvoor heeft ontwikkeld, bestaat uit drie delen. “Het begint met het vergaren, filteren en presenteren van informatie. Daarbij maken we gebruik van onze ervaring met het verwerken van grote hoeveelheden informatie. Immers, vooral voor multisiteorganisaties, zoals retailketens, verzamelen we enorm veel gegevens over het energieverbruik. We zijn al gewend om die te consolideren tot één factuur. Op die expertise kunnen we voortbouwen door bijvoorbeeld ook grote hoeveelheden verbruiksgegevens van een wagenpark te registreren.” Branchevreemd vindt Nanninga dat niet. “Integendeel. Net als gas is de benzineprijs aan olieprijzen gekoppeld, dus we snappen de prijsdrijvers en kunnen organisaties daarover informeren.” E.ON verwerkt de verbruiksdata tot concrete informatie en presenteert deze in een klantspecifieke portal. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende energiesoorten en -toepassingen (gas, elektra, verlichting, verwarming, brandstof voor het wagenpark) en andere kosten, zoals de netwerkkosten. “Bovendien laten we op basis van normgebruik zien op welk gebied en hoeveel een klant zou kunnen besparen”, legt Nanninga uit.
Ecosysteempartners
De werkelijke kracht van E.ON’s nieuwe concept zit in het tweede en derde onderdeel ervan. Want als uit normgebruik blijkt dat besparingen mogelijk zijn, wil een klant uiteraard weten hoe die gerealiseerd kunnen worden. “Binnen de portal presenteren we een soort appstore met oplossingen en technologieën die tot besparingen kunnen leiden.” E.ON put voor deze oplossingen en technologieën uiteraard uit het eigen arsenaal, maar werkt ook samen met geselecteerde ‘ecosysteempartners’. “Dat zijn vaak kleinere technologiebedrijven met bijzondere oplossingen, bijvoorbeeld op het gebied van ledverlichting of andere energieoplossingen voor gebouwen, maar die wat minder goed zijn in het commerciële traject”, legt Nanninga uit. “Het E.ON-merk en onze schaalgrootte bieden ze makkelijker toegang tot de markt. Wij gebruiken hun innovatieve kracht. Daarmee helpen we niet alleen onze klanten vooruit, maar ook de technologieontwikkelaars.”
Implementatie
De portal rekent niet alleen uit wat het effect van een oplossing zal zijn, maar ook de kosten en baten ervan. “Bovendien kunnen klanten met een druk op de knop het proces van implementatie automatisch in werking stellen. Dat is werkelijk uniek”, aldus Nanninga. “De projectplanning en -uitvoering, inclusief de aansturing van benodigde ecosysteempartners, nemen wij de klanten uit handen.” E.ON biedt zo nodig bovendien de helpende hand bij de financiering en zorgt voor monitoring van het effect. Een aantal geselecteerde klanten in Nederland maakt al gebruik van dit nieuwe concept en is er zo enthousiast over dat E.ON het de komende maanden gaat uitrollen. Het Duitse moederbedrijf kijkt intussen nieuwsgierig toe, want dit Nederlandse concept zou ook in Duitsland wel eens heel goed kunnen aanslaan.
‘Ons nieuwe concept helpt organisaties om kosten en impact van het energieverbruik te verminderen’