Van Troost: “Wij innoveren om het leven van de boer en koe aangenamer en duurzamer te maken en tegelijk te zorgen voor een winstgevender boerenbedrijf. Daarbij hebben wij altijd een langetermijnperspectief voor ogen. We willen gewoon goed zorgen voor de generaties na ons. Niet alleen voor onze medewerkers en klanten, maar voor de hele maatschappij. Dat we een familiebedrijf zijn, maakt het ook makkelijker. Geen druk van kwartaal- en jaarcijfers, ondanks een omzet van ruim 600 miljoen euro, 2100 werknemers en aanwezigheid in 45 landen. Continuïteit is hier een groot woord; we willen er ook nog zijn over 100 jaar!”
Van Troost vervolgt: “Wij durven met innovaties risico’s te nemen in de wetenschap dat ze niet allemaal zullen slagen, maar daar is hier alle ruimte voor. De doorlooptijd van een innovatie kan, van idee tot op de markt brengen, zomaar vijf tot tien jaar duren; we zijn nu al bezig met hoe het boerenbedrijf van 2035 eruit komt te zien. Met circulariteit als belangrijk kenmerk.”
Koe blijft nodig
Het innovatie-DNA van het in Maassluis zetelende Lely kan Nederland in het kader van de stikstofproblematiek extra goed gebruiken. De aanwijzing van 162 Natura 2000-gebieden heeft de veeteelt in Nederland flink onder druk gezet en dat gaat voor veel drama en hoge kosten zorgen. Alleen: zover hoeft het niet te komen. Van Troost: “Dit probleem moeten we breed aanpakken, niet alles alleen maar bij de boer neerleggen. Die is al jaren bezig met oplossingen. Sinds de jaren negentig stoten boeren al 64% minder stikstof uit, onder andere door slimmer mest te gebruiken op het land, in de stallen en de mestopslag. Daarbij moeten we ons realiseren dat de vraag naar zuivel wereldwijd alleen maar zal stijgen, vooral ook omdat de groeiende bevolking in Afrika en Azië zuivel heeft ontdekt. Kortom, de koe blijft gewoon nodig. En daarbij: voor elke koe die je in Nederland weghaalt, komen er in Azië en Afrika drie terug; dat betekent dus wereldwijd uiteindelijk drie keer hogere uitstoot. Het melkveebedrijf en dierenwelzijn is hier namelijk op een veel hoger plan. Bij elkaar leidt dit tot een aanzienlijk betere melkopbrengst per koe dan in andere werelddelen!”
Kringlooplandbouw
Kortom, drastisch inkrimpen (halveren) van de melkveestapel hier maakt het stikstofprobleem mondiaal alleen maar groter. Beter is het volgens Van Troost om oplossingen in innovatie te zoeken en uiteraard heeft Lely die beschikbaar. Met ‘Lely Horizon’ krijgt de boer een softwareplatform om zijn bedrijfsvoering te optimaliseren, wat ook de uitstoot beperkt.
Maar vooral met de ‘Lely Sphere’ kunnen grote stappen worden gezet. Met deze technologie worden de koe-afvalstromen urine, poep en ammoniak van elkaar gescheiden. Dat levert al een uitstootreductie van 70% op. En het wordt nog mooier, omdat die drie elementen ook in kunstmest voorkomen – en die wordt met het voortduren van de oorlog in Oekraïne (een grote kunstmestexporteur) steeds schaarser en duurder. De uit de koe gewonnen afvalstromen kunnen weer op het boerenland worden uitgereden. Van Troost: “Dit is pas echte kringlooplandbouw, alleen staat Brussel het vooralsnog niet toe.”
Uiteraard speelt ook het kostenaspect een grote en toenemende rol. Een boer uitkopen kost volgens Van Troost al gauw anderhalf miljoen euro: tien keer de prijs van een Sphere-installatie. En daarbij: gedwongen uitkoop gaat onvermijdelijk leiden tot vele rechtszaken: drama en gegarandeerd hoge kosten. “Uiteindelijk gooien we daarmee het kind met het badwater weg.”
‘We zijn nu al bezig met hoe het boerenbedrijf van 2035 eruit komt te zien’
Circulair
Behalve op innovatie en lange termijn legt Lely ook de focus op duurzaamheid. Van Troost: “Onze ambitie is om in 2030 met onze bedrijfsvoering energieneutraal te zijn en ons gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen. We gaan onze nieuwbouw, met het BREEAM-certificaat, zo energiezuinig mogelijk maken, afvalstromen beter beheersen en uiteraard de nodige maatregelen in onze productie nemen. Onze minimelkfabriek op het erf van de boer, de Orbiter, zorgt ervoor dat de boer zijn eigen melk kan verwerken tot een aan de supermarkt leverbaar eindproduct. Traceerbaar voor de consument, eerlijk en met minder transportbewegingen. En ten slotte hebben we een platform voor tweedehands melkrobots. Hun tweede leven draagt natuurlijk ook een steentje bij aan de circulaire economie.”
- MT500-2022
- Tjeerd Dorlandt
- Sebastiaan Westerweel
- Download artikel