Door klimaatverandering, grondstoffenschaarste, waterproblematiek en verstedelijking wint duurzaamheid wereldwijd aan belang. Nederland kan en moet leidend zijn bij het vinden van oplossingen voor deze problemen, vindt advies- en ingenieursbureau DHV, zelf koploper op het gebied van duurzaamheid.
Voorzitter van de Raad van Bestuur Bertrand van Ee en Programmadirecteur Duurzaamheid Marjolein Demmers benadrukken de noodzaak om meer weerklank te krijgen voor hun duurzaamheidsbeginsel. “Duurzaamheid lijkt iets van de laatste tijd, maar wij zijn al tien jaar geleden begonnen met het uitdragen en in praktijk brengen van de overtuiging dat het anders moet”, benadrukt Van Ee. “Ons eigen hoofdkantoor in Amersfoort is een schoolvoorbeeld van hoe je zo’n proces van a tot z duurzaam, dus vanuit je primaire processen moet aanpakken. Je kunt je klanten nu eenmaal niet overtuigen van de noodzaak van duurzaamheid als je niet zelf het goede voorbeeld geeft. Door zowel te verwijzen naar de prestaties van de koplopers onder onze klanten als naar ons eigen trackrecord, lukt het steeds beter om ook de volgers onder onze klanten te overtuigen. Daarnaast praten we op topniveau mee met beleidsmakers en beslissers. We worden algemeen erkend als thought leader op het gebied van duurzaamheid. We hebben zitting in verschillende gremia en ontwikkelen businesscases die voor bijvoorbeeld het Ministerie van Economische Zaken op dit beleidsterrein interessant zijn.”
Verschillende niveaus
Marjolein Demmers vult aan: “Juist omdat we er al zo lang mee bezig zijn, hebben we er een volwassen manier van denken over ontwikkeld die van grote waarde is voor organisaties die het traject nog moeten afleggen. Mensen die in organisaties op strategische posities zitten, denken makkelijker vooruit dan mensen in operationele functies. We moeten dus rekening houden met een markt die op verschillende niveaus acteert. Onze advisering met betrekking tot duurzaamheid zal op strategisch niveau dus overal wel weerklank vinden, maar dat wil niet zeggen dat het op operationeel niveau een op een zal worden overgenomen. Daarom is het zo belangrijk dat organisaties hun duurzaamheidsbeleid integreren in hun primaire processen, zodat het ook op operationeel niveau kan worden geborgd. Wij kunnen met onze langdurige ervaring en eigen praktijk waardevolle adviezen geven aan sectoren die nog aan het begin staan van het vormen van een geïntegreerd duurzaamheidsbeleid. Concreet komen deze adviezen neer op handreikingen aan uitvoerders die moeite hebben met de vertaling van de strategie naar de praktische executie.”
Van Ee: “Die discrepantie komt ook voort uit de paradoxale situatie waarmee organisaties nu vaak te kampen hebben: er moet een visie komen voor de lange termijn, maar er is steeds minder tijd om die te ontwikkelen. Daardoor blijft het toch vaak steken in kortetermijndenken en blijven echt duurzame oplossingen uit. Wij hebben ons tien jaar geleden gerealiseerd dat we maar gewoon ergens moesten beginnen. De kunst is om aan te geven wáár je stappen kunt zetten. Bij ons was dat de renovatie van ons hoofdkantoor en ons ‘giving back’-programma.”
‘Het huidige momentum van duurzaamheid maakt het nodig nú door te pakken’
Giving back
Demmers: “Dit programma is volledig gericht op educatie. Zo hebben we onlangs een samenwerkingsovereenkomst getekend met RCE (Regional Centre of Expertise) Rhine Meuse, dat onder auspiciën van de United Nations University werkt. Daarmee gaan we op middelbare scholen de educatie omtrent duurzame ontwikkeling vanuit het bedrijfsleven bevorderen. Niet met saaie lespakketten, maar met boeiende programma’s en interessante fieldtrips. Daarnaast heeft DHV met het Junior College in Utrecht het programma ‘ikonderzoekwater.nl’ ontwikkeld, waarmee middelbare scholieren die hierover een profielwerkstuk willen maken door een professional uit de watersector worden begeleid. In Zuid-Afrika geven onze mensen op zogeheten Zaterdagscholen natuur- en scheikunde en wiskunde aan getalenteerde, maar kansarme kinderen. We stimuleren met al deze educatieve activiteiten onze eigen mensen om zélf de handen uit de mouwen te steken, in plaats van aan traditionele liefdadigheid te doen door ergens geld in een pot te stoppen en het daarbij te laten.”
Kantelpunt in duurzaamheid
Wat brengt 2012? Van Ee: “Niemand die het weet. De onzekerheid over wat er komen gaat is nog nooit zo groot geweest. Een wijs mens in onze omgeving heeft gezegd dat de grootste fout die leiders uit de publieke en private sectoren op dit moment kunnen maken, is te blijven denken in continuïteit. Je kunt er niet zonder meer van uitgaan dat ook deze crisis wel weer voorbijgaat, dat dit het zoveelste dipje van voorbijgaande aard is. Er bestaat een reële kans dat de grote onzekerheid die we nu allemaal voelen aan het eind van 2012 nog niet voorbij is. Dit betekent dat we daaraan moeten gaan wennen en dat de beslissers en beleidsmakers veel sneller zullen moeten schakelen om binnen veel kortere tijd grote strategische beslissingen te nemen.”
Demmers: “Dat lijkt een sombere gedachte, maar het biedt ook kansen. Het gevolg van aanhoudende onzekerheid en de noodzaak om sneller te schakelen is dat je steeds flexibeler en slagvaardiger wordt. De grote duurzaamheidsthema’s worden nu met meer urgentie besproken, omdat steeds meer mensen aanvoelen dat het kantelpunt voor veel van die thema’s zeer nabij is. We merken dat onder andere aan de sterk groeiende belangstelling voor congressen en seminars rond die thema’s. Wij volgen die ontwikkeling nauwlettend en dragen daar op vele manieren structureel aan bij.”