Wie aan een strategisch adviesbureau denkt, denkt niet snel aan vegetarische hamburgers, games, media, een gezondheidscheck en een tweesterrenrestaurant. Toch zijn dit activiteiten van &samhoud in Utrecht. “Het is juist dit ondernemerschap waarmee we ons onderscheiden”, vertelt managing partner Leonie Arkesteijn.
Het internationale strategische adviesbureau Simon-Kucher & Partners is wereldwijd marktleider op pricing, marketing- en salesvraagstukken. Dankzij focus en hoge mate van specialisatie heeft Simon-Kucher in de MT1000 de toppositie bereikt in de strategie-adviessector.
Wie op een online omgeving inlogt, wil dit doen in de wetenschap dat dit veilig gebeurt, maar zonder te ingewikkelde procedures. De eigenaar van deze omgeving wil dit natuurlijk graag faciliteren, maar wel op een beheersbare manier.
Wat hebben ICT, marketing, bier en ondernemen met elkaar te maken? Meer dan je op het eerste gezicht denkt. Voor TRIMM in Enschede zijn dit slechts enkele ingrediënten van een succesformule, waarbij ‘digital craftsmanship’ vooropstaat.
Werken als ICT’er bij een overheidsorganisatie als DUO kan bijzonder interessant zijn. Je krijgt te maken met een breed scala aan hoogwaardige ICT-projecten en je kunt eventueel ook bij andere overheidsorganisaties aan de slag om het werkveld nog verder te verbreden.
Registratie van eigendomsrecht is de basis van een gezonde economie. Met dit gegeven als uitgangspunt heeft het Kadaster zich in Nederland, maar ook in het buitenland ontwikkeld tot een organisatie die zich sterk bezighoudt met maatschappelijke vraagstukken.
“We zijn boven alles gek van fietsen. Als we in een belangrijke vergadering zitten, bijvoorbeeld over de jaarcijfers, dan moeten we er echt voor waken dat we niet over fietsen gaan praten. Want voordat je het weet, hebben we het weer over fietsen, tandwielen en accessoires.”
Eén ding is duidelijk: bij Accell Group draait alles om fietsen. Deze wereldwijde reus in fietsen – in Nederland onder meer bekend van de merken Batavus, Sparta en KOGA – heeft een uitstekend jaar achter de rug en ziet dit jaar met vertrouwen tegemoet. René Takens, Chief Executive Officer, van wie het citaat aan het begin van dit stuk afkomstig is, verwoordt het zo: “We gaan een goede en mooie toekomst tegemoet.” De reden dat hij met zoveel optimisme vooruitkijkt, is dat zijn concern continu innoveert en tijdig inspeelt op de veranderende rol van de consument.
“Voor dit laatste hebben we een mooie Engelse term: ‘consumer centric’. Het is de consument die bepaalt wanneer, waar en wat hij koopt. De consument laat zich niet dwingen om tussen negen uur ’s ochtends en zes uur ’s avonds te kopen. Hij wil dit op andere momenten doen, hij wil toegang tot informatie hebben en hij wil kunnen chatten met iemand die er meer van weet. Dit proces is een van de belangrijkste bouwstenen voor de toekomst van ons product.” De rol van de winkels verandert volgens Takens daardoor dus ook. “De consument oriënteert zich in ieder geval online en niet meer uitsluitend in de winkel. Of er ook daadwerkelijk online wordt gekocht, is nog maar de vraag. Consumenten willen nog altijd graag eerst een proefrit maken en bij aflevering van een nieuwe fiets graag informatie krijgen over hoe alles werkt. Fietsen moeten onderhouden worden. Dingen kunnen kapotgaan en dit moet ook gerepareerd worden. Ik denk dan ook niet dat we een wereld zonder fietsdealers tegemoet gaan.” Aan de andere kant steekt hij ook niet onder stoelen of banken dat de markt verandert. “We schrijven overal dat we ons product omnichannel beschikbaar willen hebben. Maar wel in samenwerking met onze dealers.”
‘We gaan omnichannel, maar wel in samenwerking met onze dealers’
Een mooi voorbeeld hiervan is het Experience Center De Fietser in Ede. In de Westhal op het voormalige terrein van de ENKA (Nederlandsche Kunstzijdefabriek) heeft Accell Group een omvangrijk belevingscentrum neergezet. Takens: “Dit is geen showroom, maar een plek waar de consument ervaringen met onze fietsen kan opdoen. We hebben hier een grote testbaan, alle merken hebben hun eigen ‘fietswereld’, er worden workshops georganiseerd, er is een museum en nog veel meer. Het Center ligt aan de Ginkelse Hei en je kunt er vanaf de lente ook fietsen huren.
Het doel is natuurlijk om direct in contact te zijn met de consument. We kunnen de consument helpen bij het maken van een aankoopkeuze of we kunnen hem informatie geven over de fiets die hij volgend jaar wil kopen. Natuurlijk kunnen hier ook fietsen worden gekocht. Maar de levering vindt plaats via de lokale winkeliers. Die kunnen de fiets rijklaar maken en de consument instructie geven. Dit is een belangrijk speerpunt in onze strategie richting de consument.”
Accell Group ontwikkelt deze activiteiten om zijn opgebouwde positie te verstevigen en verder uit te bouwen. “We hebben een goed product en het fietsen is populair. Het is gezond, het is leuk en we bieden een breed assortiment, van sportieve fietsen en e-bikes tot traditionele fietsen”, aldus Takens.
“Accell Group is in Europa absoluut nummer één als het gaat om elektrische fietsen. We hebben de elektrische fiets ruim vijftien jaar geleden in Nederland geïntroduceerd en nu is deze niet meer weg te denken. Daarna zijn we hiermee de Duitse en andere markten op gegaan.
Een paar jaar geleden hebben we e-performancefietsen geïntroduceerd. Dit zijn voornamelijk mountainbikes die voorzien zijn van elektromotoren. Dit klinkt voor velen als raar, soms zelfs als valsspelen, maar je kunt het ook anders bekijken: een geoefende rijder krijgt hierdoor zoveel meer kracht dan zijn eigen spierkracht dat hij veel meer kan doen. Het is een prachtig product waar veel vraag naar is. We zijn er absoluut marktleider in.”
Innoveren
Dankzij deze producten heeft Accell Group het afgelopen jaar voor het eerst een omzet van meer dan een miljard euro bereikt. “Deze resultaten kunnen we alleen bereiken door constant te innoveren”, stelt Takens. “Je moet blijvend innoveren, iets nieuws hebben. Mensen kijken op de website en bezoeken de winkel op zoek naar wat nieuw is. Dus innovatie is belangrijk. Maar ook het feit dat we in ieder land waar we vertegenwoordigd zijn sterke merken hebben. We zijn helemaal klaar voor een mooie toekomst!”
‘Ons maatschappelijke werkterrein is breed en divers’Het Kadaster heeft zich de afgelopen 185 jaar ontwikkeld van een registratiekantoor tot een platform voor geografische informatie en een instituut dat data en kennis inzet voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Napoleon had eens moeten weten …
Deze Franse veldheer stond immers aan de basis van het Kadaster. Napoleon had destijds een minder altruïstisch doel: hij wilde belastingen innen en dit kon alleen als de eigendomsgegevens bekend waren. Inmiddels heeft het Kadaster een onmisbare positie in de samenleving verworven, met sterke internationale banden, waarover verderop meer.
Bestuursvoorzitter Dorine Burmanje: “We zijn niet meer puur en alleen een registratiekantoor of een leverancier van data. Het Kadaster kijkt naar wat er speelt in de wereld en we kijken dan hoe we met onze kennis en data kunnen bijdragen aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.” Ze noemt enkele voorbeelden van actuele vraagstukken: “We kunnen gegevens leveren over leegstaande panden, bijvoorbeeld voor de opvang van vluchtelingen. Bij de aardgasproblematiek in Groningen onderzoeken we de locatie, welke huizen beschadigd zijn en wat de waarde van die huizen was. En voor de zorg brengen we in kaart waar zich voorzieningen bevinden voor mensen die verzorgd moeten worden. Met onze data kan worden vastgesteld wat de demografie van een gebied is, hoe de eigendommen verdeeld zijn, waar zich al voorzieningen bevinden en waar je voor nieuwe plaats kunt maken.”
Het maatschappelijke werkterrein van het Kadaster is heel breed en divers. Zo maken ook steden gebruik van data van het Kadaster als het gaat om stedelijke herverkaveling. Burmanje: “Het is om economische en sociale redenen ongewenst dat er in steden lege plekken vallen. Wij kunnen steden helpen om dit in kaart te brengen, waarna gezocht kan worden naar oplossingen, bijvoorbeeld door gebieden via ruil met elkaar in verband te brengen.”
Ze vervolgt: “Wij zeggen altijd Everything happens somewhere ofwel: alles gebeurt ergens. En de locatiegebonden informatie die je daarbij nodig hebt, leveren wij.”
‘Everything happens somewhere’
Deze evolutie heeft zich ook in internationaal verband voorgedaan. Zo hebben kadasters en topografische diensten uit tal van landen zich in de Verenigde Naties verenigd. Een van de zaken waarin de kadasters actief zijn, is het leveren van gegevens voor het bereiken van de Sustainable Development Goals. Dit zijn zeventien duurzame doelen die de Verenigde Naties hebben vastgesteld. “Ook die vertalen wij naar de werkzaamheden van het Kadaster”, aldus de bestuursvoorzitter. “We hebben gekeken welke doelen het meest aansluiten op onze werkzaamheden en daar halen we ook onze inspiratie vandaan om ons werk te ordenen, onder de aandacht te brengen en keuzes te maken in wat we wel en niet doen.”
De hierboven geschetste veranderingen hebben gevolgen gehad voor de organisatie. Hoewel het Kadaster al vanaf het begin van zijn bestaan mee ontwikkelde met de maatschappij, is circa acht jaar geleden een extra impuls gegeven om een grote ommezwaai te maken. Burmanje: “We zijn toen begonnen om de organisatie compacter te maken, meer kennisgericht te maken, kwalitatief op een hoger niveau te brengen en innovatie een nog prominentere plek te geven. De laatste vier, vijf jaar zijn we bezig om die maatschappelijke insteek meer vorm te geven. Zeker in het begin van deze operatie was de impact hevig. We gingen van achttien naar acht vestigingen, van drieduizend naar tweeduizend medewerkers. We gingen veel meer samenwerken met andere partijen. Ook op IT-gebied hebben we grote stappen gezet. Ons werk gaat immers over data; die moeten we inwinnen, ordenen en zodanig beschikbaar stellen, dat mensen het eenvoudig kunnen afnemen.”
Dit alles vergde nogal wat van de organisatie. En nu vraagt de verschuiving richting maatschappij ook weer het nodige. Maar, stelt Burmanje, de impuls die hierdoor wordt gegeven is wel bijzonder positief. “Mensen vinden het fijn om weer te merken waar het om gaat bij het Kadaster. Nu realiseert men zich opnieuw wat wij bijdragen aan de maatschappij. Als er geen Kadaster meer zou zijn, alleen al door de rechtszekerheid die het Kadaster biedt, dan zou de economie in elkaar storten.”
Ze besluit: “Die inspiratie halen we mede uit de Sustainable Development Goals. Mensen beseffen opnieuw: o ja, hier gaat het om, zo belangrijk is het Kadaster; het doet ertoe wat we doen.”
‘Als onze klanten succesvol zijn, dan worden wij dat ook’Branko Schuurman, vice-president marketing & programs van DHL Parcel Benelux: “Ons netwerk in Nederland bestaat uit 15 sorteercentra, 139 depots, 1500 Parcelshops en 65 Parcelstations. We zitten met onze depots heel dicht bij de gebieden waarin we willen afleveren; dat is uniek. Dit stelt ons in staat om efficiënt te werken en gemakkelijk en snel nieuwe services in de lokale markt in te voeren. Doordat we met onze depots zo dicht op onze bezorggebieden zitten, kunnen we ook goed elektrische voertuigen inzetten voor de bezorging. We hebben honderd elektrische auto’s, die door DHL in een eigen fabriek worden geproduceerd, en binnenkort starten we met cargofietsen, ook een eigen concept. Als groot logistiek bedrijf hebben we een verantwoordelijkheid naar de maatschappij, waarbij dergelijke vervoersopties vaak ook nog efficiënter zijn.”
‘Webshops die optimale keuzevrijheid bieden, groeien het hardst’
De Parcelshops waar pakjes gehaald en gebracht kunnen worden zijn vooral voor eigenaren van kleinere webshops een uitkomst. Schuurman: “Ze zijn vaak niet de hele dag met hun webshop bezig en willen niet wachten totdat DHL langskomt om de pakketten op te halen. Ze brengen liever op een tijdstip dat henzelf uitkomt de pakketten even langs bij een Parcelshop.”
Een Parcelstation is een reeks kluisjes waar de particulier pakketjes kan ophalen, maar ook terug kan brengen. De klant krijgt een code waarmee het kluisje wordt geopend, waarna hij of zij het pakketje eruit kan halen of, bij verzending, erin legt. “Dit is een perfecte oplossing voor mensen die niet thuis willen wachten op een bezorger”, zegt Schuurman. “Hier gaan we zeker in uitbreiden.”
Schuurman legt uit dat DHL hier zo druk mee bezig is omdat de consument zelf wil bepalen of een pakje ergens moet worden opgehaald of aan huis wordt bezorgd en op welk tijdstip dit dan gebeurt. “Er is geconstateerd dat webshops die meer bezorgmogelijkheden aanbieden harder groeien dan shops die dit niet doen. Dit kunnen webshops zijn met zo’n goed concept dat ze sowieso harder groeien, maar waarschijnlijk gaat dit hand in hand met het bieden van een optimale keuzevrijheid. Deze bedrijven hebben immers nagedacht over hoe ze zo succesvol mogelijk kunnen zijn en een onderdeel daarvan is dat afnemers optimale keuzevrijheid willen.”
Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat twee derde van de shoppers afhaakt in de check-out als er onduidelijkheid of ontevredenheid is over de bezorgmogelijkheden en dat 46% van de winkelwagens vol wordt achtergelaten omdat de levertijd niet duidelijk werd aangegeven. Ook blijkt dat 35% van de shoppers niet wil dat er thuis wordt bezorgd, maar op een alternatieve locatie. En 80% van de onlineretailers ziet een meetbare stijging van de klanttevredenheid bij de introductie van meerdere bezorgopties. Schuurman: “Daarom werken we aan de afronding van onze API Gateway, waarmee die keuzevrijheid voor klanten nog makkelijker te realiseren is. Dit is een soort universele stekker om online toegang te krijgen tot zaken als een labelgenerator voor al onze bestemmingen, een locator voor de Parcelshops, een bestelkalender waarin klanten bezorgmomenten twee weken vooruit kunnen plannen en kunnen kiezen voor leveringen in tijdvakken en avondleveringen. We zijn hier constant mee bezig”, zegt Schuurman, “want als wij onze klanten succesvol kunnen maken, dan zijn wij dat zelf ook.”
Schuurman wijst op een andere ontwikkeling waar DHL op inspeelt: internationalisatie. “Als onze klanten, de webshops, het goed doen, komt voor een aantal van hen het moment dat ze ook over de grenzen gaan kijken. Daarom hebben we het initiatief genomen om een Europees netwerk op te bouwen waarmee je snel en eenvoudig grensoverschrijdend kunt leveren, volgens een eenduidige servicestandaard. Inmiddels kun je op die manier gemakkelijk naar achttien Europese landen verzenden. Het gevolg is dat je even makkelijk een pakje van Hengelo naar Maastricht kunt sturen als naar een dorp in het Ruhrgebied of het binnenland van Spanje. Eind 2018, begin 2019 leveren we in de hele Europese Unie.”
Mede dankzij deze initiatieven groeit DHL jaarlijks. “We lieten vorig jaar dubbele groeicijfers zien en de verwachting is dat we dat dit jaar weer gaan doen. Maar dat kan alleen maar door heel actief te zijn en in te spelen op de verwachtingen van onze klanten en de shoppers.”
‘Vergeet leiderschap; alles draait om invloed!’Lodewijk van Ommeren van Bureau Zuidema weet het zeker: “Iedereen heeft een zekere mate van invloed van nature meegekregen. Maar je kunt invloed verrijken. En je kunt er nooit te veel van hebben. Als je hieraan wilt werken, dan is het handig als je dat doet met een expert die er alles van weet, zoals Bureau Zuidema.”
Maar wat is invloed? “Een menselijke eigenschap”, stelt Van Ommeren. “Er zijn natuurlijk verschillende soorten invloed, maar wij richten ons op invloed gerelateerd aan ons gedrag, die doel- en actiegericht is, van mens tot mens en – zeer cruciaal – met oog voor het behoud van de relatie. Iedereen heeft het en iedereen gebruikt het vanaf dag één.”
Vaak wordt invloed volgens Van Ommeren verward met het begrip ‘leiderschap’. Hij legt uit: “Leiderschap suggereert een verschil tussen een leider en een volger, of liever een niet-leider. Maar als ik mensen vraag aan welke eigenschappen een leider al dan niet moet voldoen, dan is de lijst bijna oneindig, omdat er zo veel context aan zit. Als je dus aan je leiderschapsvaardigheden gaat werken, dan faal je al bij voorbaat, want je kunt niet overal aan voldoen. Waar het echt om gaat, is invloed, want de contextualiteit zit daar al in. Een invloedrijk persoon is zijn eigen leider. Invloedrijkheid zit in zijn individu en het commitment dat hij heeft om z’n doelen te bereiken. Het gaat erom in hoeverre je in staat bent om anderen mee te krijgen; dat is de essentie van wat we mensen willen bijbrengen.”
Invloed is in de visie van Bureau Zuidema de kunst om op basis van commitment, waarde en gelijkwaardigheid doelen te realiseren. Van Ommeren: “Dat betekent dus dat macht en hiërarchie totaal niet belangrijk zijn, zeker niet als je kijkt naar de trends in deze samenleving met steeds meer zelfstandigen, korte dienstverbanden en jonge organisaties die snel veranderen en zich aanpassen. Daar past een andere manier van werken bij. Het gaat erom daar goed en handig gebruik van te maken om gezamenlijk tot doelen te komen. Want als twee partijen hetzelfde doel hebben, dan is dat mooi. En als ze dan ook nog beiden vinden dat de ander iets toevoegt, dan kom je veel sneller ter zake, tot actie en tot resultaat, waardoor je samen echt mooie dingen kunt bereiken. Bijvoorbeeld een fantastische onderneming, meer omzet, of iets wat de wereld een stukje beter maakt. Zolang je maar sneller en beter tot die doelen komt.”
Het Invloedmodel® dat Bureau Zuidema hanteert stamt in de basis al uit de jaren zestig en is ontwikkeld aan de universiteit van Harvard. Enkele professoren onderzochten in opdracht van multinationals hoe het komt dat sommige mensen meer succes hebben dan anderen, terwijl ze gelijkwaardige opleidingen hebben gehad, even intelligent zijn en ook dezelfde achtergronden hebben. Zij ontdekten dat in het gedrag van de succesvolle mensen een patroon zit, een flexibiliteit. Dit noemden ze ‘invloedgedrag’. Mensen met invloed maken sneller carrière en hebben meer succes dan mensen die minder invloedrijk gedrag vertonen. Van Ommeren: “Dit is uitgewerkt in een model. Hierin is heel concreet aangegeven wat dit gedrag is. Je kunt zien hoe iemand doet, wat het effect is op de ander en op jezelf.”
Bureau Zuidema bestaat inmiddels ruim vijftig jaar en heeft de bevindingen van het onderzoek uitgewerkt in een filosofie die in vrijwel alle trainingen en programma’s wordt uitgedragen. “We ontwikkelen ons nu van trainingsbureau tot expertbureau. Het geven van trainingen is één facet, maar wij gaan verder. Dankzij onze kennis begrijpen we tot in de diepte goed wat je kunt doen om invloed te verrijken, als individu, team of bedrijf, en wat de effecten hiervan zijn.”
‘Het gaat erom dat je meteen iets anders doet dan voorheen’
Hij vervolgt: “Trainen en het verzorgen van programma’s om dit te bereiken vormt nog steeds een groot onderdeel van het aanbod van Bureau Zuidema, maar er zijn grote veranderingen te verwachten. We zijn aan het ontdekken welke rol technologie kan spelen in het verrijken van invloed, en dit is soms groter dan je je kunt voorstellen. Ik zie ons hierdoor op korte termijn veranderen van trainingsbureau naar expertisebureau op het gebied van invloed. Nieuwe technologieën maken het mogelijk om de beleving en het effect te vergroten bij gedragsveranderingen.”
Van Ommeren: “We creëren een continue feedback-loop en verlengen het leerproces. Daar speelt technologie vooral een belangrijke rol in. Het gaat erom dat als je bij ons de deur uit loopt, dat je dan meteen iets anders doet dan voorheen. Dat lukt alleen als je ervaren hebt dat je dat absoluut nodig hebt, dat het werkt en dat het je helpt. Onze programma’s hebben als kenmerk dat er daadwerkelijk iets met je gebeurt, dat je blijft leren in de praktijk en dat je later ook kunt terugvallen op onze expertise.”
‘Het Kadaster groeit mee met de maatschappij’“Het Kadaster is een bolwerk van gegevens en kennis. Vooral dat laatste is belangrijk, want data inwinnen is niet meer voorbehouden aan de happy few; het gaat erom wat je ermee doet. Wij zetten de data vooral in bij maatschappelijke vraagstukken.”
Bestuursvoorzitter Dorine Burmanje weet het zeker: “Het Kadaster is stevig verankerd in de samenleving en dit zal in de toekomst alleen maar toenemen. Daarom moeten we blijven vernieuwen, innoveren.”
Ze noemt als voorbeeld de gezondheidszorg en vraagstukken die daarmee gepaard gaan. “We hebben de topografie van ons land en de leeftijdsopbouw van woningbezitters goed in beeld. We kunnen dus zien waar meer of minder behoefte is aan bepaalde vormen van zorg. Dit kunnen beleidsmakers gebruiken om hun beleid op af te stemmen, maar ook andere partijen kunnen van deze informatie gebruikmaken en toepassingen bouwen die gebruikmaken van deze gegevens.”
Nog zo’n actueel voorbeeld is stedelijke herverkaveling. Steden hebben te kampen met leegstand van kantoorruimte. Burmanje: “We hebben hierover een massa data in huis en je kan hiermee in beeld brengen wat er in een stad speelt. Omdat het Kadaster van oudsher ook betrokken is bij agrarische ruilverkaveling, weten we hoe deze processen werken. Bestuurders kunnen hiervan gebruikmaken om hun besluitvorming beter te onderbouwen.”
Bij het Kadaster vinden steeds meer gegevens onderdak. Ging het aanvankelijk vooral om rechtszekerheid, de waarde van bezittingen en dergelijke, nu is ook geo-informatie toegevoegd en het eind is nog niet in zicht. “Omdat we steeds meer data beheren, kunnen we ook meer aanbieden”, zegt Burmanje. “Dat het hierbij vrijwel altijd gaat om maatschappelijke vraagstukken, betekent dat wij meegroeien met de maatschappij.”
Ze vervolgt: “Deze gegevens komen uit een groot aantal bronnen. Als het gaat om rechtszekerheid, dan moeten onze eigen data exact kloppen. Rechtszekerheid is immers de basis van ons economische verkeer en daarom moeten we daar heel secuur mee omgaan. Met andere gegevens, zoals geo-informatie, kunnen we wat minder strak omgaan en kunnen we ons ook baseren op externe bronnen. Vroeger stuurden we onze eigen mensen bijvoorbeeld het veld in om de grenspalen te controleren. Nu vragen we wandelaars om foto’s van de paaltjes te maken.”
‘Dankzij die continue innovatiedrang lopen we voorop, ook internationaal’
De aard van het werk van het Kadaster, waarbij enorme hoeveelheden gegevens worden verzameld, beheerd en verwerkt, zorgt ervoor dat de organisatie zich continu moet aanpassen aan maatschappelijke en technologieontwikkelingen. “We innoveren continu”, zegt Burmanje. Een goed voorbeeld hiervan is een ontwikkeling om het tekenen van geschaalde kaarten te automatiseren. Tot voor kort was het zo dat dit met de hand gebeurde. Burmanje: “Dit proces automatiseren klinkt eenvoudiger dan het in werkelijkheid is. Maar wij hebben het hele proces volledig geautomatiseerd op een wereldwijd unieke manier. Hierdoor kunnen we nu voor slechts een vijfde van de oorspronkelijke kosten kaarten op iedere gewenste schaal produceren. Dit betekent helaas dat we hier ook minder mensen voor nodig hebben; dat is dan weer de keerzijde.”
Ze vervolgt: “Dankzij die continue innovatiedrang lopen we voorop, ook internationaal. Dat blijkt wel uit het feit dat ons is gevraagd om bij te springen in Griekenland. Dat land werkt er hard aan om uit de crisis te komen; een goede rechtszekerheid met aan de basis daarvan betrouwbare kadastrale informatie helpt daarbij. Wij dragen onze kennis dan over aan lokale partijen, waardoor zij dit in de toekomst zelf kunnen doen.”
Een toekomstige innovatie die Burmanje noemt is dat het Kadaster mogelijk drones gaat inzetten bij het inwinnen van data. “Dat is nu nog een te kostbare aangelegenheid, maar we houden de vinger wel aan de pols van dergelijke ontwikkelingen. Je kunt je voorstellen dat drones eerst worden ingezet in moeilijk toegankelijke gebieden.”
Ze vervolgt: “We zijn weliswaar een ondernemende organisatie, maar we kunnen geen ondernemersrisico’s nemen. We zorgen ervoor dat het Kadaster vooroploopt als het gaat om de inzet van technologie en er klaar voor is om dit toe te passen. We onderzoeken dergelijke ontwikkelingen en investeren in proeven.”
Ze besluit: “Innovatie is een doorlopend proces; het jakkert en jaagt maar door! Nog niet eens zo lang geleden stuurden we voor metingen een meetploeg het veld in. Nu kan één persoon dankzij gps en moderne communicatiemiddelen het werk alleen af. Ook onze expertise verandert. We hebben in de toekomst bijvoorbeeld steeds meer te maken met big data. Om al die informatie te analyseren heb je andere kennis en experts nodig, data-analisten. Hierdoor zie je de aard van onze werkzaamheden en de expertise die we in huis halen verschuiven.”
Het Kadaster staat midden in de maatschappij
Het Kadaster staat met beide voeten in de klei. Ruim 180 jaar geleden door Napoleon opgericht omdat hij belastingen wilde innen, is het Kadaster uitgegroeid tot een organisatie die midden in de maatschappij staat. “We zijn er voor de omgeving. Dat is onze legitimatie”, aldus bestuursvoorzitter Dorine Burmanje.
Dat met beide voeten in de klei staan is vooral ook overdrachtelijk bedoeld. Het Kadaster is immers in zijn 180-jarige bestaan uitgegroeid tot het middelpunt van wat er gaande is als het Nederland betreft en vastgoedtransacties.
Burmanje: “We zijn onlosmakelijk verbonden met de maatschappij en moeten meegaan in de ontwikkelingen. Daarom zijn we een organisatie die zich continu heroriënteert. Wie zijn wij, wat is van deze tijd en vooral: wat is van morgen of van over een jaar? Heel veel verder kijken we op dit moment niet, want de wereld verandert dermate snel dat dit geen zin heeft. Technologie en IT – dat zijn onze levensaders. De veranderingen daarin gaan razendsnel en je kunt niet voorspellen wat er op die terreinen gaat gebeuren. Daarom proberen we steeds meer een wendbare organisatie te worden.”
Dit uit zich onder meer in de wijze waarop het Kadaster zich presenteert naar buiten toe. Burmanje: “Vroeger was het: ‘Hier staat het Kadaster, kom het maar halen.’ Die tijden zijn voorbij. Nu is het meer van: ‘Mensen, weet je wel wat je allemaal kunt halen bij ons?’ Dat vereist een heel andere insteek en ‘mindset’ en de inzet van andere technieken. We zitten midden in dat proces en daarvoor hebben we contact met de maatschappij, de mensen, voortdurend nodig. We moeten immers weten welke vraagstukken er leven, hoe we de mensen kunnen bereiken en hoe we onze informatie het best kunnen aanbieden.” Ze noemt als voorbeeld: “De zorgsector wil weten waar het best nieuwe zorginstellingen kunnen worden neergezet. Via ons kan men een beeld krijgen over waar de meeste hulpbehoevende mensen zitten, hoe de leeftijdsopbouw in een gebied is, welk gebied het best ontsluitbaar is en ga zo maar door. Dat helpt om zo’n vraagstuk op te lossen. Iets anders is de leegstand van kantoorpanden in steden. Hoe los je dat vraagstuk op, zowel inrichtingstechnisch gezien als zakelijk? Wat gaan de eigenaren van die kantoorpanden en de gemeenten doen? Laat je gaten vallen in de stad of gebruik je onze data om daar een oplossing voor te zoeken? Ga je herverkavelen, bundelen of andere bestemmingen bedenken? Dat type bewegingen, daar zitten we middenin.”
‘We zitten in een veranderingsproces en dat vereist continu contact met de omgeving’
Een ander aspect is dat het Kadaster aan de buitenwereld kenbaar moet maken wat er allemaal mogelijk is, wat er te halen valt. Om de zichtbaarheid te verhogen doet het Kadaster mee aan tv-programma’s als ‘Nederland van Boven’. “Ook zoeken we bekende evenementen uit, zoals de Vierdaagse van Nijmegen of de intocht van Sinterklaas, waar we informatie geven over het stuk land waar men zich op dat moment bevindt. Destijds toen er sprake was van een Elfstedentocht stonden we met advertenties in de krant, waarin me meldden dat we nog net niet de dikte van het ijs wisten, maar verder alle plaatsen en plekken kenden waar men langs zou komen: wie er woont, van wie het is en ga zo maar door.”
Dit ‘contact zoeken met de maatschappij’ vindt niet alleen plaats in Nederland, maar ook wereldwijd. “Dat maakt het juist zo boeiend én complex”, zegt Burmanje. “Vlak voor dit gesprek nam ik bijvoorbeeld telefonisch deel aan een conferentie in Londen. Vanuit de Verenigde Naties wordt gekeken naar hoe verschillende landen geo-informatie zo kunnen inzetten dat we niet allemaal hetzelfde doen. Daardoor blijven de kosten beheersbaar en wordt het voor politici en de maatschappij duidelijk waarvoor die informatie kan worden ingezet. Maar ook is er sprake van een internationaal kader als het gaat om natuurrampen. Als een deel van een land wordt weggeslagen door een storm of een tsunami, dan is ook de kennis weggeslagen en moet deze vanuit verschillende landen worden ingevlogen. Hoe kun je orde aanbrengen? Wie hebben daar gewoond? Hoe zag de infrastructuur eruit? Hoeveel land is weg? Allemaal vraagstukken waar men op dat moment vaak lokaal geen antwoord op heeft.”
Ze vervolgt: “En dit zijn nog maar een paar voorbeelden van hoe wij mee bewegen met de maatschappij. Wat dat betreft vragen we ons weleens af of de naam Kadaster nog wel toereikend is. Het Kadaster heeft een lange historie en staat ergens voor. Maar hoe maak je dat grote toegevoegde stuk zichtbaar voor de mensen?”
Een ander facet waar het Kadaster mee te maken heeft is dat de eisen van de (potentiële) klanten ook met de tijdgeest mee veranderen. Burmanje: “Wij zijn groot geworden in het ‘zeker weten’. We hebben iedere vierkante centimeter van Nederland in kaart gebracht. Maar dat vindt de nieuwe generatie niet zo interessant. Als jonge mensen het ongeveer weten, dan is dat goed genoeg. Ze trekken uit alle bronnen hun informatie en gaan daarmee aan de slag. Het keurmerk Kadaster krijgt hierdoor een heel andere lading, niet alleen voor die generatie. Daar moeten we ons heel bewust van worden, dat dit gevolgen heeft.”