Auteur: Marco Mulders

Werken aan duurzame ICT

Leen Zevenbergen heeft de koers van Qurius, de grootste Microsoft-partner van Europa, verlegd. Aan de hand van een ambitieuze langetermijnvisie investeert de nieuwe bestuursvoorzitter in de drie p’s van people, planet en profit. “Ik ben een bouwer, geen breker.”

Sinds 1 januari is Leen Zevenbergen de nieuwe CEO van Qurius. Hij leidde eerder al enkele ICTdienstverleners en richtte zelf twintig bedrijven op die voornamelijk in de innovatieve frontlinie van de techniek actief waren. De serieondernemer publiceerde daarnaast het gelauwerde managementboek ‘En nu laat ik mijn baard staan’. In de opvolger daarvan, ‘’t Is groen’, beschrijft Zevenbergen hoe je veranderingen in organisaties waar kunt maken. Vorig jaar werd hij gevraagd om zijn ideeën binnen Qurius in de praktijk te brengen om daarmee de vernieuwing van dit beursgenoteerde bedrijf gestalte te geven.

 

Geïntegreerde oplossingen

“Ik heb toen Qurius maar even gegoogeld, want ik kende dit bedrijf eigenlijk niet zo goed”, bekent Zevenbergen. “Tot mijn verbazing zag ik dat wij de grootste Microsoft-partner in Europa zijn. En dat we over de hele wereld uitdagende projecten realiseren voor bijvoorbeeld een klant als BDO. Toch lijkt bijna niemand dit te weten. De nadruk lag in onze organisatie altijd heel stevig op kennis, met hoogopgeleide mensen. Die kwaliteit blijft natuurlijk, maar we zullen daarnaast zeker onze naamsbekendheid gaan vergroten.”

 

Zevenbergen wil Qurius stevig laten groeien in de Europese markt voor het middenbedrijf en de overheidssector. “Microsoft is de enige softwareleverancier die het mkb een totaalpakket aan automatiseringsproducten kan leveren, van administratie tot allerlei websystemen”, vertelt hij. “Wereldwijd zijn er echter slechts vier of vijf partijen die al deze toepassingen als één geïntegreerde oplossing kunnen realiseren. Tot die selecte groep behoort ook Qurius. Onze kracht ligt dan ook in een dienstverlening die efficiënter, per saldo goedkoper, duurzamer en beter geregisseerd is. Toch moet ik klanten nog weleens van onze geïntegreerde oplossing overtuigen. Dat kost nooit veel tijd: ik vraag hen namelijk altijd of ze bij de bouw van een huis wel met vijf verschillende aannemers in zee zouden gaan.”

 

Mensen binden

“Ik ben een bouwer, geen breker”, zegt Zevenbergen tussen neus en lippen door als hij vertelt over de veranderingen binnen Qurius. “Ik wil deze organisatie duurzaam aantrekkelijker maken, bijvoorbeeld door mensen het gevoel te geven dat ze ieder op hun eigen niveau een wezenlijke bijdrage aan Qurius leveren. Ook zullen we niet aan het eind van ieder kwartaal de druk op ons personeel verhogen, zoals andere beursgenoteerde bedrijven dat weleens doen. Op de korte termijn kan dat commercieel gezond zijn, maar op de lange termijn maakt het economisch geen verschil, omdat er na die piek altijd een dal volgt. Dan kun je als organisatie beter kiezen voor een stabiele lijn.”

 

Zevenbergen blijkt een aanhanger van een gezonde geest in een gezond lichaam. “Dat is niet zo verwonderlijk, licht hij toe. “Mensen die lekker in hun vel zitten, presteren aantoonbaar beter. Ik ga dan ook best ver in die visie. De snoepautomaten gaan eruit en we zijn in gesprek met onze cateraar over het serveren van gezond voedsel. Ook stellen we gedragsregels op over hoe werknemers met elkaar om horen te gaan. Zo mogen werknemers op vrijdagmiddag geen negatieve berichten meer op iemands voicemail achterlaten, omdat de ontvanger daardoor vaak gestrest het weekend ingaat.”

 

Uiteraard heeft Qurius ook het nieuwe werken ingevoerd: er gelden geen vaste werktijden of -plekken meer. Iedere werknemer krijgt de vrijheid om flexibel zijn taken uit te voeren. Met al deze maatregelen wil Zevenbergen ook in de nabije toekomst talent aan Qurius blijven binden. “Maar weinig ondernemers lijken te beseffen dat er over een paar jaar een tekort aan personeel ontstaat”, stelt hij. “In de slag om de beste professionals zullen bedrijven behalve een prettige ook een moderne en inspirerende werkomgeving moeten bieden. Voor ons als ICT-dienstverlener is die uitdaging overigens duidelijk: er moet stevig geïnnoveerd worden. Daarmee bedoel ik geen productverbetering, maar vernieuwing die grenst aan een paradigmaverschuiving, zodat we toepassingen kunnen blijven ontwikkelen die aansluiten op de techniek van morgen.”

 

Groene ambitie

Qurius streeft naar een neutrale CO2-voetafdruk. Om dit voornemen kracht bij te zetten, rijdt Zevenbergen zelf in een Lexus Hybride. “Milieuvriendelijk ondernemen zal de komende vijf jaar een van de grootste strategische uitdagingen voor bedrijven vormen”, verwacht hij. “Neem nu enkele van onze Duitse klanten die toeleverancier zijn van een groot automerk. Hun opdrachtgever eist dat zij aantoonbaar duurzame onderdelen leveren, omdat auto’s steeds schoner moeten worden. Lukt hen dat niet, dan is het einde verhaal. Als dienstverlener zijn we toe aan Green IT 2.0. Richtte de eerste versie zich nog op een lager energieverbruik van de ICT, nu werken we aan systemen waarmee onze klanten gedetailleerd inzicht krijgen in de duurzaamheid van hun producten. We willen hierin marktleider worden voor onze doelgroep. Ja, ik leg de lat hoog. Als je niet naar de sterren reikt, kom je nooit op de maan.”

Denken in mogelijkheden

Qurius werkt vol vertrouwen aan het realiseren van zijn ambitieuze visie. De grootste Microsoft Dynamics-partner van Nederland windt er geen doekjes om: het bedrijf wil winst maken met oog voor mens en milieu. In zijn nieuwe Inspirience Center inspireert Qurius zijn relaties om krachtig te innoveren.

Lef kan Qurius niet ontzegd worden. Nota bene tijdens de economische crisis verlegde het ICT-bedrijf zijn koers om een nieuwe missie te realiseren: blijvend succes behalen door de wereld slimme oplossingen te bieden. “Innovatie, duurzaamheid en Het Nieuwe Werken vormen de pijlers van onze nieuwe visie”, verklaart chief brand officer Geerd Schlangen. “Ook de cultuuromslag die binnen onze organisatie heeft plaatsgevonden, speelt een belangrijke rol. We kijken bij technische ontwikkelingen niet langer waar de beren op de weg staan, maar denken juist in mogelijkheden. Met onze visie als leidraad benutten we zo kansen die we anders over het hoofd gezien zouden hebben.” Opvallend genoeg heeft het beursgenoteerde Qurius zijn visie openbaar gemaakt op de eigen website. Iedereen kan het lezen. “We hopen zo te appelleren aan de vragen die ondernemers en ICT’ers zich stellen over de rol van ICT binnen hun bedrijf”, verklaart Schlangen. “Geïnteresseerden zijn dan ook uitgenodigd om ons recent geopende Inspirience Center te bezoeken. In deze inspirerende multimediale omgeving willen we onze ideeën visualiseren en er met bezoekers de dialoog over aangaan. Nog niet iedere ondernemer weet bijvoorbeeld wat Het Nieuwe Werken specifiek voor zijn bedrijf betekent. In het Inspirience Center tonen we graag de voordelen die software als het Office Communication System (OCS) biedt.”

Expertise

Qurius werkt momenteel hard aan de vertaling van zijn visie naar de zakelijke praktijk. Het bedrijf levert tenslotte geen dromen, benadrukt algemeen directeur Qurius Nederland Peter van Haasteren. “We zijn specialist in hoogstaande ERP-oplossingen en slimme aanvullende tools als CRM, BI en .net. Daarnaast voorzien we in consultancy aan middelgrote Europese organisaties met tweehonderd tot drieduizend werkplekken, waarbij onze consultants beschikken over een hoge mate van branchespecifieke kennis.” De technologische mogelijkheden van Microsoft bieden Qurius een goed perspectief om ook op de lange termijn zijn visie vorm te geven. Het bedrijf zal zelf applicaties blijven ontwikkelen, maar zoekt ook steeds vaker samenwerking met specialistische partners. “Zo zijn we de Europese bètatester voor een Amerikaanse start-up die een dashboard met duurzaamheidsgegevens ontwikkelt”, vertelt Van Haasteren. “Soms nemen we activiteiten over, zoals recentelijk de consultancytak van Evidanza, een Duitse specialist in BI-applicaties die zijn expertise nu voor ons op Europese schaal inzet. Als een van de grootste Microsoft-partners ter wereld zijn we het aan onze klanten verplicht om de beste ICT-oplossingen te blijven regisseren.”

Tweede automatiseringsgolf

De nieuwe visie van Qurius komt geen moment te vroeg. Volgens Van Haasteren staat het bedrijfsleven immers aan de vooravond van een tweede automatiseringsgolf. “De traditionele pc-kasten verliezen terrein aan mobiele apparaten als smartphones, notebooks en iPads”, weet hij. “ERP heeft slechts twintig procent van een bedrijf geautomatiseerd, voornamelijk de backoffice. Nu zijn de mensen in het veld aan de beurt. Verkopers, consultants of vrachtwagenchauffeurs worden meer en meer met mobiele apparaten op pad gestuurd. Met onze innovaties spelen wij in op de eis dat zij via een portal direct over relevante gegevens moeten beschikken om deze na een eventuele bewerking ook weer op te kunnen slaan.” “Het belang van ICT zal in veel sectoren sterk toenemen”, vervolgt Van Haasteren. “Kijk bijvoorbeeld naar de thuiszorg, waar de wijkverpleegkundige van cliënt naar cliënt rijdt. De hulpverlening in deze branche is versnipperd, traag en duur. Als een verpleegkundige echter via een mobiel apparaat voor iedere cliënt de juiste gegevens bij de hand heeft, kan ze indien nodig sneller tot de juiste actie overgaan dan wanneer er eerst een halfuur naar verschillende instanties gebeld moet worden. Dankzij innovatieve ICT behaal je zo een geweldige efficiencywinst.”

Opinieleider

In 2014 wil Qurius voor honderd procent milieuvriendelijk functioneren. Een moedige ambitie, waarover nog menig wenkbrauw zal worden opgetrokken, beaamt Schlangen. “We werken er in ieder geval keihard aan. In onze datacenters gebruiken we de meest energiezuinige servers. Ook ontwikkelen we applicaties waardoor bedrijven groener met hun middelen om kunnen gaan. Zo nemen we in de optimalisatie van bedrijfsprocessen nu al de CO2-component mee. En in de toekomst gaan we wellicht tijdens de fabricage ieder onderdeel van bijvoorbeeld een auto via een chip registreren, zodat een afvalverwerker de demontage beter kan managen.” Via diverse werkgroepen timmert Qurius ook sociaal nadrukkelijk aan de weg. Het betrekt hierbij verschillende stakeholders, zoals maatschappelijke organisaties, om bijvoorbeeld vrouwen en allochtonen voor zijn organisatie te werven. “De traditionele werknemer in de ICT is toch een autochtone man”, ziet Van Haasteren. “Meer diversiteit in onze organisatie zou een betere afspiegeling van de maatschappij geven. Het mes snijdt straks aan twee kanten: na de crisis zal het tekort aan vakkundig personeel in de IT-sector weer opsteken. Door nu alvast onze basis te verbreden, kunnen we onze kansen duurzaam benutten. Ja, het realiseren van onze visie is een lang proces, maar over een jaar of drie moeten we een sterk positieve balans op kunnen maken. Dat we ondertussen steeds meer als opinieleider gezien worden, beschouwen we als een mooie tussenstand.”

ICT als sleutel naar een duurzame toekomst

TNO zet zich in voor maatschappelijke vooruitgang door wetenschappelijke kennis te vertalen naar innovaties met aantoonbare impact. Via haar Smart Energy-kennisprogramma streeft de organisatie naar een succesvolle schaalvergroting van duurzame energie. ICT speelt hierin een sleutelrol, zowel bij de noodzakelijke technische als sociale innovatie.

Behalve de schade die hun verbranding aan het milieu toebrengt, hebben fossiele brandstoffen nog een nadeel: ooit raken ze op. Steeds meer landen en bedrijven investeren daarom in duurzame energie door grote parken met windmolens of zonnepanelen aan te leggen. Tegelijkertijd vindt er door diverse innovaties een decentralisering van energieopwekking plaats, bijvoorbeeld door de productie van gas via vermesting in stallen. Volgens Harold Veldkamp, directeur Smart Energy Systems bij TNO, laten deze nieuwe energievoorzieningen zich echter niet zo makkelijk op het bestaande energienetwerk aansluiten. “De grootste uitdaging zal zijn om duurzame energie te implementeren met behoud van een stabiele levering”, stelt hij. “Het tijdstip en de mate van productie van bijvoorbeeld windmolens fluctueert. Dit stelt heel andere eisen aan het netwerk dan een gereguleerde elektriciteitsopwekking vanuit de huidige energiecentrales. En als sommige consumenten hun gas ook nog eens lokaal van boerderijen gaan betrekken, ontstaat er nog meer onzekerheid tussen vraag en aanbod op het energienetwerk. Via ons Smart Energy-kennisprogramma willen we de komende jaren een strategie ontwikkelen om deze nieuwe energiebronnen succesvol te implementeren.”

Virtuele markt

“ICT wordt een kernonderdeel van ons energiesysteem”, voorziet Veldkamp. “Deze technologie dient de behoefte om op het energienetwerk steeds meer zaken te meten en reguleren. ICT zal dan wel met beleid geïntegreerd moeten worden. Goed functionerende ICT-systemen kennen immers een uitval van gemiddeld zes tot acht uur per klant per jaar. Ter vergelijking: bij elektriciteit duurt die uitval hooguit dertig minuten, bij gas zelfs dertig seconden. De vraag is dan ook hoe we de zekerheid van levering gaan handhaven óndanks ICT.” Ligt er eenmaal een betrouwbare technische basis, dan ontsluit juist ICT de mogelijkheid tot een bijna revolutionaire innovatie van de energiesector. Als voorbeeld noemt Veldkamp de consumenten die zelf elektriciteit opwekken via zonnepanelen of de toekomstige generatie cv-ketels. “Je zou deze huishoudens via ICT aan elkaar kunnen koppelen en op afstand besturen alsof het een virtuele elektriciteitscentrale betreft. Wellicht dat sommige van deze consumenten zich willen verenigen om hun overschot aan elektriciteit te verhandelen op een virtuele markt. Anderen nemen liever de vrijheid om individueel te verkopen of om energie gratis te schenken aan vrienden of een goed doel. Door al deze handelingen te registreren en herleidbaar op de afrekening te verwerken, zal ICT bijdragen aan het ontstaan van vele nieuwe businessmodellen.”

Tussen de oren

Een betrouwbare levering is een noodzakelijke, maar geen afdoende voorwaarde voor de consument om over te stappen op duurzame energie. “Succes is ook een kwestie van sociale innovatie”, stelt Expertisemanager Business Innovation & Customer Behaviour Natascha Agricola. “Willen we de transitie naar duurzame energie laten slagen, dan is het cruciaal om voldoende maatschappelijk draagvlak te creëren door aansluiting te bewerkstelligen op de belevingswereld van consumenten. Het informeren en motiveren van het gewenste gedrag via de inzet van ICT staat daarbij centraal. Zo kun je via social media aan het imago van duurzame energie werken. Als gebruikers bijvoorbeeld positieve ervaringen uitwisselen en laten zien dat duurzame energie goed bruikbaar is, maakt dat consumenten enthousiast om samen nieuwe initiatieven te ontwikkelen. Je ziet nu al dat duurzaamheid waarde toevoegt binnen bepaalde groepen op internet, omdat het gebruiken van modieuze maar klimaatneutrale producten leuk is dan wel aansluit bij de identiteitsbeleving.” Met behulp van ICT kun je niet alleen het imago van duurzame energie beïnvloeden, maar ook gericht feedback geven op het gereduceerde energieverbruik of de meest recente handelswaarde van een kilowattuur stroom. De discussie rondom de slimme energiemeter toont echter aan hoe broos het vertrouwen is dat consumenten in de overheid en energiebedrijven hebben. “Je moet innovatieve ICT-toepassingen niet te ingewikkeld of ondoorzichtig maken”, weet Agricola. “Consumenten ervaren dan dat hun veiligheid of privacy geschonden wordt. Of ze zien een applicatie als verplichting en haken alleen om die reden alsnog af.”

Vacature

De afdeling Business Innovation & Customer Behaviour van TNO bestaat uit een team van twintig mensen dat zich bezighoudt met het succesvol sturen van innovaties, onder meer via ICT en social media. Binnen deze afdeling is momenteel een vacature voor een senior gedragskundige. “Wat we vooral van deze persoon verwachten, is dat hij of zij vanuit een wetenschappelijke methodologie ontrafelt hoe je blijvend transities bij verschillende groepen mensen tot stand kunt brengen”, vertelt Agricola. “Ook het ontwikkelen van een heldere visie en de implicaties hiervan uitdragen, behoort tot de kwaliteiten waar we naar zoeken. Omdat we niet aan de problemen van gisteren, maar aan de uitdagingen van overmorgen werken, dien je als onderzoeker diverse stakeholders enthousiast te maken voor je visie, zodat er voldoende draagvlak ontstaat om een kennisprogramma uit te voeren. Ons werk is immers niet alleen van belang voor de BV Nederland en commerciële bedrijven. Het raakt de gehele samenleving.”

ICT-Gemak: abonnement op de toekomst

Er werden even wat wenkbrauwen opgetrokken toen Unica afgelopen juni de boedel van AAC Cosmos overnam. Wat moet een installateur van gebouwgebonden installaties met een ICT-bedrijf? Nadere beschouwing leert dat het bedrijf de komende jaren gewoon zijn ambities gaat realiseren met onder meer het concept ICT-Gemak.

ICT groeit onvermijdelijk uit tot de vierde nutsvoorziening, zo is de stellige overtuiging van Unica. Net als gas, water en licht zullen bedrijven en organisaties in de nabije toekomst ICT kant-en-klaar gaan afnemen. “Ik verwacht dat er op termijn nauwelijks nog organisaties zijn die zelf een eigen server draaien”, vertelt directeur Peter van Wingerden van Unica AAC Cosmos. “Waarom zou een ondernemer of bestuurder nog investeren in dure apparatuur en IT’ers als hij zijn personeel tegen abonnementstarief van een hoogwaardige werkplek kan voorzien? Zeker in economisch onzekere tijden biedt een dergelijke vorm van ICT veel flexibiliteit. Je huurt functionaliteit voor een aantal werkplekken in, die je gemakkelijk op of neer kunt schalen, zonder dat je deze capaciteit ruim van tevoren budgettair moet inplannen.”

 

ICT-Gemak

Om in deze nutsbehoefte te voorzien, heeft Unica AAC Cosmos ICT-Gemak ontwikkeld. Dit concept biedt een volledig geautomatiseerde werkplek die helemaal is toegespitst op de wensen van de hedendaagse gebruiker. “De moderne informatiewerker staat in onze dienstverlening centraal”, verklaart Van Wingerden. “Met ICT-Gemak kan hij efficiënt en effectief zijn taken uitvoeren, wanneer en waar hij maar wil. En niet te vergeten: met veel plezier, want de gebruiker kan werken met de apparatuur van zijn voorkeur. Ondernemers hoeven hun personeel dan ook niet langer in een keurslijf te wringen als het gaat om het juiste merk notebook of smartphone.” Het nieuwe werken mag dan voor het personeel relatief eenvoudig zijn; het gebruikersgemak vormt een complexe uitdaging voor de specialisten van Unica AAC Cosmos.

 

Op maat gemaakt

“Naast de veelgebruikte applicaties van Microsoft Office integreren we ook bedrijfsspecifieke software op het gebied van bijvoorbeeld CRM of ERP in ICT-Gemak”, licht Van Wingerden toe. “Bovendien verdiepen we ons in de bedrijfsprocessen van een opdrachtgever, zodat we op ieder niveau van diens organisatie kunnen bepalen wie over welke informatie moet beschikken. Omdat we voor ICT-Gemak nu zelf de gehele infrastructuur ontwerpen, bouwen en beheren, vinden we het niet meer dan logisch om ook de verantwoordelijkheid voor reparaties op ons te nemen. We repareren door ons beschikbaar gestelde gebruikersapparaten gegarandeerd binnen een termijn die korter is dan gebruikelijk in de markt.”

 

Synergie tussen specialisten

Sinds juni van dit jaar maakt Unica AAC Cosmos deel uit van de Unica Installatiegroep, een allround dienstverlener op het gebied van gebouwgebonden installaties. “Voordat we AAC Cosmos aankochten, legden we ons al met succes toe op de achterkant van de IT”, vertelt algemeen directeur Rik Dikken. “We bouwen bijvoorbeeld datacenters en voorzien in netwerken en industriële automatisering. Dankzij de overname kunnen we het kernproces van onze klanten nu volledig ondersteunen, tot voice en video aan toe.” Ook al functioneren de verschillende werkmaatschappijen binnen Unica grotendeels autonoom, toch ziet Dikken een goede synergie met de mensen van AAC Cosmos ontstaan. “Hun klantportfolio overlapt voor een groot deel die van ons”, noemt hij als een van de redenen. “We kennen elkaars markt en de specifieke uitdagingen die spelen bij middelgrote organisaties met vijftig tot vijfhonderd werkplekken in sectoren als de zorg, het onderwijs en de zakelijke dienstverlening. Door het samenkomen van die verschillende werkmaatschappijen hebben we wederzijds onze competenties verbreed en verdiept. Alle kennis op het gebied van servermanagement, netwerken, gebruikers en telefonie kunnen we nu uit één hand aanbieden.”

 

Stabiele organisatie

Ook Van Wingerden ervaart de voordelen van de overname. “Unica streeft er bijvoorbeeld naar om de meest duurzame installateur te zijn”, vertelt hij. “In lijn met dat beleid kunnen we onze klanten nu ook laten profiteren van hun expertise bij het zo energiezuinig mogelijk inrichten van datacenters. Tevens vind ik het een groot pluspunt dat AAC Cosmos nu is ingebed in de stabiele organisatie van Unica. Dit bedrijf kan bogen op vijfenzeventig jaar aan bestuurservaring. Het beleid is sterk gericht op het bestendigen van resultaat op de lange termijn. Kom daar maar eens om bij een middelgroot ITbedrijf. Bovendien is Unica niet beursgenoteerd, wat het makkelijker maakt om te ondernemen. Die financiële stabiliteit vertaalt zich naar continuïteit in dienstverlening.” “Vergeet ook de rol van ons personeel niet”, voegt Dikken toe. “De sfeer in ons bedrijf is geweldig; dat straalt ook uit in onze service naar de klant. We zorgen bij Unica goed voor onze mensen, ook met het oog op de toekomst. Uiteraard investeren we in kennis en opleiding, maar we stimuleren werknemers tevens om ondernemend te durven zijn. Het wordt hier gewaardeerd als je zelf innovatieve ideeën aandraagt. Uiteindelijk draagt dit allemaal bij aan de kwaliteit van ons bedrijf. En als kwaliteit vooropstaat, komt groei vanzelf.” 

Werken aan klanttevredenheid houdt nooit op

De LECTRIC Groep kwam vorig jaar als best scorende internetdienstverlener uit de bus in de Emerce 100. CEO Jan Hein Schouten ziet deze cijfers als erkenning van de goede dienstverlening, maar waakt voor verslapping. “We willen altijd weer beter presteren dan de dag ervoor.”

De LECTRIC Groep wordt gevormd door acht organisaties die ieder hun eigen specialistische dienstverlening op het gebied van internet verzorgen. In totaal bestaat de werkgroep uit zo’n 230 professionals met één gedeelde drive: een tevreden klant. “We willen gemiddeld een acht scoren”, vertelt CEO Jan Hein Schouten. “Een tien is niet haalbaar: als je daarnaar streeft, vraag je gewoon om een burn-out. Een goede dienstverlening is immers een proces waar continu aan gewerkt moet worden. Ik toets de directeuren daar regelmatig op, zoals zij dat ook moeten doen bij de mensen in hun eigen organisatie. Soms moet je weleens kritisch doorvragen. Heeft iemand er echt alles aan gedaan om die acht te scoren? Cruciaal is daarbij dat mijn mensen het vermogen hebben om door te denken en over de vrijheid beschikken om daarnaar te

handelen. Stel dat een klant zijn deadline niet dreigt te halen door een tegenvaller of personeelsuitval. als een van mijn managers hem dan zou helpen om zijn content alsnog op tijd te realiseren door hier de juiste mensen voor in te huren, doe ik niet moeilijk over het budget. Met een dergelijke betrokken, proactieve instelling komt de winst immers vanzelf. Maar belangrijker nog vind ik dat die manager daarmee passie zou tonen, want dat is precies de inhoud die wij aan onze dienstverlening willen geven. Op die manier je continuïteit waarborgen geeft ons veel energie.”

 

Organisatie opschudden

Aan het eind van dit jaar zal de LECTRIC Groep zijn vertrouwde basis in Zaltbommel verlaten. vanaf 2011 zullen de meeste organisaties kantoor houden in het centrum van ’s-Hertogenbosch, dat met het openbaar vervoer beter bereikbaar is en meer aantrekkingskracht op potentiële werknemers uitoefent. Schouten zou echter Schouten niet zijn, als de verplaatsing ook niet in dienst van de klant staat. “Ik wilde ook verhuizen om het hele bedrijf weer eens een beetje op te schudden, zonder overigens een aardbeving te veroorzaken”, verklaart hij. Zo’n vijf jaar geleden kreeg Schouten ook al de kriebels. “Toen hebben we de structuur van de LECTRIC Groep flink aangepast”, blikt hij terug. “Iedereen werkte juridisch gezien binnen een en dezelfde bv. We dreigden een moloch te gaan worden, dus besloten we dat een aantal afdelingen kleur moest gaan bekennen door als zelfstandig bedrijf verder te gaan. Behalve flexibeler en beter zichtbaar in de markt werden ze vooral ondernemend. Ook ervoeren ze de sterke passie om hun bedrijf te dragen in plaats van alleen mee te draaien, zodat de dienstverlening naar een hoger niveau getild werd.”

 

Authentiek

Dat Schouten gedreven is, moge duidelijk zijn. Maar hij laat zich daarbij wel leiden door de wens van de klant en niet door de tekentafel. “Wat heeft het voor zin om zonder visie een bedrijf op te zetten omdat je alleen maar net zo hip wil ogen als je buurman?”, verzucht hij. “Sommigen noemen dat misschien provinciaals, ik zie het als een vorm van bedrijfseconomische risicobeheersing. kijk maar naar het vorig jaar opgerichte Social Inc, een dienstverlener op het gebied van social media. voor de buitenwereld leek dat een groot risico, maar niet voor ons. We luisteren goed naar wat onze klanten nu echt willen, zodat we zeker weten dat we een acht kunnen scoren met een nieuw bedrijf of niet. voor minder gaan we niet. Sterker nog, als een bepaalde dienstverlening geen drive meer zou hebben, nemen we er afscheid van.” volgens Schouten beschikt de LECTRIC Groep als een van de weinige bedrijven in Europa over een breed aanbod van internetexpertises. Desgewenst kunnen verschillende dochterondernemingen vanuit hun eigen specialisme bijdragen aan één gezamenlijke oplossing die in de behoefte van de klant voorziet. “als een klant vraagt om een specifieke service die we niet in ons pakket hebben, schakelen we er een partner voor in”, vertelt Schouten. “Dat gebeurde een aantal jaar geleden met detachering, een dienstverlening die we zelf niet aanboden omdat we dachten er geen energie uit te halen. Bovendien waren er al zo veel bedrijven in deze niche actief. na een aantal van die verzoeken zijn we ons toch af gaan vragen of we dit niet zelf konden doen. Het leek immers alsof de markt ons er als een natuurlijke partij voor zag. Zo ontstond Someone, het dochterbedrijf dat detacheert, maar ook werft en selecteert voor internetgerelateerde functies. Maar dit bedrijf draagt wel ons eigengereide karakter; we zijn geen simpele cv-schuivers. We willen natuurlijk die acht leveren om onze klanten te behouden: ik ben er namelijk trots op om voor hen te mogen werken.”

Leasen zonder zorgen

ING Car Lease behoort tot de kopgroep van de Nederlandse leasemarkt. Het bedrijf baseert zijn merkonafhankelijke dienstverlening op de pijlers Passie, Relevantie en Ontzorgen – afgekort PRO. Door de vinger aan de pols te houden, scoorde het bedrijf wederom hoog in het Heliview-onderzoek naar klanttevredenheid.

Eigenlijk is iedere auto tegenwoordig wel goed. Wil een leasemaatschappij zich echt onderscheiden, dan moet deze uitblinken in haar dienstverlening. “Wij zetten ons enthousiast in voor oplossingen die een berijder onbezorgd onderweg houden”, beschrijft Managing Director John A. Spies de doelstelling van ING Car Lease. “Daarom kiezen we bijvoorbeeld heel bewust voor de dealer als het gaat om de service van onze auto’s. Deze partij wordt immers als beste ondersteund door de fabrikant en bij een eventuele recall zitten onze berijders daarom snel weer veilig achter het stuur. En uiteraard letten we heel erg op de kosten. Zo leveren we als enige in Nederland bij nieuwe dieselauto’s standaard een gratis Solodiesel-tankdop. De schade van verkeerd tanken bedraagt bij het wegrijden al snel enkele duizenden euro’s. Als je nagaat dat ongeveer twintig procent van de leaserijders minimaal één keer per jaar zo’n fout maakt, bespaart deze dop veel geld, tijd én ongemak.”

Negen plus

Passie. Daar begint het volgens Spies allemaal mee. “Die passie zit in de genen van onze medewerkers”, verklaart hij. “We doen er als directie alles aan om die gedrevenheid op een hoog niveau te houden. We informeren onze mensen ieder kwartaal uitgebreid over de status en strategie van ons bedrijf, zodat ze niet voor verrassingen komen te staan. Als je met veel plezier werkt en betrokken bent, is het makkelijker om net dat stapje extra te doen. Wij gaan dan ook voor een ‘negen plus’-ervaring bij de klant: een zeven beschouwen we als onvoldoende.” Om relevante en comfortabele oplossingen te creëren, is echter meer dan passie nodig. De leasemarkt is altijd in beweging, dus is het van vitaal belang om de behoeften van de veelzijdige klant te kennen. “We zitten heel dicht op onze klant”, bevestigt Spies. “Onze periodieke klantbijeenkomsten bijvoorbeeld zijn uniek in onze branche. Als directie peilen we dan tijdens een informele lunch wat er leeft onder CEO’s, CFO’s en wagenparkbeheerders, hoe men de toekomst ziet en wat men verwacht van een leasemaatschappij. Ieder heeft toch zijn eigen behoefte. Of dit nu financieel of meer operationeel is: op alle niveaus nemen we de feedback serieus, zodat we onze strategie en service verder kunnen aanscherpen. Daarnaast beschikken we met Fleetagent, ons online-informatieplatform voor wagenparkbeheerders en berijders, over een geavanceerd automatiseringssysteem, waarmee we snel up-to-date informatie kunnen geven en bijvoorbeeld klachten goed kunnen monitoren. Dankzij deze automatisering zijn we overigens ook al in staat om onze beursgenoteerde klanten volgens de straks ingaande IFRS-standaard alle noodzakelijke gegevens elektronisch en overzichtelijk aan te leveren.”

Sterke milieudrive

Net als veel andere bedrijven spant ook ING Car Lease zich in om de uitstoot van CO2 zo veel mogelijk terug te dringen. Zo heeft het bedrijf zich via Cleaner Car Contracts, een initiatief van de Stichting Natuur & Milieu, gecommitteerd om voor eind 2012 alleen nog auto’s in te zetten die niet meer dan 120 gram CO2 uitstoten. Daarnaast attendeert de leasemaatschappij haar klanten op de verbruiksprestaties: minder tanken spaart milieu én de portemonnee. Spies ziet ook toekomst voor elektrisch rijden. “Als eerste in Nederland lieten we eerder dit jaar onze klanten al kennismaken met de eerste niet omgebouwde, maar door een autofabrikant ontwikkelde elektrische auto, de I-MiEV van Mitsubishi”, vertelt hij. “Momenteel onderhandelen we nog met Peugeot en Citroën over de aanschaf van hun elektrische auto’s. We zetten overigens alleen elektrische wagens in die speciaal voor deze vorm van aandrijving zijn ontwikkeld. Ze zijn door en door getest en voldoen aan alle veiligheidseisen, in tegenstelling tot omgebouwde benzineauto’s, waarvan de betrouwbaarheid nog niet bewezen is.” Momenteel werkt ING Car Lease hard aan het verkrijgen van een ranking op de CO2-prestatieladder. “Deze score is van groot belang voor sommige van onze klanten”, zegt Spies. “Bij aanbestedingen worden niet alleen zij beoordeeld op hun CO2-voetafdruk, maar ook steeds vaker de bedrijven waarmee ze zakendoen. Als een van die dienstverleners dan slecht uit de bus komt, kost dit een onderneming haar tender. We hopen eind dit jaar de ranking binnen te halen – en daarmee weer een extra USP te hebben.”

Van deur tot deur

Door de congestie op de Nederlandse wegen experimenteren steeds meer bedrijven met zogenoemde mobiliteitsbudgetten. Hiermee mogen werknemers zelf bepalen hoe ze hun woon-werkverkeer regelen. “De meest ideale oplossing zou zijn als een werknemer slechts één pasje nodig heeft, waarmee hij de trein, taxi of fiets kan nemen, maar ook een leasewagen zou kunnen ophalen”, vindt Spies. “Misschien is daar eerst een omslag in het denken voor nodig. Iedereen praat over vervoer van A naar B, maar feitelijk willen veel werknemers gewoon comfort van deur tot deur. Op die wens proberen we innovatief in te spelen. Het thuiswerken mag dan toenemen, volgens de klanten van ING Car Lease zal de auto ook in de toekomst een belangrijke rol in het vervoer blijven spelen.”

‘Wij zíjn nieuw internet’

Opdrachtgevers helpen hun media innovatief en functioneel in te zetten. Altijd helder en creatief, zowel in vorm als inhoud. En meestal een tikkeltje eigenzinnig. Dat is Freshheads. Het jonge bedrijf ambieert een toppositie in de markt voor bureaus die zich met nieuw internet bezighouden.

Freshheads is een jonge en innovatieve onderneming die zich focust op nieuw internet. “Bedrijven en organisaties die met hun website op een vernieuwende manier hun doelgroep willen bereiken, zijn bij ons aan het juiste adres”, verklaart algemeen directeur Wout Withagen. “Wij kunnen voor hen het gehele traject verzorgen, van concept en ontwikkeling tot aan het eindproduct: een gebruiksvriendelijke, innovatieve oplossing waarbij topdesign en kwalitatief hoogstaande techniek worden gecombineerd. Daarmee houdt het niet op, want we blijven een product altijd doorontwikkelen, zodat het jaren meekan. In onze filosofie is een product nooit af.” Volgens Withagen streeft Freshheads naar een goede match met zijn klanten. “Hoe leuk we het ook vinden om met nieuwe toepassingen te werken; we moeten wel geloven in de doelstelling van een prospect”, vertelt hij. “Als een bedrijf bijvoorbeeld social media in wil zetten, terwijl zij hun doelen op dat gebied nog niet duidelijk hebben gedefinieerd, dan moeten ze daar eerst mee beginnen. In onze optiek is nieuw internet geen doel op zich, maar kan het een middel zijn om je doelstellingen te realiseren. Maar als we die match hebben met een klant en zo toegevoegde waarde kunnen bieden, dan gaan we er vol voor. Ons team werkt vanuit passie voor het vak; het bestaat uit vakidioten die streven naar de perfecte functionaliteit die ze als gebruiker zelf ook willen ervaren. Het resultaat mag er zijn. Kijk maar naar onze portfolio: er staan bepaald niet de minste projecten in.”

Gecontroleerde groei

Freshheads werd acht jaar geleden op een zolderkamer opgericht door joost Gielen en Sjoerd eikenaar. Het bureautje werkte voornamelijk voor opdrachtgevers in het mkb, maar zette daarnaast zelf verschillende start-ups op. “niet al die start-ups sloegen commercieel aan”, blikt operationeel directeur Michiel van Hulst terug. “zo probeerden we in de pionierstijd, zo’n vijf jaar geleden, een internetadresboek te maken voor diensten als Hyves, Cu2, MSn, Friendster en Facebook. Die poging mislukte, maar onze innovatieve toepassing van nieuwe technieken trok wel de aandacht van een aantal grote bedrijven. Dat leidde onder meer tot de opdracht om het ontwerp te maken voor Dutch Cowboys 5.0, een van de grootste blogs van nederland. Omroep TROS was zo onder de indruk van het resultaat, dat ze ons vroegen voor de pitch van eenVandaag.nl. en dat terwijl de aanmelding eigenlijk al gesloten was. We wonnen die pitch.” De afgelopen jaren groeide Freshheads flink door. De omzet verdubbelde in 2008 en 2009, net als de personele bezetting. Met deze nieuwe werknemers, door beide directeuren omschreven als jonge en enthousiaste groeibriljanten, beschikt het internetbureau nu over dertig ondernemende professionals. Tijd om even pas op de plaats te maken, legt Van Hulst uit. “We leggen de nadruk weer op innovatie, zodat we op het gebied van nieuw internet voorop kunnen blijven lopen. Die passie om te pionieren vormt immers het DNA van ons bedrijf. Innovatie vereist echter wel veel energie en lef. zeker omdat we er commercieel een succes van willen maken. toch zijn we niet bang om een start-up te zien mislukken, omdat er altijd iets nieuws uit het leerproces tevoorschijn komt wat wél werkt. zo groeide onze voormalige start-up Werkspot.nl uit tot een zelfstandige bv.” Ook al is Freshheads een relatief jonge onderneming, het bedrijf heeft inmiddels veel ervaring opgedaan in het rendabel uitwerken van creatieve concepten. Volgens Withagen is het essentieel om daarbij met een open blik de ontwikkelingen in de markt te blijven duiden. “zo zullen ‘old school’-televisiereclames sterk afnemen ten faveure van de social media”, voorziet hij. “De jonge generaties zitten steeds minder voor de buis. Als ze al films of series kijken, doen ze dat online. en natuurlijk besteden ze veel tijd aan twitter, Facebook of Hyves. Social media bieden een enorme marketingpotentie, die tot nu toe slechts mondjesmaat ontgonnen is. We hebben echter met proven concepts onze klanten geholpen om online grote delen van hun specifieke doelgroep te bereiken. Deze campagnes leidden aantoonbaar tot een hoge conversie. en dat tegen fors lagere tarieven.”

Nieuw internet

Recentelijk bracht Freshheads het zelf ontwikkelde Dialogs op de markt, een tool voor webcare. “Met Dialogs monitor je wat er over je bedrijf en product getweet of geblogd wordt veel gerichter en sneller dan via een zoekactie op Google. Bovendien kun je vanuit deze tool direct reageren naar de gebruiker, zodat eventuele problemen niet escaleren. Ideaal voor klantenbinding dus. We kregen veel positieve reacties van de ondernemingen die deze tool gratis voor ons wilden testen in ruil voor feedback. Ik verwacht dat Dialogs over ongeveer drie jaar standaard door bedrijven gebruikt wordt. Maar dan werken wij alweer aan een toepassing die later een trend zal worden. nóg nieuwer internet bijvoorbeeld”, lacht Van Hulst.

Energie steken in de carrièrekans van vrouwen

Vrouwelijke technici zijn dungezaaid. Daarom stimuleert Essent via verschillende programma’s dat zo veel mogelijk technisch opgeleide vrouwen er willen werken aan een mooie carrière. “Want”, vertelt CTO Nina Skorupska, “teams die zijn samengesteld uit ongeveer evenveel vrouwen als mannen presteren aantoonbaar beter.”

Nina Skorupska is een opvallende uitzondering in de carrièresta­ tistiek over vrouwen. Ze beschikt over een universitaire graad in de chemie en is sinds dit voorjaar lid van de Raad van Bestuur van Essent. Daarmee is ze een ideaal rolmodel voor Women’s Energy, een netwerk binnen het energiebedrijf dat vrouwen coacht om het optimale uit hun carrière te halen. “We leren elkaar vooral om meer zelfverzekerd te zijn in een werk­ omgeving die sterk door mannen gedo­ mineerd wordt”, licht Skorupska toe. “Vrouwen die een hogere opleiding afge­ rond hebben, zijn er vaak van overtuigd dat ze de wereld kunnen veroveren. Als ze dan in een organisatie komen waarin de cultuur toch net iets anders is dan ze ver­wacht hadden, tast dit hun zelfvertrouwen aan.” Volgens Skorupska leidt die onzekerheid er regelmatig toe dat vrouwen hun carriè­ rekansen niet benutten. Ten onrechte, meent ze. “Uit academische studies blijkt dat als een man de helft van de gevraagde kwalificaties mist, hij zich hier meestal doorheen probeert te bluffen. Een vrouw die bijna volledig aan het vereiste profiel voldoet, kan juist aan haar geschiktheid gaan twijfelen omdat ze net die éne eigen­ schap of ervaring mist. Via ons netwerk proberen we vrouwen meer bewust te maken van hun kracht en keuzes. Als ze goed genoeg zijn en het echt willen, kun­ nen ambitieuze vrouwen binnen Essent een heel opwaartse carrière hebben.”

Barrières slechten
Voor haar komst naar Nederland bekleed­ de Skorupska in Engeland en Duitsland verschillende leidinggevende posities bin­ nen RWE, de Duitse energiereus die Essent vorig jaar overnam. Het viel haar op dat vooral bij de energiebedrijven in Duitsland weinig vrouwen tot de top door­ drongen: gemiddeld slechts vijf procent. “De competitie om die weinige posities is sowieso al moordend”, zegt ze nuance­ rend. “Maar toch. In Duitsland lijkt er een glazen plafond voor vrouwen te zijn. Wat dat betreft scoren we hier in Nederland beduidend beter. Bij Essent streven we in de top en subtop van het management naar een verdeling met minstens vijfen­ twintig procent vrouwen. We zitten nu op negentien. Er moet dus nog wat werk ver­ zet worden.” Essent streeft naar een raamwerk waarin vrouwen én mannen keuzes kunnen ma­ ken die bij hun wensen aansluiten. Het energiebedrijf heeft daarom bijvoorbeeld flexibel werken ingevoerd, met als gevolg een hogere productiviteit en arbeidssatis­ factie onder beide seksen. “We willen ech­ ter ook de feitelijke barrières voor het car­ rièreverloop van vrouwen opheffen”, vertelt Skorupska. “Zo zou leeftijd of een onafgebroken dienstverband eigenlijk geen rol mogen spelen bij promotie. Want dan belemmer je de talentvolle vrouwen die rond hun dertigste een tijdje uit het ar­ beidsproces zijn gestapt vanwege de keu­ ze voor een kind. Dus formuleren we bij­ voorbeeld onze vacatures zo sekseneutraal mogelijk. De boodschap is dat alleen kwa­ liteit telt, omdat we met Essent de beste prestatie willen realiseren.”

Talent binden
Als energiebedrijf is de organisatie van Essent van oudsher een mannenbolwerk. Tegenwoordig bestaat de organisatie ech­ ter voor vijfendertig procent uit vrouwen. Bij de commerciële en retailafdeling wor­den nieuwe vacatures zelfs door evenveel mannen als vrouwen ingevuld. In de tech­ nische functies zijn vrouwen met vijf pro­ cent nog steeds sterk ondervertegen­ woordigd. “We vissen in een erg kleine vijver”, ziet Skorupska. “Hooguit dertig procent van de meisjes én jongens kiest voor een exacte opleiding. En dan gaat een deel van hen uiteindelijk ook nog eens buiten de techniek werken. De jacht op tech­ nisch talent begint eigenlijk al wanneer jongeren hun beroepskeuze maken. Spe­ ciaal voor scholieren in groep acht heeft Essent daarom een leerpakket samenge­ steld. Daarmee leren ze spelenderwijs bijvoorbeeld een dynamo in elkaar te zet­ ten. In totaal hebben we al vijftigduizend van deze pakketten afgeleverd. We willen dit programma uitbreiden en ook leerlin­gen op middelbare scholen meer voor techniek interesseren.” Tevens wil Skorupska weer zelf met leer­ lingen in gesprek om haar enthousiasme voor techniek uit te dragen, vooral richting meisjes. “We moeten als energiebedrijf bij hun belevingswereld weten aan te slui­ ten”, vertelt Skorupska. “Als je meisjes bijvoorbeeld kunt laten zien dat techniek veel kan bijdragen aan een duurzaam mi­ lieu, motiveer je hen eerder voor een exacte carrière. In Engeland heb ik boven­ dien ervaren dat stereotypen soms de keuze voor een technische opleiding in de weg staan. De meisjes die ik sprak, droom­ den over een groot huis en genoeg geld om de wereld rond te reizen. Ze dachten niet dat een exacte opleiding hen die kans zou bieden. Tot ik hen duidelijk maakte in een technisch beroep veel meer te verdie­ nen dan de meeste van hun vaders. Een week later belde de docente mij op met de vraag hoe ik de meeste meiden toch en­ thousiast voor techniek had gekregen. Natuurlijk duurt het even voordat ze alle opleidingen doorlopen hebben, maar deze benadering geeft ons een goede kans om uiteindelijk de ratio vrouwen te verhogen. Ook aan de top.”

Fortis Commercial Finance

Fortis Commercial Finance biedt ondernemers financieel houvast bij economische voor- en tegenspoed. De factormaatschappij voorziet daarbij in een optimale werkkapitaalfinanciering, gecombineerd met een persoonlijke aanpak. Hiermee kan iedere ondernemer strategische uitdagingen het hoofd bieden, zowel op de binnenlandse als internationale markt.

De economie klimt langzaam uit het dal. Toch worden facturen pas tegen het einde van de be­ talingstermijn voldaan en vaak zelfs nog daarna. Ook voorraden blijven langer liggen. Veel ondernemers kampen daar­ om met liquiditeitsproblemen. “Dit be­ lemmert hen bij uitdagingen als groei­ ende omzet of een overname” zegt Peter de Koning. Hij is als algemeen directeur werkzaam bij Fortis Commercial Finan­ce, de factormaatschappij die kan bogen op vijfenveertig jaar aan ervaring en expertise. “We blinken nog steeds uit in het vrijmaken van werkkapitaal uit debi­ teurenvorderingen, gekoppeld aan een persoonlijke flexibele aanpak. We finan­ cieren tot een percentage van negentig procent van de openstaande debiteuren­ vorderingen, waar een reguliere bank veelal niet verder gaat dan zeventig pro­cent. Op deze manier bieden we een ondernemer maximale financiële speel­ ruimte voor zijn activiteiten.”

Effectief creditmanagement

Fortis Commercial Finance financiert alle soorten en maten van ondernemin­ gen met een omzet vanaf één miljoen euro. De organisatie beschikt daarbij over een palet aan oplossingen. “De de­ biteurenadministratie is de basis voor onze financiering”, vertelt commercieel directeur Jacq Coppen. “De debiteuren­ administratie kan in samenspraak ver­ der worden uitgebreid met creditma­ nagement en insolventierisicodekking. In deze tijd is ons creditmanagement ei­genlijk een absolute pre. We managen daarmee allerlei vormen van aanma­ ningscycli, inclusief telefonische en juri­ dische incasso. Je merkt dat debiteuren toch sneller betalen als een gespeciali­ seerde partij hen namens de crediteur over een openstaande factuur benadert. Ons creditmanagement heeft een aan­ toonbaar toegevoegde waarde: we bren­ gen het gemiddeld aantal dagen dat fac­ turen uitstaan naar beneden.” Ondernemers die extra zekerheid over hun vorderingen willen, kunnen bij Fortis Commercial Finance ook terecht voor insolventierisicodekking. “Bij een goed­ gekeurde limiet garanderen we negen­ tig tot honderd procent dekking op een openstaande vordering bij faillissement van de desbetreffende debiteur”, zo ver­ zekert Coppen. “Dankzij onze dienstver­ lening kan een ondernemer aandacht aan andere lopende zaken schenken. We houden hem daarbij uiteraard op de hoogte van zijn vlottende activa. Indien gewenst adviseren we een ondernemer over bijvoorbeeld de risico’s in zijn debi­teurenportfolio.”

Factoring ontzorgt

Factoring heeft de reputatie arbeidsin­ tensief voor bedrijven te zijn. Niets is echter minder waar. “Door digitalisering is het heel eenvoudig om via een inter­ face de data van een cliënt nauwkeurig in te lezen”, verklaart De Koning. “Een ondernemer heeft er vervolgens nauwe­ lijks meer omkijken naar, maar kan natuurlijk altijd zelf online zijn debiteurengegevens of beschikbare financie­ ringsruimte bekijken via ons informatie­ systeem Speedata. Met deze service monitoren we continu de veranderingen in de debiteurenportefeuille. Als een cliënt geconfronteerd wordt met snelle groei of een seizoenspiek in de omzet dan weten we direct de waarde van de vorderingen om te zetten in beschikbare financiële ruimte. Fortis Commercial Finance is daarom bij uitstek de partij die de dynamiek van een debiteurenfi­ nanciering kan managen.” Via haar zusterbedrijf Finodis is Fortis Commercial Finance tevens in staat om een volledig spectrum aan diensten en oplossingen te bieden op het vlak van uitbesteding van financiële backoffice­ administraties. “Finodis levert met name diensten op het vlak van credit­ management en e-­invoicing”, licht De Koning toe. “E-­invoicing leidt tot kosten­ besparing in vergelijking met het prin­ ten en per post versturen van facturen. En uiteraard draagt e-­invoicing bij aan het verminderen van de CO2­voetaf­ druk.”

Internationale dienstverlening

Fortis Commercial Finance bekleedt wereldwijd een toppositie. De organisa­ tie is vertegenwoordigd in de dertien belangrijkste Europese landen en is on­ betwist marktleider in de Benelux. “Dankzij een specialistisch netwerk voorzien we wereldwijd in debiteurenfinancieringen, een dienst die we Multi­Local Commer­ cial Finance noemen”, vertelt Coppen. “Als een cliënt een of meerdere dochter­ ondernemingen in het buitenland heeft, financieren we per vestiging, maar wel onder één overeenkomst. Hiermee zijn we uniek in de markt. Daarnaast zijn we in staat internationaal vorderingen te in­ casseren. Als een cliënt bijvoorbeeld een Engelse of Duitse debiteur heeft, assisteert onze lokale vestiging bij het innen van de vordering. Zij kennen im­ mers goed de weg in het land.” Volgens De Koning illustreert de uitge­ breide dienstverlening de hoge stan­ daard die Fortis Commercial Finance hanteert. “Wij hechten sterk aan de re­ latie met onze klanten”, zegt hij. “Iedere cliënt krijgt één contactpersoon toege­ wezen. Daarnaast worden onze mensen continu opgeleid om klanten te helpen hun ambities waar te blijven maken. Het is dan ook illustratief dat we met veel cliënten al jarenlang zaken doen. Facto­ ring is bij uitstek de manier om bijvoor­ beeld een groei, overname of turn around te financieren. Veel onderne­ mers ervaren dan ook dat onze dienst­ verlening blijvende waarde aan hun be­ drijf toevoegt.”

De maatschappij centraal

Fontys Bestuursacademie, voorheen BAZN de bestuursacademie, groeit gestaag uit tot een instituut voor bestuurlijke innovatie. De organisatie positioneert zich daarbij steeds meer als maatschappelijk geëngageerde gesprekspartner. Met haar geaccrediteerde hbo-opleiding blijft de bestuursacademie een van de toonaangevende opleiders voor de overheid.

Fontys Bestuursacademie manifesteert zich steeds nadrukkelijker als een maatschappelijk geëngageerde onderneming. Zo trapte GroenLinks in de Tilburgse vestiging zijn campagne af voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2010. En eerder dit jaar vond er een debat plaats tussen studenten en leden van de plaatselijke gemeenteraad. “Ik zou met onze organisatie graag een platform willen creëren waar burgers, politiek en bestuur met elkaar de dialoog aangaan”, vertelt de bevlogen directeur Pieter Bon.

Onlangs discussieerde hij nog live op Business News Radio met enkele luisteraars over de kabinetsformatie. “De meeste burgers hebben nauwelijks weet van de doelstellingen van de overheid, maar beschouwen haar wel als een lastpak. Ten onrechte natuurlijk, want stad en land moeten gewoon bestuurd worden – wat ik altijd graag toe mag lichten. De overheid zou op haar beurt dan weer wat transparanter naar die mondige burger mogen zijn. Door bijvoorbeeld mensen en bedrijven in toegankelijke taal bij je beleidsprocessen te betrekken, prikkel je hen om actief mee te denken en politiek betrokken te raken. In die maatschappelijke dynamiek willen wij meer ons gezicht laten zien.”

Begin dit jaar verwierf de bestuursacademie voor haar Bachelor of Public Administration weer de accreditatie van de NVAO, de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie. De hbo-opleiding biedt daarmee precies waar de overheid behoefte aan heeft: structureel gewaarborgde kwaliteit die aantoonbaar beklijft. Om die hoge standaard te handhaven is het noodzakelijk dat de organisatie haar horizon aanmerkelijk verbreedt. “Vanuit het openbaar bestuur klinkt steeds vaker de vraag of we mee willen denken over praktische oplossingen voor actuele maatschappelijke thema’s”, licht Bon toe.

“We transformeren zo van praktijkgericht opleider naar instituut voor bestuurlijke innovatie. Om die verandering mede gestalte te geven, dragen we vanaf 1 januari 2011 officieel de nieuwe naam van Fontys Bestuursacademie. De oude aanduiding BAZN de bestuursacademie vervalt.”

Bestuurlijke agenda

“We maken onderwijs van buiten naar binnen”, vat Hermen Vreugdenhil, adviseur vakgebied Fysieke Leefomgeving, de visie van Fontys Bestuursacademie kernachtig samen. “Onze scholing richt zich op de maatschappelijke uitdagingen waar het openbaar bestuur zich mee geconfronteerd ziet. Dit cursusjaar gaat het om de thema’s arbeidsmobiliteit, kwaliteit van leefomgeving, veiligheid, polarisatie en duurzaamheid in het onderwijs. Naast de algemene bestuurlijke vaardigheden brengen we onze cursisten ook die competenties en kennis bij waarmee ze voor deze specifieke vraagstukken doelmatig beleid kunnen ontwikkelen.”

Vreugdenhil benadrukt dat deze trends niet los gezien kunnen worden van ontwikkelingen binnen het openbaar bestuur zelf. “Er staan flinke veranderingen op stapel”, weet hij. “Het bestuur is zodanig complex geworden, dat de taakverdeling binnen de overheid op de schop zal gaan. Zo worden sommige bevoegdheden overgeheveld van de Rijksoverheid naar gemeenten, die zich daarnaast meer en meer ontpoppen als het eerste aanspreekpunt voor burgers en bedrijven. Het is dus aan ons om deze bestuurlijke veranderingen af te stemmen op de maatschappelijke actualiteit. Denk bijvoorbeeld aan lokale bestuurders die ineens verantwoordelijk worden voor het bevorderen of handhaven van de leefbaarheid binnen hun gemeente. Zeer pregnant is ook de vraag hoe je als organisatie blijft functioneren met een sterk slinkend budget.

Afgelopen oktober hebben we hier nog onze jaarlijkse No Budgetmaand over georganiseerd, inclusief gratis cursussen. Met de visie en creatieve oplossingen die we onze cursisten bijbrengen, dragen we indirect bij aan de belangrijke uitdagingen die bij alle overheden op de agenda staan.”

Ambtenaar van morgen

Fontys Bestuursacademie streeft ernaar om mensen zo op te leiden, dat ze hun nieuwe vaardigheden en kennis snel in de praktijk kunnen brengen: het liefst al de dag na een les. Daarom schakelt de organisatie regelmatig gedreven specialisten uit het veld in als docent of trainer. De bestuursacademie onderscheidt zich echter vooral door ook voor de lange termijn op te leiden. “We brengen mensen kernkwalificaties bij die typerend zijn voor het hoger onderwijs, zoals analytisch vermogen en het kunnen schakelen tussen diverse oplossingsstrategieën”, licht Bon toe. “Gecombineerd met die praktische kennis worden onze cursisten daardoor breed inzetbare professionals, die zich met juiste keuzes in verschillende situaties staande kunnen houden.”

“De voordelen van deze flexibiliteit zijn legio”, vult Vreugdenhil aan. “Denk alleen al aan het opvangen van de vergrijzing of het besparen op meestal dure outsourcingtrajecten. Als opleider leveren we zo een heel natuurlijke bijdrage aan de mobiliteit binnen de overheid. Bovendien is een breed opgeleide professional prima toegerust om als volwaardige partner de samenwerking met experts uit het bedrijfsleven aan te gaan. Je ziet de laatste jaren toch dat publieke en private partijen elkaar steeds vaker weten te vinden bij het creëren van oplossingen, zoals bij de aanpak van verouderde bedrijventerreinen en grootschalige infrastructuurprojecten. Als ambtenaar of bestuurder beweeg je dan ook continu mee met de maatschappij. Bestuurlijk innoveren doe je tenslotte met elkaar!”

Unit 4 Agresso blijft innoveren

Het van oorsprong Nederlandse Unit 4 Agresso kijkt vol vertrouwen vooruit. De multinational blijft via innovatie precies produceren waar de markt behoefte aan heeft. Bovendien vormt de stabiliteit in organisatie en financiën een stevige pijler voor de continuïteit van het softwarebedrijf.

Unit 4 Agresso heeft een succesvol jaar achter de rug. De multinational behaalde in 2008 een wereldwijde omzetstijging van bijna dertig procent. Ook werd softwareleverancier CODA ingelijfd. “Met de synergie tussen hun financiële informatiesystemen en onze bestaande producten verwachten we nog beter op de wensen van onze klanten te kunnen inspelen”, licht directeur Benelux en lid van de groepsdirectie Jos Andeweg van Unit 4 Agresso de overname toe. Een van die bestaande producten is het succesvolle Agresso Business World (ABW), een ERP-oplossing die door dynamische organisaties voor operationele ondersteuning en strategisch management kan worden ingezet. “Met ABW hebben we vorig jaar een order van een internationaal opererend Nederlands ingenieursbureau verworven, de grootste in ons bestaan”, vertelt Andeweg. “De ERP-oplossing onderscheidt zich door een hoge mate van lenigheid. Na bijvoorbeeld een fusie kan een bedrijf de veranderingen snel zelf doorvoeren in de suite, zonder dat het eerst maandenlang moet wachten op het advies van een team dure consultants.”

 

Specialistisch ondernemen

Naast generieke software biedt Unit 4 Agresso ook branchespecifieke oplossingen. In Nederland heeft het bedrijf daartoe zijn activiteiten verdeeld over afzonderlijke werkmaatschappijen met ieder een eigen product-marktcombinatie. “Onze vestiging in Hengelo bijvoorbeeld, bedient de gezondheidsmarkt, de vestiging in Zoetermeer financiële intermediairs”, illustreert Andeweg. “Deze specialisatie biedt als voordeel dat verkopers en consultants de taal van de klant spreken. Ze weten tot in detail wat er speelt binnen een sector en hoe dit van invloed is op de processen en strategieën binnen bedrijven. Net zo belangrijk is echter dat de consultants de wensen van onze klanten op de juiste wijze binnen de eigen werkmaatschappij kunnen vertalen, zodat de branche zich herkent in de software die we maken.” De werkmaatschappijen functioneren grotendeels als zelfstandige ondernemingen. Ze zijn verantwoordelijk voor onder andere hun softwareproductie en marktbenadering. Bovendien beschikken de vestigingen als relatief kleine organisatie over korte lijnen, waardoor ze snel schakelen als de markt of klant daarom vraagt. “Onze mensen in Veenendaal bijvoorbeeld, zagen de twee jaar geleden ingevoerde Wet toezicht accountancy ruim van tevoren aankomen”, vertelt Andeweg. “Daar hebben ze meteen op ingespeeld door de accountancy-softwaresuite met de benodigde innovaties uit te breiden. Hun product bleek destijds dan ook als eerste in de markt de nieuwe wetgeving te hebben geïncorporeerd.”

 

Continuïteit

Binnen het in 1980 als Unit 4 opgerichte softwarebedrijf – in 2000 werd het Noorse Agresso overgenomen en aan de naam toegevoegd – heerst optimisme over de toekomst. “We zijn natuurlijk niet onkwetsbaar voor de recessie”, benadrukt Andeweg. “Tegelijkertijd realiseren we ons echter dat de crisis juist in ons voordeel zou kunnen werken. We verkopen immers software die kosten en opbrengsten snel inzichtelijk maakt. Nu bedrijven meer dan ooit gemotiveerd zijn elke mogelijkheid op efficiencyverbetering te benutten, verwacht ik dat de belangstelling voor onze producten nog verder zal toenemen.” Wereldwijd heeft Unit 4 Agresso 3500 mensen in dienst, van wie er 1000 in Nederland werken. Het bedrijf kent een stabiele organisatie, wat onder meer blijkt uit een voor de ICT-branche uitzonderlijk laag personeelsverloop. “We bieden een goede balans in poen, prestige en plezier”, licht Andeweg toe. “Door bijvoorbeeld in kleine teams te werken, zijn de mensen binnen de werkmaatschappijen zich heel bewust van wat zij aan het eindresultaat toevoegen. Dit motiveert werknemers om het maximale uit zichzelf te halen. Ze voelen zich dan ook heel betrokken bij onze organisatie. En dat werkt weer gunstig door naar de markt. Klanten waarderen het als ze een langdurige relatie op kunnen bouwen met hun enthousiaste consultant in plaats van steeds weer iemand anders tegenover zich te krijgen.” Ook financieel heeft Unit 4 Agresso zijn zaken goed op orde. Zo beschikt het bedrijf over een vaste stroom inkomsten door accounts in de gezondheidszorg en overheid, sectoren die relatief bestendig zijn tegen conjunctuurschommelingen. Vorig jaar kende het bedrijf bovendien wederom een gezonde operationele cashflowontwikkeling.

 

Vet op de botten

“We beschikken over voldoende vet op de botten”, concludeert Andeweg. “Dit stelt ons in staat om te blijven werken aan vernieuwing. We besteden twintig procent van de omzet aan innovatie. En ongeveer een derde van ons personeel houdt zich bezig met R&D. De geplande upgrades en nieuwe releases komen dan ook gewoon op de markt. Ook blijven we investeren in onder meer SaaS, een service die vooral binnen het mkb aan populariteit wint. Voor onze klanten binnen die sector maken we onze applicaties ook online toegankelijk.” Volgens Andeweg bepaalt echter niet alleen innovatie hoe een bedrijf door een recessie komt. “Je moet ook kritisch naar je eigen functioneren durven kijken”, stelt hij. “Ieder jaar laten we daarom een onafhankelijk onderzoeksbureau een meting naar onze klanttevredenheid uitvoeren. Dit onderzoek geeft ons inzicht in wat we goed doen, maar ook op welke punten er ruimte voor verbetering is. Door die kennis in daden om te zetten, blijven we maximaal op de klant afgestemd.”

Subsidies versterken investeringskracht

Gebrek aan vernieuwing is funest voor de economische vitaliteit. Subsidies spelen dan ook een cruciale rol in het versneld waarmaken van investerings- en innovatieambities. PNO is met zijn ervaring en specialistische kennis de ideale partner bij het realiseren van dit subsidiesucces.

PNO draagt al een kwarteeuw bij aan het realiseren van subsidiesucces voor mkb, multinationals, non-profit- en publieke instellingen. Het helpt hiermee bedrijven en organisaties om door de inzet van subsidies hun ambities met een snellere doorlooptijd waar te maken. Het fullservice-subsidieadviesbureau is marktleider in Nederland en Europa, met vijfhonderd medewerkers en vestigingen in dertien landen. Volgens CEO Willem Zandbergen zijn subsidies een belangrijk instrument om de economische groei te waarborgen, ook in deze wat mindere conjunctuur. “Een van de manieren waarop de overheid haar agenda realiseert, is het beschikbaar stellen van subsidies”, licht hij toe. “Ze stimuleert daarmee bijvoorbeeld investeringen en innovaties in het bedrijfsleven om de economische groei te waarborgen.” Als voorbeelden noemt Liesbeth Kraaijveld, algemeen directeur van PNO Nederland, de WBSO en het Innovatiekrediet. “De staatssecretaris van Financiën heeft voor 2010 een extra verruiming van de WBSO in het leven geroepen. Er maken al zeer veel bedrijven gebruik van deze laagdrempelige en populaire stimuleringsregeling voor speur- en ontwikkelingswerk – zeg maar R&D. Dankzij de tijdelijke verruiming wordt investeren in R&D in 2010 zeker voor het mkb alleen maar aantrekkelijker.

Ook krijgt het Innovatiekrediet, een regeling voor enigszins risicovolle technische ontwikkelingsprojecten met commerciële potentie, een extra stimulans: het budget wordt volgend jaar verhoogd naar 48 miljoen euro. Vooral grotere bedrijven die willen investeren in duurzame innovatieprojecten kunnen hiervan profiteren.” “Wij zien dagelijks dat juist bedrijven en organisaties die flexibel zijn en durven te vernieuwen zo hun eigen kansen creëren”, vult Zandbergen aan. “Dit stimuleert ons enorm om ook andere bedrijven te faciliteren in het waarmaken van hun ondernemingsdoelstellingen. Dit doen we door hun ambities te identificeren en vervolgens aansluiting te zoeken bij relevante subsidieprogramma’s. Dankzij onze schaalgrootte, onze specialisten en onze contacten met subsidieverstrekkers hebben wij meer dan eens klanten kunnen helpen om projecten die aanvankelijk financieel niet haalbaar leken, alsnog te realiseren.”

Succes dankzij samenwerking

Een van de manieren waarop de overheid de economie blijvend wil versterken, is het creëren van partnerschappen. Dat doet zij onder andere door aan bepaalde subsidieregelingen een samenwerkingseis te verbinden. “Een waardevolle strategie”, aldus Kraaijveld. “Samenwerken is een krachtige formule om baanbrekende zaken te realiseren. Nederland kent talloze kenniscentra en universiteiten die binnen hun specifieke competenties een waardevolle bijdrage kunnen leveren. Te denken valt natuurlijk aan onderzoek, maar ook aan de realisatie van vernieuwende concepten en een succesvolle marktintroductie van producten of diensten. Deze synergie kan overigens net zo goed tussen collega-bedrijven plaatsvinden! Met grote regelmaat brengen wij partijen bij elkaar die gezamenlijk projecten opzetten. Die collectieve inspanning vergroot op zichzelf al de kans dat een project gerealiseerd wordt, maar brengt ook nog eens subsidies eerder binnen bereik. Dan merken wij dat onze dienstverlening haar vruchten afwerpt en daadwerkelijk leidt tot subsidiesuccessen.”

Excellente subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag vraagt om tijd en de juiste kennis. Ondernemingsambities worden geïdentificeerd en vervolgens beoordeeld op een match met duizenden snel veranderende en vaak complexe regionale, nationale en Europese regelingen. Veel ondernemingen hebben hiervoor niet de vereiste knowhow in huis. “Met vijfhonderd medewerkers beschikken we over specialisten in alle sectoren binnen zowel het bedrijfsleven als de publieke sector”, illustreert Kraaijveld de kracht van PNO. “Vaak betrekken relaties ons al bij de eerste gedachtevorming rond een project. Dat stelt ons in staat om mee te denken en het project zo te helpen vormgeven dat subsidies in beeld komen die anders buiten beschouwing zouden zijn gelaten. Daar komt bij dat wij vaak ruim van tevoren zijn geïnformeerd over de impulsen die de overheid wil geven. Zo kunnen wij onze klanten tijdig informeren over subsidiabele kansen en de bijbehorende randvoorwaarden. Ook kunnen we een haalbaarheidsanalyse en plan van aanpak opstellen. Dankzij deze methodiek is het percentage aanvragen waarop subsidie wordt toegekend, de zogeheten excellente aanvraag, relatief hoog.”

Verdrievoudiging rendement

Het resultaat van een geslaagde subsidieaanvraag is de toekenning van een bepaald bedrag. Maar daarmee wordt het geld nog niet uitgekeerd. “De subsidieverstrekkende instantie stelt ook eisen aan de uitvoering van het subsidiabele project”, licht Kraaijveld toe. “De aanvrager moet dus kunnen aantonen dat hetgeen hij heeft voorgesteld te doen ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. De administratieve verplichtingen die hierbij horen, leggen vaak een extra druk op de financiële afdelingen van bedrijven. Ook hier bieden we passende oplossingen voor. Zo kan PNO worden ingehuurd voor het opzetten en desgewenst uitvoeren van de projectadministratie. Het is tevens mogelijk om het financieel-administratieve proces dat gepaard gaat met subsidierealisatie te outsourcen.” “Voor elk bedrijf geldt dat focus tot succes leidt”, vult Zandbergen aan. “Onze werkwijze ontlast onze klanten van werkzaamheden die niet tot hun primaire taken behoren. Door hen te helpen op zo efficiënt mogelijke wijze subsidies te verkrijgen voor het realiseren van hun doelstellingen, kunnen zij zich concentreren op hun kernactiviteiten. Zo wordt het subsidierendement als het ware verdrievoudigd.”