Auteur: Marcellus Visser

LinkiT groeit en biedt totaaloplossingen aan

LinkiT is een fullservice-ICT-dienstverlener gespecialiseerd in managed services, outsourcing, systeem- & applicatiebeheer en detachering van ICT-professionals. LinkiT levert opdrachtgevers een hoogwaardig en compleet pakket aan ICT-diensten om hen te ondersteunen bij het inrichten, beheren en inzetbaar houden van hun ICT-infrastructuur.

“Wij bieden klanten totaaloplossingen aan”, verklaart directeur Eelco Orsel. “Dat zijn complete oplossingen, of dat nou het inzetten van mensen is op basis van detachering of op basis van resultaatverplichting. De drie primaire pijlers van LinkiT zijn detachering, managed services en systeem­ & applicatiebeheer. Daaromheen leveren we ook de benodigde ondersteunende diensten voor deze primaire pijlers, zoals projectmanagement, consultancy, het bouwen van software, het leveren van hardware, software en/of verbindingen en het faciliteren van die oplossingen. Voorbeeld: je kunt systeembeheer op locatie bij de klant uitvoeren of je kunt zeggen dat remote beheer goedkoper is door middel van een hostingoplossing op basis van een managed service. Veel gemeenten en lagere overheden hebben hun volledige ICT nog op locatie staan, daar waar wij op het gebied van hosting kwalitatief goede oplossingen tegen lage kosten aanbieden.”

Een functionele strategie

Directeur Angelique Nijssen legt uit waar de strategie van LinkiT op is gebaseerd. “Het gaat om de dingen doen waar je goed in bent. De diensten die wij leveren zijn echt in aparte groepen neergezet. Zo houdt één businessunit zich alleen maar bezig met detachering; managed services gebeurt vanuit een ander onderdeel. Dit alles vanuit de gedachte dat we onze business eenvoudig, snel en goed moeten houden. Zaken simpel terugbrengen en focussen.”

Orsel vult aan: “Focus is heel belangrijk. Wij richten ons bij detachering vooral op de topduizendbedrijven en we acteren daar ook naar; daarin hebben we volume. Hetzelfde geldt voor managed services, dat zich richt op de markt van bedrijven met tussen de vijftig en vijfhonderd werkplekken. In dit werkgebied willen we een nog belangrijkere speler worden. Het systeem­ & applicatiebeheer leveren we vanuit verschillende accountteams voor het mkb en voor de ‘large accounts’. De dienstbehoefte in beide marktsegmenten is verschillend en door jaren ervaring hebben we veel specifieke kennis opgebouwd waardoor we onze klanten goed en snel kunnen bedienen. Hier richten we onze strategie ook op, met een prima resultaat. Wij zijn een ICT­bedrijf dat groeit; we nemen mensen aan en dat doen niet zo veel bedrijven op dit moment.”

Diensten voor de overheid

Binnen de overheid heeft LinkiT enkele grote klanten. Nijssen: “Op het gebied van detachering werken wij onder meer voor IVENT, onderdeel van het Ministerie van Defensie, Wigo4it, een ICT­dienstverlener waarin de sociale diensten van de grootste gemeenten samenwerken, en het Kadaster. Wij kunnen alle overheden onze diensten aanbieden. De kracht van onze organisatie is dat we detachering als een vak zien. De klant heeft een vraag, wij vullen die in. Dit is een specialisme waarin we jaren ervaring hebben, waardoor we snel en goed kunnen acteren. Volgens onze klanten leveren we de juiste kennis en competenties voor een uitstekende prijs­kwaliteitverhouding. De klant heeft één vaste contactpersoon bij ons: de accountmanager. Het maakt niet uit hoe moeilijk de vraag van de klant is, wij kunnen altijd goede specialisten leveren!

Dit garanderen we doordat we naast ons vaste personeel over een uitgebreid netwerk van gespecialiseerde freelancers beschikken dat we door de jaren heen hebben opgebouwd.” Orsel: “Wij leveren op dit moment aan een aantal gemeenten een business­intelligence­applicatie en we spreken met die gemeenten ook over detacheren en verdere uitbreiding van de samenwerking met onze resultaatverantwoordelijke diensten. Onze kracht is dat onze medewerkers en accountmanagers de klanten kennen. Ze begrijpen hun missie. Je kunt geen mensen leveren als je niet begrijpt wat deze klant doet, wat er bij de cultuur van zo’n klant past; wij zijn heel branchegericht. We zien op dit moment dat de overheid diverse oplossingen vraagt en LinkiT kan die totaaloplossing leveren. Wij richten ons niet op één marktsegment. We zitten breed in de markt, waardoor we breed werken, maar ons toch op onze drie primaire pijlers focussen en daar horen verschillende producten en diensten bij.”

Werken met kampioenen

Onlangs sloot LinkiT een sponsorcontract met de Canadese schaatsbond Speed Skating Canada. Het contract loopt tot en met de Olympische Winterspelen 2010 in Vancouver, Canada. De sponsoring betreft zowel de langebaan­ als de shorttrackschaatsers, en Angelique Nijssen ziet overeenkomsten: “Voor ons is sponsoring een erg mooie manier om onze naamsbekendheid te vergroten. Je kunt ons werk vergelijken met topsport: wij willen ook de beste zijn. We zijn altijd al bezig geweest met sport, maar we wilden ons nu eens wat meer daarin uiten en toen bleek dat de schaatssport erg goed bij ons paste. Schaatsen is in Nederland een heel populaire sport en wordt hier veel bekeken. Het is een teamsport, want je moet toch dingen samen doen, maar het gaat ook om de individuele kennis en kwaliteiten. Dat ligt erg dicht tegen de IT­wereld aan; het is een technische sport, het gaat om slagvaardigheid en snelheid. Het is een bewuste keuze en sluit heel erg aan bij onze ambities. Wij willen met kampioenen werken en de Canadese ploeg zit vol met kampioenen.”

LinkiT Group B.V.

Rijnzathe 9, 3454 PV De Meern

Postbus 13130, 3507 LC Utrecht

Telefoon: (030) 265 02 65

Fax: (030) 265 02 85

E-mail: info@linkit.nl

www.linkit.nl

ICT bij Defensie: professionaliteit en nieuwe ontwikkelingen

IVENT levert, als onderdeel van Defensie, informatievoorziening en ICT, op kantoor en in het veld. Ruim drieduizend medewerkers werken mee aan de beste technologische oplossingen. Dat doen ze vierentwintig uur per dag: voor Defensie, maar ook voor ketenpartners binnen de openbare orde en veiligheid.

“Informatietechnologie wordt steeds belangrijker voor iedere moderne organisatie, dus ook voor Defensie”, licht Jacques Wetzels van het onderdeel Dienstverlening het belang van de ICTorganisatie toe. “Dat geldt niet alleen voor grote bedrijfsvoeringsprocessen, maar vooral ook voor het operationele domein. Daar hoort ontzettend veel technologie en organisatie bij, en op die manier maken wij Defensie vooral efficiënter en effectiever.” Majoor Anton Imminga van het onderdeel Operations vult aan: “Een juiste, tijdige en betrouwbare informatievoorziening is een cruciale schakel in de defensieketen. Die brengt mensen samen en leidt tot een betere en snellere vorm van besluitvorming. Kortom, een vorm van dienstverlening die voor onze klanten essentieel is. Dat is een mooi doel om aan bij te dragen.” De maatschappelijke relevantie van deze ICT-organisatie is dat Defensie steeds meer te maken krijgt met een gevoelig snijvlak tussen politieke ambities enerzijds (denk aan de Nederlandse bijdrage in tal van vredesoperaties) en de beheersing van kosten anderzijds (de recente miljoenennota spreekt boekdelen). Wetzels: “Het is meer dan ooit een uitdaging om de razendsnelle technologische ontwikkelingen te blijven volgen binnen maatschappelijk acceptabele kosten. Wij leveren met slimme inzet van ICT absoluut een bijdrage om Defensie kostenefficiënt te laten werken en dragen er direct toe bij dat de militairen in het veld ondersteund worden in het bereiken van resultaten. Daar zijn we best trots op.”

Uitdaging en ambitie

Imminga en Wetzels zijn nieuwe medewerkers en leggen uit wat hun keuze voor IVENT en daarmee voor Defensie heeft bepaald. Imminga: “Ik ben hier werkzaam sinds juni 2009 en daarvoor heb ik altijd bij de klant in het operationele domein gewerkt. Daar ben je erg gefocust op operationele inzet in relatie tot ICT: wat willen we bereiken, welke informatie hebben we daarvoor nodig en welke middelen zetten we daarvoor in? Het werken bij de interne leverancier is van een volstrekt andere dimensie. Ik ben wel blij dat ik die klantervaring kan inbrengen binnen de leveranciersorganisatie. Het is mijn persoonlijke ambitie om de wereld van de leverancier daaraan te kunnen koppelen.” Wetzels: “Wat mij heel erg aantrekt zijn vooral de omvang en het bijzonder interessante speelveld waarin je jezelf hier begeeft. Alles is hier groot: heel veel complexe technologie en de organisatie moet zich voortdurend aanpassen aan allerlei ontwikkelingen. Ik ben erachter gekomen dat je de uitdagingen die je hier vindt nergens anders tegenkomt. Het is vooral zo aantrekkelijk om hier te werken door de combinatie van professionaliteit met steeds nieuwe ontwikkelingen en de vele mogelijkheden om jezelf hier te ontplooien. Door de omvang van de organisatie en de steeds nieuwe gebieden waarin Defensie informatietechnologie ontwikkelt, is het aantal doorgroeimogelijkheden enorm. Je kunt dus voor jezelf iedere keer nieuwe uitdagingen creëren om door te groeien. De opleidingsmogelijkheden zijn prima en Defensie volgt de ontwikkelingen in de technologiemarkt. Vaak ontstaan daardoor weer nieuwe functies.”

Grootte biedt kansen

Binnen Dienstverlening is het erg belangrijk om te kijken wat er echt nodig is aan functionaliteit en aan diensten die de klanten willen afnemen. Wetzels: “Er is altijd een spanningsveld tussen de vragen die op een ICT-organisatie afkomen en wat je aan diensten kunt leveren. De vraag overstijgt altijd het aanbod. Dienstverlening profileert zich door ervoor te zorgen dat de juiste prioriteiten worden gesteld in dat capaciteitsvraagstuk. Daarin zoeken we steeds meer de relatie met de defensieonderdelen en de beleidsverantwoordelijken om gezamenlijk de juiste plannen te trekken voor de langere termijn. Binnen Dienstverlening zien we het als onze corebusiness dat de juiste dingen op het juiste moment gebeuren. Wij slaan een brug tussen wat de bedrijfsvoering nodig heeft en wat technologie mogelijk maakt. Dat is in één zin waar Dienstverlening voor staat.”

Majoor Imminga haakt hierop in door de vier hoofddoelstellingen van Operations te onderstrepen: “Happy Customers, wat natuurlijk goed aansluit bij het voorportaal van Dienstverlening, Financially Healthy, Future Proof en A Great Place To Work. Op basis van deze doelstellingen werken wij voortdurend verder aan de kwaliteit, de transparantie en de voorspelbaarheid van onze producten en diensten. Dat is vooral mensenwerk en daar draait het om. We doen het allemaal zelf.” Jacques Wetzels onderstreept nog de relevantie voor mensen die zich willen oriënteren op een baan binnen Defensie en de ICT: “Door de enorme omvang en complexiteit vind je hier een dienstverleningsorganisatie die vrijwel nergens in Nederland een equivalent heeft qua grootte. Honderden mensen houden zich hier fulltime bezig met functionele beheersprocessen, planprocessen, architectuur en financiële processen die rond ICT georganiseerd zijn. Die zorgen ervoor dat de klanten inderdaad dat krijgen wat ze nodig hebben. Mensen die zich oriënteren op een functie gericht op hun competenties en doelstellingen biedt dat hier ontzettend veel kansen om een functie op maat te vinden. Defensie onderscheidt zich daarin en besteedt daar ongekend veel aandacht aan.”

_________________

Ministerie van Defensie

CDC, IVENT

Binckhorstlaan 135

2516 BA Den Haag

Postbus 20703

2500 ES Den Haag

Telefoon: (070) 339 78 38

Fax: (070) 339 78 43

E-mail: ivent.com@mindef.nl

www.defensie.nl/cdc/ivent/

Migraties laten slagen is een vak

Hoe komt het dat migratietrajecten in grote organisaties zo vaak geplaagd worden door vertragingen en kostenoverschrijdingen? Volgens Migration Match moet je migreren niet als een automatiseringsproject benaderen, maar vooral als een businesscase vanuit de klantorganisatie. Met een centrale, gemandateerde regie, met alle expertise aan dek en aandacht voor de business.

Het is bij veel grote organisaties nog steeds bittere realiteit: migraties die uitdraaien op jarenlange trajecten, budgetoverschrijdingen en torenhoge frustraties bij management en medewerkers. Jeroen Wijnen, algemeen directeur bij Migration Match, heeft het van dichtbij meegemaakt en legt de vinger op de zere plek: “Het gaat fout wanneer je een planning neerlegt, nog voordat je een duidelijk beeld hebt van je vertrekpunt. Dus wanneer je nog niet precies weet hoe het ICT-landschap eruitziet en wat de business nou écht nodig heeft. De mensen die uiteindelijk met de nieuwe ICT hun werk moeten kunnen doen, die mág en kún je gewoonweg niet buiten beschouwing laten. Laat hen aangeven wat ze nodig hebben om hun werk te doen. Leg het ze niet op en luister goed. Betrek de business erbij gedurende het hele traject.” Een andere valkuil is volgens Wijnen dat IT’ers vaak denken dat ieder traject een project is. “Alsof het niet uitmaakt wat het project behelst, als je het maar een project noemt. Het gevaar is dat je een totaal verkeerde benadering kiest. Dat je, zonder vooraf te weten wat de impact van een migratie is, in het begin verkeerde inschattingen maakt die de klant later zullen opbreken. Bovendien zijn IT’ers geneigd om te denken in standaarden. Juist voor migraties ligt de werkelijkheid gecompliceerder. Die complexiteit wordt vaak ontzettend onderschat.”

Ken de valkuilen

Als ervaringsdeskundigen en specialisten in grootschalige werkplekmigraties weten ze bij Migration Match waar ze het over hebben. Door de jaren heen heeft het bedrijf uit Voorschoten een rijke ervaring opgebouwd met migraties voor organisaties met grote namen. Hun aanpak onderscheidt zich door daadkracht en aandacht voor de business. Een tegenstelling? “Het zijn twee kanten van dezelfde medaille”, zegt Wijnen. “Wij onderscheiden ons door de regie te voeren over het complete traject en hebben veel kennis in huis over hoe je migraties succesvol uitvoert. Onze migratiemanagers schakelen permanent tussen de businessmanagers, lokale servicemanagers, de lokale of externe IT-organisatie en de gebruikers. Zij weten precies wat daar gebeurt. Dat is ook nodig, want een transitie of een migratie is het moeilijkste ICT-traject dat er bestaat. Wij hebben mensen in dienst die verscheidene migraties achter de kiezen hebben, die de valkuilen kennen en deze kunnen voorkomen.”

Chunken en timeboxen

Jeroen Wijnen legt uit hoe Migration Match te werk gaat: “Steevast beginnen we met een grondige inventarisatie. We raadplegen bronsystemen en leggen die informatie vervolgens vast in ons eigen migratiemanagementsysteem. Die informatie maken we inzichtelijk voor de gebruiker.” Na de inventarisatie brengt Migration Match een nieuwe structuur aan door logische groepen te formeren van gebruikers met hun applicaties, data en hardware. Wijnen: “Dat noemen we chunken, opdelen in hapklare brokken. We doen niets anders dan de complexiteit van een grote organisatie – met haar veelheid aan applicaties en gebruikers – terug te brengen naar de menselijke maat. Eén zo’n chunk doorloopt een vastgesteld, getimeboxt proces. Onze migratiemanagers zorgen ervoor dat die chunk migratierijp wordt gemaakt, en bekijken per fase wat er gedaan moet worden voor een succesvolle migratie. Je moet het zien als een lopende band waarop de chunks elke week een stukje opschuiven, op weg naar de uitrol.”

De benadering van Migration Match is succesvol gebleken door de jaren heen. Maar de kracht van het bureau uit Voorschoten zit volgens Wijnen niet alleen in hun unieke methode. “Wij hebben ervaren migratiemanagers die dicht bij de business staan. Zij borgen de ondersteuning voor de primaire processen. Daarom zien wij migraties niet als een technisch project, maar als een organisatorisch traject. Het draait om commitment van de business. Dat is cruciaal om de juiste keuzes te kunnen maken in alles wat er wordt gebruikt op IT-gebied en om daarin juist te schonen. Hoe beter je dat doet, hoe sneller je zult migreren en hoe meer schaalvoordeel, efficiency en effectiviteit je bereikt.”

Selecteer streng

Drie vuistregels om een goede migratiepartner te selecteren:

1. Bezint eer ge begint: zet grote vraagtekens bij partijen die al aan het begin van het traject een detailplanning leveren.

2. Migreren is een vak: selecteer voor de projectorganisatie uitsluitend managers met aantoonbare migratie-ervaring in een soortgelijke omgeving en complexiteit.

3. Het begint en eindigt bij de business: wees alert bij partners die de techniek als hoofdzaak zien.

Kamer van Koophandel informeert en ondersteunt

Iedere ondernemer wil verder komen met zijn zakelijke ambities. Daarom zijn ondernemers altijd op zoek naar partijen die hen daarin kunnen ondersteunen. De Kamer van Koophandel speelt hierin graag een rol.

“De Kamer van Koophandel ondersteunt ondernemers om verder te komen met het realiseren van hun zakelijke ambities”, verklaart Hoofd Marketing Arjan Veninga de meerwaarde van de KvK. ”Dat doen wij door ondernemers te informeren en te ondersteunen. Bij ons zijn ze aan het juiste adres als ze zakelijk aan de weg timmeren. Wij bieden essentiële informatie en ondersteunen daar waar mogelijk.”

 

Makkelijk toegang

Een ondernemer heeft veel informatie nodig om zijn werk goed te kunnen doen. Zo zal hij moeten weten wat er allemaal komt kijken bij het goed runnen van een bedrijf, maar wil hij ook graag weten waar zijn potentiële klanten zitten en hoe het staat in zijn branche. “Wij geven ondernemers makkelijk toegang tot alle noodzakelijke informatie”, zegt Hoofd Verkoop Sanjai Bissumbhar. “Zo heeft iedere ondernemer online toegang tot de meest actuele recente bedrijfsinformatie om te onderzoeken waar kansen liggen of waar concurrenten zich bevinden. Ondernemers hebben aangegeven dat ze behoefte hebben aan een makkelijk en goed toegankelijke KvK. Daarom wordt de informatie zo veel mogelijk op verschillende manieren aangeboden. Niet alleen online, de (potentiële) ondernemer kan ook langskomen op een van onze vijftig kantoren of telefonisch om informatie vragen. Ook kunnen ondernemers nu met elkaar informatie uitwisselen via onze onlinecommunity Hallo!”

 

Een van de vele activiteiten die de Kamer van Koophandel organiseert zijn de landelijke evenementen over grote ondernemersthema’s. Daarvan is de Startersdag, met dertigduizend bezoekers die graag een eigen bedrijf willen beginnen, een expliciet en bekend voorbeeld. Arjan Veninga: “Ook organiseren wij de Themadag ‘Wetten en Regels’. Dat is voor elke ondernemer interessant, want of je het nou ziet als een bedreiging of een kans, slim omgaan met wetten en regels kan veel voordeel opleveren. Die themadag wordt begin december gehouden op twintig locaties door het hele land.”

 

Duidelijke onafhankelijke taal

Onderzoek wijst uit dat ondernemers het als bijzonder prettig ervaren dat ze informatie krijgen van een niet gebonden, betrouwbare en deskundige partij. Alleen dan kan deze informatie direct worden gebruikt. Veninga: “Ondernemers moet je niet benaderen met wetenschappelijke taal. Wij vinden dat het zo concreet mogelijk moet zijn. Wij zijn er tenslotte voor ondernemers. Wij vragen onze klanten dan ook altijd wat ze precies willen weten, zodanig dat wij een goed antwoord hebben. En als we het antwoord zelf niet weten, dan wijzen we de ondernemer in de goede richting.” Tegenwoordig is informatie overal verkrijgbaar. Maar hoe vind je als ondernemer in de wirwar van mogelijkheden nu objectieve en kwalitatieve informatie? De Kamer van Koophandel is een onafhankelijke vereniging en heeft juist als doel om deze te leveren. Veninga vervolgt: “Het is ook erg prettig om te merken dat ondernemers onze informatie zo goed waarderen.”

 

Ten dienste van ondernemers

Ondernemers moeten kunnen opereren in een omgeving die zo gunstig mogelijk is om van hun zaak een succes te maken. Daar werkt de Kamer van Koophandel hard aan mee, door allerlei projecten op te starten of door mee te werken aan projecten die het ondernemersklimaat positief beïnvloeden. Een goed voorbeeld hiervan is de bereikbaarheid van bedrijfsterreinen of vraagstukken rondom de verkeersproblematiek. Veninga zegt: “Hoewel onze acties vaak niet zichtbaar zijn, zijn deze van essentieel belang voor een goed werkend ondernemersklimaat. Want met te veel tegenwind kom je niet ver. We proberen dan ook zo veel mogelijk invloed uit te oefenen op de betrokken partijen, waardoor wij de ondernemer indirect ondersteunen in zijn zakelijke ambities.”

 

In Nederland zijn er meer dan één miljoen ondernemingen actief. Van groot tot klein, in verschillende branches en met verschillende rechtsvormen. Daarmee is iedere ondernemer uniek. Toch is de Kamer van Koophandel er voor elke ondernemer. “De KvK is de bron als het gaat over alle gegevens van alle bedrijven in Nederland”, benadrukt Bissumbhar. “De bedrijfsinformatie die wij beschikbaar stellen, is eenvoudig toegankelijk voor zowel de zzp’er als de multinational met duizenden werknemers. Maar ook voor particulieren en overheidsinstanties. Het is vrij uniek dat een ongebonden organisatie de registratie en de gegevensverstrekking van álle Nederlandse bedrijven zo heeft geregeld. De processen rondom die informatievoorziening moeten goed geregeld zijn”, licht Bissumbhar toe.

 

”De bedrijfsinformatie wordt namelijk vaak gebruikt in zogenaamde bedrijfskritische processen, zoals het verlenen van leningen of contracten. Daarmee vervullen we een belangrijke behoefte van elke ondernemer. Ons grote voordeel hierbij is dat wij een ware dienstverlener kunnen zijn zonder enig winstbejag. Hierbij staat de wens van de ondernemer voorop en wordt het mogelijk om deskundige en onafhankelijke informatie en ondersteuning te geven.” Veninga besluit: “Eigenlijk willen wij iedereen uitnodigen om – persoonlijk of via de website www.kvk.nl – te ervaren hoe gemakkelijk het is om relevante informatie te vinden. Het is zonde dat nog niet iedereen daar volledig gebruik van maakt. Want net dat stukje extra informatie kan een groot verschil uitmaken.”

Logius (voorheen GBO.Overheid) laat zien dat het concrete resultaten boekt

De gemeenschappelijke beheerorganisatie Logius ( voorheenGBO.Overheid) biedt publieke dienstverleners een samenhangende ICT-infrastructuur, zodat burgers en bedrijven betrouwbaar, snel en gemakkelijk elektronisch zaken met hen kunnen doen. GBO.Overheid past binnen het streven van de overheid om de dienstverlening aan burgers en bedrijven te verbeteren.

“Wij ontzorgen organisaties met een publieke taak als het gaat om standaard-ICT-oplossingen en dan met name in de primaire processen”, zegt directeur Steven Luitjens van GBO.Overheid. “Je ziet steeds meer gebruik van ICT bij het zakendoen van burgers en bedrijven met de overheid.”GBO.Overheid beheert een aantal basisvoorzieningen die vallen binnen het Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid (NUP), waar Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen aan deelnemen. Luitjens:“De grote kracht van het NUP is dat een aantal projecten, die al her en der rondzwierven, in één ordelijk geheel zijn gezet, dat ze van deadlines zijn voorzien en dat we als overheid nu vrij programmatisch toewerken naar het afmaken van een heleboel dingen die al heel lang in de pen zitten. Voor GBO.Overheid is dat een enorme kans, omdat wij een groot aantal basisvoorzieningen uit het NUP beheren of gaan beheren. Het NUP maakt ons dienstenaanbod completer en daarmee aantrekkelijker.”

Standaardisatie van systemen

GBO.Overheid beheert een aantal basisvoorzieningen die in het NUP staan. Luitjens legt uit: “Op dit moment beheren we de producten DigiD voor burgers, DigiD voor bedrijven en de Overheidsservicebus. Dit jaar komen daar de Gemeenschappelijke Machtigingsvoorziening, de Stelselcatalogus (onderdeel van de Gemeenschappelijke Ontsluiting Basisregistraties), de Terugmeldfaciliteit en MijnOverheid.nl bij. Zo beheren we straks basisvoorzieningen die vallen in de categorieën E-authenticatie, E-toegang en E-informatie-uitwisseling van het NUP. Daarnaast hebben we ook nog andere producten die niet in het NUP staan, maar wel van belang zijn voor de e-overheid. Denk aan de Overheidstransactiepoort en PKIoverheid. Wij zijn inmiddels voor 414 overheidsorganisaties  dé toegang tot de elektronische overheid. Steeds meer uitvoeringsinstanties zijn in hoog tempo van ons afhankelijk en stellen ook steeds hogere eisen aan de kwaliteit die wij leveren.”GBO.Overheid focust zich op dienstverlening en interoperabiliteit.

Luitjens: “Wij helpen overheden simpelweg om kosten te besparen en dat zijn niet de minste. Overheidsorganisaties zijn meer en meer onderdeel van netwerken en ketens. Een van de struikelblokken is vaak dat systemen onderling niet kunnen samenwerken en dan hebben we het over technische, semantische en procesmatige interoperabiliteit. Onze processen moeten op elkaar afgestemd zijn en daar zijn wij permanent mee bezig. Wij zijn ook de thuishaven van het Bureau Forum Standaardisatie, het secretariaat van het Forum en College Standaardisatie, dat afspraken maakt over standaarden.”

Met het NUP willen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen aan de hand van concrete projecten zichtbaar maken hoe de infrastructuur van de e-overheid kan helpen efficiënte dienstverlening te realiseren. Luitjens juicht dit toe: “Het grote voordeel hiervan is dat je daarmee aan de samenleving kunt laten zien dat wat wij doen zoden aan de dijk zet en dat we concrete resultaten aan het boeken zijn. Er is geprobeerd om een brede range van projecten te pakken: er zijn projecten op het gebied van sociale zekerheid, de zorg en de wereld van het vastgoed. Daarmee wordt inzichtelijk gemaakt wat wij nou eigenlijk willen doen aan de modernisering van de overheid.”

 

Green government

Green government plaatst de missie van GBO.Overheid in een nieuw daglicht volgens Steven Luitjens: “Volgens allerlei onderzoeken gaat het energieverbruik door toepassing van ICT dit jaar zelfs het energieverbruik door vliegverkeer voorbij. Aangezien toepassing van ICT onze corebusiness is, hebben wij gezegd dat wij gaan zorgen dat we dat zo goed mogelijk gaan doen. Maar de echte winst zit in groene procesontwikkeling. Wij hebben in ‘groen’ eigenlijk een aanvullende[tekst ontbreekt]

Cashmanagement als middel om kredietcrisis te bestrijden

Accountants-, advies- en belastingadviseurskantoor Ernst & Young is ervan overtuigd dat cashmanagement van doorslaggevend belang is voor succes in tijden van zware recessie. Iedere onderneming moet een eigen koers varen en als die koers snel en efficiënt wordt uitgezet, kan concurrentievoordeel worden behaald.

“In deze tijd kun je zien wat een adviseur écht voor een klant kan betekenen”, zegt Managing Partner Assurance Giljam Aarnink van Ernst & Young. “Onze klanten zijn heel erg aan het veranderen. Uit een onderzoek van ons blijkt dat bijna al onze klanten bezig zijn met kostenreductie. Ze verwachten dan ook van een accountant en een belastingadviseur dat die met ideeën komen die tot kostenbesparing leiden. Een door onszelf ontwikkelde methode – gebaseerd op interviews met honderden topmensen uit het internationale bedrijfsleven – stelt ons in staat om een messcherpe analyse te maken van de situatie waarin een bedrijf verkeert. Door onze methode kan ieder bedrijf zich spiegelen aan collega-bedrijven. Voor iedere situatie hebben wij specifieke oplossingen. We zien dat de meeste behoefte aan advies bestaat op het gebied van cashmanagement. Een van onze belangrijkste speerpunten daarbij is multidisciplinaire samenwerking, omdat de hulp aan een klant in tijden van crisis het meest krachtig is als je dat zowel internationaal als met meerdere disciplines doet. Dan kun je ook gebruikmaken van de fiscale faciliteiten. Het combineren van kennis van belastingadviseurs, accountants en businessadviseurs is een heel krachtige combinatie.”

Multidisciplinair

Managing Partner Tax Kees van Boxel legt uit dat multidisciplinaire teams helpen met belastingstrategieën en met de internationale belastingregels, van vooruitplannen en rapporteren tot het onderhouden van goede relaties met de belastingautoriteiten. “Wij hechten er veel waarde aan dat er een goed contact is met de overheid. Wij denken dat onze klanten het meest gebaat zijn bij een adviseur die op de lange termijn denkt en die ook serieus wordt genomen door de overheid. We kunnen in dit verband heel snel schakelen met onze collega’s in het buitenland.” “Ernst & Young is veel internationaler gaan denken. Dat is een enorme omschakeling geweest; landsgrenzen zijn weggevallen”, verklaart Aarnink de samenvoeging van verschillende areas binnen het bedrijf. “We zijn veel beter dan voorheen in staat om kennis over te dragen, kosten te delen en mensen uit te wisselen tussen de verschillende landen.” Van Boxel vult aan: “Die internationalisering heeft ertoe geleid dat wij nu veel makkelijker jobs over de grenzen kunnen doen. Er zijn erg veel stappen gezet in het meedenken met de klant; veel meer dan voorheen delen we kennis. Nederland heeft veel kennis op heel veel terreinen en wij zetten nu onze specialisten in ten behoeve van andere landen. Maar de kostprijs van onze dienstverlening mag niet omhoog; die moet eerder dalen. Door het samenvoegen van grote clusters kun je een wezenlijke kostenbesparing realiseren. Het was in eerste instantie wel wennen voor ons, want je geeft je autonome positie op. We waren een globale organisatie waarin landsbelangen een belangrijke rol speelden. Nu werken we in een echt operationeel wereldwijde organisatie, een partnership, die meer centraal wordt aangestuurd. Dat is een enorme verbetering omdat we veel meer slagkracht hebben.”

Standhouden tijdens crisis

Ernst & Young besteedt heel veel aandacht aan de opleiding van zijn mensen, zowel van de fiscalisten als de accountants. Zij zijn specifiek op crisisondersteuning getraind, met het doel om brede kennis uit te dragen naar de klanten. Kees van Boxel legt uit wat Ernst & Young merkt van deze kredietcrisis en hoe daarin wordt standgehouden: “We zien zeer zwaar weer aankomen voor de hele economie. Je ziet momenteel dat het voor de klanten erg moeilijk is om aan cash te komen. In Europa heeft 82% een probleem om aan cashgeld te komen. Wij merken dat veel van onze klanten op het ogenblik buikpijn hebben. Ze willen graag met ons om de tafel zitten om te kijken wat ze kunnen doen. We proberen samen met hen extra kansen te creëren, om dingen te doen die anders veel lastiger zijn.

Er wordt met name geld vrijgemaakt voor projecten die direct cash opleveren. Eigenlijk hebben wij mazzel: door interne omstandigheden gedwongen zijn wij reeds eerder begonnen om naar onze eigen kosten te kijken. Afgelopen jaar hebben wij groei gerealiseerd, ook al hebben sommige onderdelen het moeilijk. Zo zijn er zeer weinig internationale transacties, weinig beursgangen, weinig overnames en weinig verkopen.” Giljam Aarnink benadrukt dat Ernst & Young door de goede relaties met de klanten het afgelopen jaar is gegroeid. “We hebben optimaal onze kostenstructuur aangepast; wij staan er goed voor, maar we bereiden ons voor op slecht weer. Het komende jaar moeten wij laten zien dat we naast onze klanten staan. Het komt er nu op aan dat de klanten kunnen overleven en daarbij moeten we hen echt terzijde staan.”

AKD kiest voor persoonlijke benadering

AKD Prinsen Van Wijmen, kortweg AKD, is een van de grootste advocaten- en notariskantoren in Nederland met een leidende positie bij grote en middelgrote bedrijven en bij de overheid. AKD heeft een persoonlijke benadering hoog in het vaandel staan.

Bestuursvoorzitter Bert Heikens legt uit wat AKD bijzonder maakt: “Wij hebben gekozen voor de ‘middle market’, ofwel de nationale markt. Door letterlijk dicht bij de klant te gaan zitten, onderscheiden wij ons van andere grote kantoren. We groeperen bewust niet op de Amsterdamse Zuidas, maar hebben vestigingen in de belangrijkste economische centra van ons land.” Medebestuurder Erwin Rademakers vult aan: “We hebben bijvoorbeeld Philips als klant. Een van de redenen waarom Philips voor AKD gekozen heeft, is dat we in Eindhoven met ons kantoor vlakbij zitten. Er worden dus geen kostbare uren verspild aan reistijd en ze krijgen bij ons dezelfde, zo niet een betere service.”

Betere match door diversiteit

AKD heeft een lange historie, maar bestaat in z’n huidige vorm zo’n tien jaar. Veel zaken zijn modern opgezet. Dat begint al bij de mensen. Heikens: “Wij geloven niet zo erg in het stereotiepe, eenvormige beeld van een jurist. Onze brede klantenkring vereist juist mensen met verschillende vaardigheden, zowel op het juridische als op het menselijke vlak. Wij kiezen daarom bewust voor diversiteit. In de praktijk levert dat een veel betere match op tussen de klant en onze advocaat of notaris.” Rademakers: “Wij bouwen een langdurige band op met de klant. Dat is een belangrijke taak voor al onze partners, uiteraard met ondersteuning van onze andere medewerkers. Je hebt één centraal aanspreekpunt en dat kan voor een specifiek probleem een collega inschakelen, maar de klant heeft altijd een vaste contactpersoon.” De nationale markt heeft behoefte aan hoogwaardige en efficiënte dienstverlening tegen een concurrerend tarief. AKD is daar al jaren optimaal op ingesteld. Bert Heikens licht dit toe: “Onze organisatie zit zo in elkaar dat we met compacte teams onze klanten een heel goede juridische ondersteuning kunnen bieden. In deze teams vervult een van onze partners meestal de centrale rol, zodat de lijnen naar de klant bijzonder kort zijn. Daarnaast maken we gebruik van de nieuwste hulpmiddelen op het gebied van ICT, waardoor we onze klanten optimaal kunnen bedienen. Een aantal van deze hulpmiddelen stellen we ook ter beschikking aan onze klanten, zodat zij zelf ook efficiënter kunnen werken. Deze aanpak leidt tot een tariefstelling die beduidend onder de bovenkant van de markt ligt.”

Recessie biedt kansen

Waar de middle market al veel langer kostenbewust juridische diensten inkoopt, gaan door de recessie nu ook grote bedrijven en multinationals veel kritischer naar de kosten kijken. Rademakers vertelt welke nieuwe kansen hierdoor voor AKD ontstaan: “Je merkt dat grote bedrijven die voorheen als een soort automatisme naar de internationale Magic Circle-kantoren gingen, ons nu ook om offertes vragen. Ze ontdekken dan dat ze dezelfde kwaliteit krijgen tegen lagere tarieven.”

Fullservice-dienstverlening

AKD koestert zijn positie op de middle market, omdat deze voor continuïteit en stabiliteit zorgt. Heikens: “De middle market vraagt om een brede fullservicedienstverlening en wij kunnen die als een van de weinige grote kantoren bieden. Dat past ook bij ons streven naar langdurige relaties met klanten. We doen daarom niet alleen fusies en overnames en arbeidsrecht, maar bieden als enige grote kantoor bijvoorbeeld ook een compleet pakket juridische diensten met betrekking tot handel, distributie en transport. Niet voor niets zitten wij met ons kantoor in Rotterdam in het hart van een van de grootste havens ter wereld en leveren wij juridische diensten aan grote spelers zoals Smit Internationale.” Rademakers vult aan: “Een vergelijkbaar verhaal geldt voor onze dienstverlening in de zorg en in de vastgoedmarkt. Klanten uit die sectoren kunnen voor al hun juridische diensten bij ons terecht en maken daar gelukkig ook veel gebruik van.” Tot slot wil Bert Heikens benadrukken dat de bestuursrechtpraktijk van AKD, die geconcentreerd is in Breda, de grootste in zijn soort is in Nederland. “Die praktijk werkt voor gemeenten, provincies en het Rijk, maar bijvoorbeeld ook voor ondernemingen uit de vervoerssector, zoals Prorail, en voor energiebedrijven, zoals E.ON, omdat die op veel vlakken met de overheid te maken hebben. Deze praktijk heeft een geweldige reputatie en is een van de thoughtleaders in Nederland.” Rademakers: “Die specialisaties zul je vergeefs zoeken bij veel andere kantoren, maar wij hebben ze allemaal in huis en daar kiezen wij nadrukkelijk voor. Die diversiteit brengt continuïteit en stabiliteit op de langere termijn met zich mee en het geeft veel dynamiek en energie.”

Vernieuwde instrumenten voor gedegen dienstverlening

PublicSpirit is een searchbureau dat topkader zoekt voor de publieke sector en voor maatschappelijke organisaties. Het verzorgt de werving van bestuurders, managers en specialisten en ook van toezichthouders en commissarissen.

PublicSpirit wil zich graag profileren als een gedegen leverancier van diensten: professioneel, betrouwbaar en stevig. “Het gaat erom dat je je inhoudelijke deskundigheid zichtbaar maakt”, zegt directeur Jetske Goudsmit van PublicSpirit. “De basis waarop we ons verder ontwikkelen blijft die gedegenheid, en datzelfde geldt voor onze inhoudelijke expertise. Ik denk dat wij ontzettend veel verstand hebben van het gebied waarin wij opereren. Iemand die bij ons in de zorgsector werkt als senior consultant, weet daar echt alles van; kent de ontwikkelingen binnen dat vakgebied op dit moment. Dat geldt ook voor de consultants die voor de overheid en de woningcorporaties werken. Maar we kijken natuurlijk wel naar wat we nog meer kunnen. Hoe kunnen we nog beter inspelen op vragen die er leven binnen de markt? Daarin zijn twee ontwikkelingen heel belangrijk. De eerste is de meer projectmatige aanpak: organisaties die tien tot vijftien vacatures hebben die ze willen invullen en ons vragen om dat hele traject van ze over te nemen. Dat kunnen wij erg goed. Het tweede product waar erg veel behoefte aan is, zijn de traineetrajecten, waarbij we jonge professionals zoeken voor organisaties en hen begeleiden bij hun ontwikkeling binnen zo’n organisatie.”

Revolutionair en vernieuwend

“Bij die projectmatige aanpak lopen wij qua expertise in Nederland voorop en dat merken we ook aan het feit dat wij veel van die opdrachten uitvoeren”, stelt directeur Terco van Heumen. “Maar onze instrumenten worden ook vernieuwd. We werken nu met een nieuw ontwikkelde methodiek, waarbij we niet alleen scherper de competenties van mensen kunnen beoordelen, maar tegelijkertijd effectief zorgen voor de ontwikkeling van die mensen. Dat is bijna revolutionair in de wereld van search en selectie! Dat je én projectmatig aanpakt én mensen zo ondersteunt dat je dit verbreedt naar meer mensen tegelijk en niet stopt als je ze geplaatst hebt. We brengen de verbinding aan tussen wat een organisatie wil en te bieden heeft, wat de kandidaat zelf al meebrengt en wat hij nog te ontwikkelen heeft. Dat instrument kunnen we vervolgens beschikbaar stellen aan die organisatie om dat weer te gebruiken bij vervolgbeoordelingen. En dat gecombineerd met de doorontwikkeling van onze consultants – die niet alleen ter zake kundig zijn, maar ook steeds meer inzetbaar zijn op plekken die niet oorspronkelijk hun stiel zijn – betekent dat PublicSpirit bestaat uit mensen die een meerwaarde weten te creëren.”

Goudsmit wijst in dit verband ook op de creatieve en vernieuwende researchfunctie die binnen PublicSpirit is ontwikkeld. “Wij hebben een team van researchconsultants opgebouwd dat kandidaten zoekt bij functies die moeilijk in te vullen zijn, maar we doen dat bij alle functies. Het team maakt per vacature een plan van aanpak, waarbij specifiek gezocht wordt naar de meest geschikte kandidaten. Dan wordt er niet alleen gezocht op bepaalde websites en in onze eigen database, maar ook middelen als Google Search, Facebook, LinkedIn en YouTube worden ingeschakeld. Al die middelen worden gebruikt om de geschikte kandidaten te vinden.”

Nieuwe uitdagingen

Bij PublicSpirit vinden ze dat er in tijden van economische krimp ook weer nieuwe mogelijkheden en uitdagingen ontstaan. Van Heumen: “We zien momenteel dat er meer spelers uit de private sector op de markt komen die het publieke domein betreden. Dat heeft ook wel effect op de prijzen: ze gaan dan prijsdumpen, en onze producten zijn natuurlijk niet goedkoper geworden. Kwaliteit kost altijd geld, maar je moet daar wel scherp op zijn. Je moet dus zorgen dat je relatiebeheer op orde is; zorgen dat je zichtbaar bent en dat je product herkend wordt.” Jetske Goudsmit benadrukt dat het wegvallen van bepaalde vanzelfsprekendheden alleen maar goed is.

“Het maakt weer nieuwe energie los, zet iedereen op scherp, is verfrissend en zorgt voor nieuwe ideeën en nieuwe creativiteit. Als wij ons werk goed doen, moeten we er misschien wat harder aan trekken, maar zo worden we weer opgeschud. Als je het hebt over onze bredere visie, namelijk het ondersteunen van de continuïteit van een organisatie en duurzaamheid in bedrijfsvoering, zijn dat begrippen die juist komen bovendrijven in deze tijd. Als je dat iets groter trekt, dan is dat alleen maar een goede zaak.”

Terco van Heumen merkt tot slot nog op: “In 2010 bestaat PublicSpirit tien jaar en we betrekken dan een nieuw kantoorpand. Dat is een nieuwe stap in onze ontwikkeling. We zijn dan nog beter geoutilleerd voor de komende tien jaar en we zijn langzamerhand een belangrijke partner in het publieke domein geworden.”

i³ groep verzorgt implementatie nSeries bij SCA

i³ groep integreert informatie-infrastructuren en is partner op het gebied van ontwerpen, bouwen, leveren en onderhouden van informatie-infrastructuren. i³ groep is een gespecialiseerde kennisorganisatie die in staat is om een flexibele en stabiele informatie-infrastructuur te realiseren en naadloos in de bestaande IT-infrastructuur te integreren.

SCA, producent van verpakkingen, absorberende hygiëneproducten, grafisch papier en massief houten producten, wilde in Nederland centrale dataopslag op meerdere locaties, waarbij de ene locatie kon dienen als uitwijk voor een andere locatie. Presales consultant Stephan Hudepohl van i³ groep is ook in Frankrijk geweest om bij SCA een implementatie van IBM nSeries te verzorgen. “SCA Frankrijk wilde een centraal back-upsysteem en tegelijkertijd klaar zijn voor disaster recovery. Dus als de ene site volledig verdwijnt, dat een andere site dan de taken op automatiseringsgebied kan overnemen. Met de nSeries hebben we de oplossing neergezet: data van de ene locatie worden via een kleine datalijn overgezet naar de andere kant.” Daarnaast kan de lokale back-up naar tape ook zeer snel worden gemaakt.

Beperkte bandbreedte opgelost

De connectie tussen de locaties in Frankrijk was op basis van IP met een beperkte bandbreedte, maar volgens Beheerder Infrastructuur Edwin Blom van SCA loopt dat nu goed. “Voor Frankrijk was er inderdaad het probleem dat er een beperkte bandbreedte is tussen de verschillende vestigingen om gedurende de nacht een kopie te kunnen maken.”

Hudepohl vult aan: “Voor andere oplossingen geldt dat de bandbreedte te weinig zou zijn, maar het gaat hier om een block-based transfer, wat inhoudt dat er zo min mogelijk data van de ene locatie naar de andere gaan.”

Vervolgens heeft i³ groep de Centrale Storage, op basis van IBM nSeries, op elke locatie geconfigureerd en met behulp van SnapMirror asynchroon data gerepliceerd naar een centrale locatie. Hudepohl: “Op iedere locatie worden snapshots genomen van de data. Als dat snapshot is genomen, worden alleen dié data verplaatst naar de andere locatie, zodat daar eenzelfde hoeveelheid data is. Behalve de diskruimte wilde men een snellere back-up. Die is er gekomen in de vorm van snapshotting op het apparaat zelf en een zogenoemde NDMP-kopie naar tape, waarmee we 120 MB per seconde halen.”

SCA is zeer tevreden en i³ groep heeft aangetoond dat de centrale back-up naar tape snel verloopt. Vanuit deze installatie zullen ook andere projecten gaan volgen en SCA overweegt de inzet van een Symantec Enterprise Vault-oplossing. Edwin Blom licht dat toe: “Voor de vestiging in Hoogezand zijn we bezig met een implementatie van Symantec Enterprise Vault voor archivering, omdat onze First Line Storage te snel volloopt. Met Enterprise Vault willen we dat naar een tweede laag gaan archiveren.”

Succesvolle samenwerking

Hudepohl: “SCA is van huis uit IBM-gericht. Als je kijkt naar de oorspronkelijke storage-oplossingen van IBM, dan hadden we dit niet kunnen realiseren. Maar sinds IBM de nSeries is gaan doen, waren we in staat om dit mét nSeries op te lossen. Dat is de keypoint van dit traject: we hebben echt elke afzonderlijke locatie exact gesized, gekeken wat daar echt nodig was en daarvan schatten we in dat SCA daar de komende drie jaar voldoende aan heeft.”

SCA is uitermate tevreden over de samenwerking met i³ groep. Edwin Blom: “We hebben met een aantal partijen om de tafel gezeten, maar zijn uiteindelijk met i³ groep in zee gegaan. IBM Frankrijk reageerde aanvankelijk slecht op de verzoeken van onze Franse collega’s. Daarna heeft i³ groep het initiatief genomen en dat heeft geleid tot de levering in Frankrijk.”

Ook voor de toekomst zien beiden nog samenwerkingsverbanden. Blom: “Onze doelstelling was een schaalbare, eenvoudig beheersbare installatie, zodat we door het bijplaatsen van disks vooruit kunnen, en daaraan voldoet de nSeries perfect. SCA heeft voor Nederland nog wel een installatie in gedachten, maar gezien de huidige economische situatie gaat dat misschien op iets langere termijn spelen. Dan denken we aan een andere Enterprise Vault-installatie, een nieuwe centrale tape-unit of nog een extra nSeries.”

Ook vanuit i³ groep gezien is de samenwerking met SCA erg goed verlopen. Stephan Hudepohl: “We hebben in Frankrijk een nauwe band gekregen. Behalve als presales consultant heb ik ook een achtergrond als consultant, wat inhoudt dat ik ook de installatie bij SCA heb uitgevoerd. Dat is ook voor SCA heel erg gunstig geweest, omdat degene die het plan heeft bedacht het ook werkelijk is gaan uitvoeren. Mede daardoor is het erg succesvol geweest.”