Auteur: Marcellus Visser

Focus op Het Nieuwe Dienstverlenen

Adviseurs en accountants van Flynth ondersteunen circa 35.000 bedrijven in het mkb, inclusief de land- en tuinbouw. Daarmee is deze organisatie de grootste Nederlandse accountants- en adviesdienstverlener voor zelfstandige ondernemers. Flynth werkt vanuit een regionaal kantorennetwerk met een landelijke dekking.

“Het mkb is de motor van de Nederlandse economie en wij willen er alles aan doen om die motor beter te laten lopen, samen met mkb-ondernemers en betrokken partijen als brancheorganisaties, overheden en banken. Dat kan zijn via de fiscale route, door verlaging van de belastingdruk en met fiscale stimulansen voor de ondernemer; via de juridische weg, door het afschaffen van alle overbodige regels; en via de financiële route, door te zorgen voor een werkend systeem van kredietverstrekking voor de ondernemer. Dat banken weer gemakkelijker lenen aan mkb-bedrijven, want daardoor staat Nederland stil”, aldus Wim Schipper, voorzitter van de Raad van Bestuur van Flynth. “Zekerheden vallen in rap tempo weg en daardoor heeft de ondernemer meer en meer behoefte aan advies. Dat houdt in dat hij over alle problemen en vraagstukken die te maken hebben met de bedrijfsvoering moet kunnen praten met zijn adviseur. Die adviseur is een klankbord, trekt samen met de ondernemer op, draagt actief bij aan oplossingen en staat de ondernemer bij met realtime managementinformatie en advies. Op het tijdstip en via het kanaal dat hem het best uitkomt: telefonisch, online of via mobiele applicaties. Wij willen de ondernemer zodanig versterken in het ondernemen dat hij de keuzes kan maken die goed zijn voor zijn organisatie.” Ziedaar, Het Nieuwe Dienstverlenen volgens Flynth.

Ondernemen inspireert

Flynth investeert in een sterke organisatie, maakt deze klaar voor de toekomst en zit nog volop in het integratieproces van de fusie met GIBO Groep. Het bedrijf is er daarom buitengewoon trots op dat het in staat is gebleken om ook in deze turbulente tijden de ondernemers naar tevredenheid te ondersteunen. “De klantwaardering is hoog en dat is essentieel voor onze positie in de markt. Het is onze ambitie om de toonaangevende aanbieder van advies- en accountantsdiensten voor ondernemers te zijn en te blijven.” Schipper geeft aan hoe Flynth daar vorm aan geeft: “Een klant gaf ons als feedback dat we klein genoeg zijn om lokaal en persoonlijk te zijn en groot genoeg om de juiste expertise en achtergrond in huis te hebben. Dat is een mooi compliment. We combineren immers de deskundige kennis van een landelijke advies- en accountantsorganisatie met zichtbaarheid in, maatschappelijke betrokkenheid bij, en kennis van de regionale markt. Ondernemers staan in alles wat we doen centraal. Uiteraard willen onze adviseurs voor hun klanten een sparringpartner zijn die hen helpt toekomstgericht en succesvol te ondernemen. Ondernemen daagt immers uit, dwingt om creatief te zijn en vraagt om een transparante aanpak: we beschikken over branche-informatie en weten waar we het over hebben. We voelen ons thuis in het midden- en kleinbedrijf en het is elke keer de professionele ambitie om samen met de ondernemer op zoek te gaan naar nieuwe kansen en mogelijkheden. Op zo’n manier samenwerken inspireert niet alleen de ondernemer, maar ook zijn adviseur.”

Flynth positioneert zo heel bewust de dienstverlening nog dichter bij de klant. Dat schept een band die leidt tot duurzame relaties. Schipper: “Duurzame relaties, gebaseerd op vertrouwen en integriteit. Een relatie waarin wederzijds respect doorklinkt. Dat maakt dat zowel klanten als medewerkers gaan fungeren als ambassadeur van onze organisatie. Dat ambassadeurschap versterken we door de (online) interactie met de klant aan te gaan, bijvoorbeeld op Twitter en in klantpanels.”

Duurzaam en grensoverschrijdend

Maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen is geen hype meer, maar een mentaliteit. Het gaat daarbij om het leveren van een relevante bijdrage aan de maatschappij. Schipper legt uit hoe Flynth daar concreet invulling aan geeft, ook in zijn contact met de ondernemer: “De innovatieve ondernemer mag van ons bijvoorbeeld verwachten dat we precies weten hoe hij in aanmerking komt voor subsidies en in contact komt met de juiste kennispartijen. Naast het feit dat we ondernemers bij hun initiatieven ondersteunen, laten we onze maatschappelijke betrokkenheid in de regio zien door de inzet van onze eigen medewerkers. Maar denk bijvoorbeeld ook aan een leaseregeling met een bonus-malusregeling gekoppeld aan CO2-uitstoot of aan het energiebeleid op onze kantoren.” Nog een thema dat ondernemers bezighoudt: internationalisering. Als ondernemers hun activiteiten in het buitenland willen uitbreiden, dan kunnen ze bij Flynth internationale expertise krijgen en ondersteuning via het BKR International-netwerk. “Flynth is als enige Nederlandse advies- en accountantsorganisatie lid van dit internationale accountantsnetwerk. Zo werken bijvoorbeeld veel ondernemers aan de oostgrens samen met Duitse bedrijven. We volgen die ondernemer die over de grens opereert.”

Coöperatief gedachtegoed

Ten slotte wijst Schipper op het coöperatieve gedachtegoed van Flynth: “Veel accountantsorganisaties hebben nog vennoten. Flynth heeft na de fusie geen vennoten meer. Onze organisatie runnen we vanuit de gedachte ‘samen staan we sterker’. Met andere woorden: we willen naast de ondernemer staan als sparringpartner en samenwerken met bijvoorbeeld brancheorganisaties om méér te halen uit de branche-informatie die nu al wordt verzameld, maar waarbij de expertise ontbreekt om daaruit realtime managementinformatie voor de ondernemer zelf te genereren.”

Duidelijke strategie leidt tot groei
Atos is de grootste Europese IT-dienstverlener met een wereldwijde jaaromzet van 8,5 miljard euro. Het bedrijf biedt werk aan 74.000 mensen in 48 landen. Wereldwijd levert Atos aan zijn klanten hightech transactieservices, advies en technologie, systeemintegratie en managed services.

Het afgelopen jaar stond in het teken van innovatie, de acquisitie van Siemens IT Solutions en Services (SIS) en de focus op cloud met de oprichting van het bedrijf Canopy. Atos heeft vroegtijdig geanticipeerd op de verwachting dat IT een commodity zou worden. Rob Pols – CEO van Atos Benelux – legt uit dat de strategie van Atos uit twee sporen bestaat: het IT-fundament en de aantoonbare toegevoegde waarde die IT-oplossingen voor klanten hebben. “Bij het eerste spoor gaat het om klanttevredenheid, prijs en volume. Voor een lage prijs heb je echter voldoende volume en schaalgrootte nodig. Met de acquisitie van SIS is ons bedrijf wereldwijd verdubbeld”, vertelt hij. De overname en integratie van SIS zijn succesvol en snel verlopen. “Hierdoor heeft Atos internationaal een geografische spreiding die zeer goed aansluit bij de behoefte van onze klanten. We zijn nu de grootste Europese IT-speler en dat biedt de mogelijkheid om volume te creëren: tegen een goede prijs standaard-IT-diensten te bieden aan klanten.”

“Bij het tweede spoor gaat het om IT die waarde toevoegt aan de business van de klant: innovatie in plaats van commodity”, vervolgt Pols. “Het gaat hierbij om meedenken over het bedrijfsproces van klanten, en door innovatieve oplossingen een bijdrage leveren aan het verbeteren van hun bedrijfsprestaties. Hieraan geven we inhoud door het toepassen van moderne technologie of het aanbieden van nieuwe financiële afrekenmethodes, zoals afrekenen per transactie. Ook hebben we met Siemens een budget van honderd miljoen euro vrijgemaakt, dat wordt geïnvesteerd in innovatieve IT-services die waarde toevoegen.” Deze strategie heeft ertoe geleid dat Atos wereldwijd is teruggegaan naar organische groei in het eerste kwartaal van 2012. Pols: “De SIS-organisatie van Siemens positioneerde zich met proposities in markten waarin Atos niet actief was en omgekeerd. Dit levert synergie-effecten op, waardoor we weer organische groei realiseren.”

Innovatiekracht

Atos heeft, zeker in Nederland, een zeer evenwichtige verhouding ten opzichte van de vijf markten waarin het actief is. Dat zijn de overheid, de financiële sector, energy & utilities, manufacturing en de transportsector. “We hebben een bijna gelijke verdeling over al die markten”, zegt Pols daarover. “Natuurlijk bieden we standaard-IT-diensten in al onze markten aan, want de vraag is op dat gebied hetzelfde. We onderscheiden ons echter ten opzichte van andere marktpartijen door onze kennis van specifieke markten in te zetten en door tastbare toegevoegde waarde te bieden door middel van innovatie.” Om zijn innovatiekracht verder te ontwikkelen en vergroten, heeft Atos de Scientific Community opgericht. “Hiervan maken wereldwijd ongeveer 90 medewerkers deel uit. Ze geven elke zes weken aan onze CEO een presentatie over hun visie op technologische ontwikkelingen. Zo hebben we het programma Zero E-mail gepresenteerd. We streven ernaar om in 2013 geen interne e-mail meer te gebruiken, hoewel we natuurlijk wel e-mail zullen blijven ontvangen van en versturen aan klanten”, aldus Pols.

Cloudstrategie

Ook op het gebied van cloudcomputing breidt Atos zijn dienstverlening uit. Dit jaar introduceerde Atos met ECM en VMware het bedrijf Canopy: een onestopshop voor clouddienstverlening. Canopy stelt organisaties in staat om eenvoudig, veilig en kosteneffectief hun overgang naar de cloud te versnellen. Pols: “Hiermee bieden we een ruim aanbod van cloudgebaseerde oplossingen en diensten, die het leveren van cloudcomputing moeten versnellen en klanten helpen te profiteren van de voordelen die dit heeft. We adviseren klanten hoe ze van de huidige situatie kunnen doorgroeien naar een cloudomgeving. Hiervoor maken onze consultants een casestudy als basis voor de weg naar de cloud.”

Flexibilisering kosten

Als gevolg van de onzekere economische situatie vragen klanten steeds vaker om flexibilisering van de kosten, zodat deze meeademen met hun behoefte. “Binnen onze High Tech Transactie Services (HTTS) hanteren we ‘pay as you use’: de klant betaalt uitsluitend voor de diensten die hij afneemt”, legt Pols uit. “HTTS is een van de diensten die een belangrijke rol spelen in onze marktstrategieën. Het is een succesvol concept, dat Atos inzet in verschillende markten. Een voorbeeld is het beheer van alle Visa-cards in de Europese Unie, waarbij wordt afgerekend per transactie.” Dit doet Atos ook voor Dimpact, een samenwerkingsverband van 24 gemeenten, dat onder meer een digitaal loket en een zaaksysteem ontwikkelt en beschikbaar stelt. Dimpact heeft voor Atos e-Suite gekozen als hét fundament van de elektronische overheid voor gemeenten. Pols: “Ook hier is onze dienstverlening voor de backoffice gebaseerd op betaling naar gebruik. Voor een tarief per inwoner krijgen gemeenten de beschikking over een volledige oplossing.”

Het complexe kan ook eenvoudig
Al ruim achttien jaar richt QlikTech zich op het vereenvoudigen van beslissingen van zakelijke gebruikers binnen organisaties. Het QlikView Business Discovery Platform wordt door analisten erkend als een baanbrekende oplossing en wordt mogelijk gemaakt door de gepatenteerde, associatieve, in-memorytechnologie.

De organisatie achter QlikView is het Zweedse moederbedrijf QlikTech. Het is beursgenoteerd (Nasdaq), is actief in 105 landen en heeft wereldwijd 24.000 klanten. QlikView levert oplossingen voor business intelligence (BI). “Het grote verschil ten opzichte van traditionele BI-toepassingen is dat we ons richten op de zakelijke gebruiker op de werkvloer en niet op IT-afdelingen”, zegt Country Manager Benelux Bas van der Horst. “De wereld verandert continu en daarmee is er een constante behoefte aan nieuwe inzichten. Traditionele BI-toepassingen zijn niet in staat om deze flexibiliteit aan de zakelijke gebruiker te geven. Bij QlikView zorgen we ervoor dat alle relevante informatie snel beschikbaar komt en dat de gebruiker die nieuwe inzichten heel eenvoudig zelf kan krijgen zonder dat hij terug moet naar de IT. De relevantie, snelheid en flexibiliteit tezamen zorgen ervoor dat de gebruikers erg tevreden zijn. We hebben een klanttevredenheid van 96%. Om een beslissing te kunnen nemen kijkt een manager naar de situatie waar hij in verkeert, haalt er de juiste data bij en met zijn kennis en kunde wil hij vanaf dat moment een goede analyse van de situatie kunnen maken. De combinatie van associatie en in-memorytechnologie die wij met QlikView bieden, maakt zo’n aanpak mogelijk. Voor de gebruiker is het een kwestie van klikken en kijken.”

Business discovery

Van der Horst: “Een hot item op dit moment is big data. Er komt een tsunami van data op de gemiddelde organisatie af. Uit onderzoek van marktanalist Gartner blijkt dat zeventig procent van die organisaties zeker tot 2015 moeite zal hebben om uit die enorme hoeveelheid data de wezenlijke informatie te filteren en daardoor tot een betere bedrijfsvoering te komen. Dat komt omdat er louter aandacht is voor het volume van de data, niet voor de relevantie ervan. QlikView zorgt ervoor dat elke gebruiker toegang krijgt tot de informatie die voor hem relevant is en presenteert die op een eenvoudige wijze. Zo krijgt de gebruiker het juiste inzicht, waarmee hij betere beslissingen kan nemen. Dat is business discovery. Gartner geeft aan dat QlikView momenteel een aandeel van 48% heeft in business discovery en daarin een enorme groei doormaakt.”

Het grootste verschil tussen business intelligence en business discovery zit volgens Van der Horst in de vraag voor wie het is gemaakt. “QlikView levert met Business Discovery geavanceerde analysemogelijkheden gericht op de zakelijke gebruiker. IT blijft wel verantwoordelijk voor de juiste informatie, databeschikbaarheid en beveiliging, maar de gebruiker op de werkvloer kan met onze selfserviceoplossing zelf ontdekkingen doen en verschillende invalshoeken benaderen. Onze associatieve techniek biedt daarbij de juiste handvatten. De mens denkt immers niet in hiërarchische structuren, maar associatief, met verschillende verbanden en uitgangspunten. Dat is de kern van het verschil.”

‘QlikView geeft business intelligence terug aan de businessgebruiker’

Samenwerking en praktijk

Van der Horst stelt dat het niet de IT is die weet hoe de business draait maar de manager, en die neemt uiteindelijk de beslissingen over de business. “Als je kijkt naar besluitvorming in algemene zin, dan is dat niet iets wat je alleen doet. Uit onderzoek dat door QlikTech is uitgevoerd in de Benelux, blijkt zelfs dat bij 88% van de zakelijke beslissingen meerdere mensen betrokken zijn. Om in die behoefte te voorzien bevat ons Business Discovery Platform ook een sociaal element. Met Social Business Discovery bieden we mogelijkheden om op verschillende manieren samen een analyse te doen. Je kunt die samen uitvoeren en dan de besluitvorming delen en vastleggen.”

Klanten die voor QlikView hebben gekozen, kunnen veel effectiever omgaan met de vragen waar ze dagelijks tegen aanlopen. QlikView wordt onder meer gebruikt door KLM bij de planning van al het KLM-materiaal rondom de vliegtuigen. Essent gebruikt QlikView aan de klantkant. De B2C-afdeling gebruikt inmiddels 24 verschillende QlikView-applicaties voor processen, zoals meterstanden, verhuizingen en customerservice. De discovery van De Hypotheekshop is dat ze meer inzicht hebben gekregen in de effectiviteit van bepaalde campagnes, waardoor de marketingkosten met 15% zijn teruggedrongen. Deloitte was op zoek naar de optimalisering van monitoring van de bezettingsgraad van de 4300 medewerkers die ze in Nederland hebben. Door QlikView hebben alle managers en partners nu het gewenste inzicht. CFO Cees de Boer van Deloitte liet weten: “Met QlikView geven we business intelligence terug aan de business.”

Tot slot benadrukt Bas van der Horst dat QlikView aan de klant wil doorgeven dat het ook gemakkelijk kan, dat het niet allemaal zo complex hoeft te zijn: “De hoeveelheid informatie die op managers afkomt, groeit alleen maar. Het gaat erom dat de relevante data bij hen terechtkomt om de juiste beslissingen te nemen, en daar zorgen wij voor.”

Grote kennis van ICT-infrastructuren
Simac Techniek NV, opgericht in 1971 en sinds 1986 genoteerd aan de beurs in Amsterdam, is een technologiebedrijf actief in de Benelux. Simac levert en beheert bij middelgrote en grote organisaties hoogwaardige technologie ter verbetering van de bedrijfsprocessen.

“Wij beheren de ICT-infrastructuur van onze klanten”, zegt directeur Bernard Dortmans van Simac. “In de zin van bouwen, beheren en exploiteren. Onze grotere klanten nemen meerdere diensten van ons af, zoals werkplekbeheer en serverbeheer. We streven daarbij naar kwaliteit en een hoge klanttevredenheid. We zorgen er dan ook voor dat we niet alleen onze verplichtingen nakomen, maar ook flexibiliteit en extra ondersteuning leveren.”

“ICT is tegenwoordig van levensbelang voor onze klanten”, vult CEO Eric van Schagen aan. “De ICT moet altijd werken en wij zorgen daarvoor. Betrouwbaarheid is voor de klant het belangrijkste en daarnaast wil hij wel de ICT voortdurend kunnen aanpassen aan zijn organisatie. Het is heel simpel: het moet het gewoon doen. Maar daar is heel wat verschillende kennis voor vereist. Ik denk dat wij die kennis gecombineerd in huis hebben.”

Outsourcing en positionering

Simac ziet outsourcing als een vorm van positionering in de beheermarkt. Dortmans: “Dat betekent ook dat je in voorkomende gevallen de ICT-infrastructuur, inclusief mensen en middelen, overneemt van de opdrachtgever. Wij vinden het erg belangrijk dat we goed kunnen doorgronden hoe afhankelijk de klant is van z’n ICT-infrastructuur en hoe we daar technisch en zo professioneel mogelijk op moeten reageren. Dat kan heel verschillend zijn bij een bank, een onderwijsinstelling of een producent. Kennis van de klant is heel belangrijk bij outsourcing.”

Van Schagen benadrukt hierbij dat de klanten van Simac drie dingen mogen verwachten: “Ten eerste zorgen wij voor een uiterst betrouwbare ICT-infrastructuur, ten tweede denken wij mee over de totale operationele jaarkosten die zo laag mogelijk moeten zijn en ten derde denken wij mee hoe ICT in de dagelijkse bedrijfsvoering een hulp en een verbetering kan zijn.”

De contractportefeuille van Simac ziet er dan ook zeer goed uit. De laatste jaren heeft Simac een groei van gemiddeld vijftien procent doorgemaakt. Aan de ene kant heeft dit te maken met nieuwe contracten, maar ook bestaande klanten continueren hun contracten. Ook in de projectenmarkt maakt Simac dit jaar een mooie groei door.

‘Simac bestaat bij de gratie van de mensen die er werken; dat is de sleutel van ons succes’

Networking en connectivity

Simac focust zich in belangrijke mate op networking en connectivity. Dortmans legt dit uit: “Wij zijn oorspronkelijk een datacommunicatie- en telematicabedrijf. We hebben diverse kennisclusters, en networking en connectivity zijn nog steeds belangrijke pijlers van ons bedrijf. De behoefte aan het netwerk en de beschikbaarheid groeit snel. Dat houdt in dat je connectivity en je netwerk binnen de organisatie steeds crucialer worden.”

Van Schagen: “Connectivity en networking zijn de basis van al ons denken en onze activiteiten. Al onze applicaties bedenken wij vanuit de netwerkgedachte.”

Simac scoort bijzonder goed in externe onderzoeken qua kwaliteit en klanttevredenheid. Dortmans zegt daarover: “Wij meten de klanttevredenheid en scoren daarin zeer positief. De afgelopen jaren hadden we al goede scores en we spelen ook in op allerlei ontwikkelingen. Wij worden als erg betrouwbaar ervaren. Dat kunnen we ook waarmaken en daar zijn we erg trots op. Het kan altijd beter, maar om op dit niveau te blijven, moet je ook bezig blijven met die klanttevredenheid.”

Vernieuwing en creativiteit

Simac heeft ook de ambitie om jongere medewerkers binnen het bedrijf te halen. Bernard Dortmans verklaart dit: “Innovatie is ontzettend belangrijk. Wij richten ons dan ook op voldoende instroom van nieuwe mensen en dan juist vanwege de creativiteit en innovativiteit die ze met zich meebrengen. Wij werken samen met verschillende onderwijsinstellingen om al door middel van stage- en afstudeeropdrachten mensen proberen binnen te krijgen. Daar zit altijd een aantal potentials tussen: jonge mensen die zich heel snel ontwikkelen en vertrouwenspersonen worden van klanten.”

Van Schagen heeft geconstateerd dat jonge mensen niet vragen om vernieuwing, maar het gewoon doen: “Je ziet toch dat de marktdruk in de afgelopen tien jaar in de ICT-infrastructuurbusiness is toegenomen. Daardoor is ook de gemiddelde leeftijd bij veel bedrijven hoger geworden. Voor het eerst zien we nu weer een teruggang daarin. Het is heel belangrijk om te groeien, waardoor die jonge mensen weer kunnen worden aangenomen. Ze geven toch een stuk inspiratie in het bedrijf. Het is heel belangrijk om de juiste mix te hebben.”

Simac viert dit jaar zijn veertigjarig bestaan, maar Eric van Schagen wil daar toch niet al te lang bij stilstaan: “Wij zijn er natuurlijk erg trots op dat wij als hightechbedrijf al veertig jaar bestaan. We hebben onze pieken en dalen gehad, maar we hebben steeds overleefd omdat we altijd stappen omhoog hebben gedaan. We kijken vooral vooruit en volgend jaar gaan we er gewoon weer tegenaan. Vanaf morgen kun je alles weer beter doen. Maar het bedrijf bestaat bij de gratie van de mensen die er werken; het is te danken aan al die gemotiveerde mensen. Dat is essentieel en de sleutel van ons succes.”

Signaleren van trends

GITP is een HRD-adviesbureau dat zich richt op het beoordelen en ontwikkelen van organisaties en talenten van mensen. GITP wil actief en herkenbaar inspelen op maatschappelijke trends en vooroplopen bij ontwikkelingen en innovaties op het vakgebied toegepaste psychologie en overige gedragswetenschappen.

“GITP is een bureau dat van oudsher vanuit maatschappelijke bewegingen zijn werkveld benadert”, trapt directievoorzitter Hans van der Molen af. Vervolgens schetst hij direct een interessante ‘schaarbeweging’: “Op maatschappelijk niveau zien we een aantal structurele trends en issues die van grote invloed zijn op HR en op de eisen die aan organisaties en individuen gesteld worden, zoals vergrijzing/ontgroening, de toenemende schaarste van talent, krapte op de arbeidsmarkt, culturele diversiteit en arbeidsparticipatie van vrouwen. Tegelijkertijd is er de economische neergang die bij veel organisaties tijdelijk, maar ingrijpend het accent verlegt.”

 

Van der Molen concretiseert: “Waar bij de ene organisatie het herstel heeft ingezet en thema’s als talentontwikkeling, het binden en boeien van medewerkers en ‘the battle for talent’ weer actueel worden, hebben andere organisaties de opgaande lijn nog niet te pakken. Ze zitten nog midden in een reorganisatie of net tussen twee reorganisatiegolven in. Gedwongen loopbaan- en mobiliteitsvraagstukken zijn daar aan de orde van de dag. Terwijl men vanuit de organisatie weet dat degenen die gedwongen of ongedwongen de organisatie hebben moeten verlaten vroeg of laat meer dan ooit weer nodig zijn. Aan organisaties en individuen de lastige opgaaf om in deze paradoxale tijd regie te houden en tegelijkertijd adequaat mee te bewegen met de eisen die de maatschappelijke economische context aan hen stelt. Voor HR-bureaus levert deze dynamische tijd een unieke situatie op nu in een paar jaar tijd de trend zó snel tweemaal omkeert: van schaarste naar overschot weer naar schaarste van arbeid. Met snel afwisselende klantvragen als gevolg. Talentontwikkeling en loopbaanen mobiliteitsvraagstukken gaan nagenoeg hand in hand.”

 

Voorspellende waarde

Externe ontwikkelingen van organisaties en individuen vragen momenteel veel scherpte om regie en perspectief te behouden. Van der Molen: “Tegen dat decor zie je dat die schaarbeweging een centrale rode draad is. De bijdrage die van dienstverleners als GITP wordt gevraagd, moet steeds meer een voorspellende waarde hebben. Het gaat erom dat we proactief zijn en hoe we kwaliteiten kunnen herschikken en kunnen passen en meten in een veeleisender omgeving. Wij proberen het maatschappelijke veld te overzien en ervoor te zorgen dat we met onze dienstverlening partner zijn voor het lijnmanagement.” GITP heeft in de basis een aantal vakgebieden waar het in is gespecialiseerd. Van der Molen: “Wij bieden assessments en advies, organisatieontwikkeling, trainingen/postacademisch onderwijs, ORtrainingen en -advies, loopbaanbegeleiding en -coaching, werving & selectie, interim-management en diensten voor executives. Wij zijn uniek in Nederland omdat deze combinatie van diensten niet bij een ander op die manier aanwezig is en omdat we verstand hebben van zowel beoordelen als ontwikkelen van mens en organisatie. Daarbij zijn we met ons regionale vestigingsnetwerk altijd dicht bij de klant gevestigd. En tot slot zijn onze dienstverlening en innovaties wetenschappelijk verankerd. We hebben een eigen afdeling R&D.”

 

Actuele thema’s

“We lanceren dit jaar een tweetal relevante en actuele thema’s die spelen in de markt en die onze expertises op een geïntegreerde manier verbinden aan klantvragen, te weten ‘Loopbaan en mobiliteit’ over gedwongen en vrijwillige mobiliteitsvraagstukken, waarbij we diensten hebben voor de ondersteuning van de HR-organisatie en de werknemers. Daarnaast het thema ‘Talentontwikkeling’, waarbij we met onder andere training, coachen en de inzet van diagnostische instrumenten maximaal rendement uit talent weten te halen. Maar we kijken uiteraard ook al verder dan 2010.

 

In 2011 worden ‘Evenwichtig ondernemingsbestuur en Toezicht’ en ‘Vitaliteit van organisaties’ belangrijke thema’s.” Over ‘Evenwichtig ondernemingsbestuur en Toezicht’ zegt Van der Molen: “De stakeholderbenadering binnen de driehoek van toezicht: raden van commissarissen, bestuur/directies en medezeggenschap. Dat is het zogeheten Rijnlandse model binnen de Nederlandse verhoudingen. Daarin zijn veel ontwikkelingen gaande waarin GITP ook een adviserende rol heeft. Ten aanzien van het andere thema ‘Vitaliteit van organisaties’: in de natuur veranderen organismen continu, maar in arbeidsorganisaties veranderen die niet. Dat betekent dat er iedere vier tot vijf jaar gereorganiseerd moet worden met alle gevolgen van dien. Wij vinden het interessant organisaties organischer te laten werken. Het thema gaat over leren anticiperen, organisaties beter toerusten om met de maatschappelijk economische context mee te bewegen.”

 

Toen en nu

GITP is ooit in 1947 opgericht vanuit het idee om met toegepaste psychologie een bijdrage te leveren aan de wederopbouw van Nederland. Volgens Hans van der Molen vraagt de huidige economische situatie ook om een soort wederopbouw: “We voelen ons op dit moment weer extra verbonden met onze roots en onze handen jeuken om waar mogelijk een wezenlijke bijdrage te leveren. Daarom willen we de trends die momenteel spelen goed begrijpen en analyseren. Wij signaleren, doen wetenschappelijk onderzoek en publiceren. Ook op die manier willen we helpen met de ontwikkeling van de BV Nederland. In het bijzonder op de momenten dat de situatie daar echt om vraagt. Dat was na de oorlog zo en nu, als Nederland moet herstellen van een van de meest ingrijpende economische neergangen van de afgelopen decennia, weer.”

Duurzaamheid in tijden van crisis

Zuidema, the influence company ontwikkelt talenten van mensen om organisaties te laten groeien, door een bijdrage te leveren in de keten van leren en duurzame kennisontwikkeling. Het accent bij het uitgebreide aanbod van leerinterventies komt daarbij steeds meer op effect en duurzaamheid te liggen.

In memoriam

Op 19 maart 2010 is Joep Straathof op 54-jarige leeftijd zeer onverwachts overleden. Management Team sprak met hem kort voor zijn overlijden.

“Zuidema, the influence company werkt vanuit vier verschillende BV’s”, begint directeur Joep Straathof de structuur van zijn bedrijf uit te leggen. “Bureau Zuidema is gericht op trainings-, opleidings- en leervraagstukken. Zuidema Personeelsmanagement richt zich op loopbaan- en HRM-vraagstukken. Bij Zuidema International vindt research plaats in Europese projecten, onder andere op het gebied van het effect van leren en ontwikkelen en het toepassen van eerder verworven competenties. En tot slot is er het Instituut voor Toegepaste Gedragsanalyse (ITGA), dat zich bezighoudt met leermiddelen, instrumentenontwikkeling en licentie-uitgaven aan trainings-, opleidings- en adviesbureaus.”

Crisis en vertrouwen

Straathof vraagt zich af of we met z’n allen dan niets leren van de huidige crisis: “Het lijkt wel alsof we denken dat er weer een paar lichtpuntjes zijn en dan zien we de hele donkere nacht niet meer. Want hoe groot is nou echt de bereidheid van organisaties om te blijven investeren in samenwerking en ontwikkeling? We merken dat er blijkbaar niet veel van de crisis wordt geleerd. Men gaat te snel over tot de orde van de dag: kostenbesparing, efficiency en medewerkers belonen door financiële prikkels zijn leidend in plaats van visie, investeren in medewerkers en innovatie. Wellicht moeten wij meer zoeken naar samenwerken en ontwikkelen gericht op de langere termijn: investeren in de relatie met mensen en de toekomst. Tijdens de recessie komt ook het begrip vertrouwen onder druk te staan. Het vraagt stuurmanskunst van leidinggevenden om hun boodschap zuiver, oprecht en duidelijk te brengen en zelf daarin een voorbeeld te zijn. Zo zal een leider vanuit zijn of haar eigen integriteit kritisch moeten kijken naar het eigen salaris en naar bonussen, want dáár begint vertrouwen. Het is natuurlijk een heel fragiel begrip, maar vertrouwen ontstaat vanuit wat je met elkaar doet. De minst goede vraag is dan ook ‘Heb een beetje vertrouwen in mij’. De taak van opleidingsinstituten hierin is om op zoek te gaan naar de rol van de leidinggevende in het proces om mensen die dingen te

laten doen en te laten leren waardoor de organisatie uiteindelijk op de lange termijn sustainable blijkt te zijn. Daar is meer voor nodig dan alleen geld. Het zit ook in de manier waarop je op zoek gaat naar duurzaamheid en waarop je in deze zoektocht geen vanzelfsprekende wegen bewandelt.”

Duurzaamheid en leiderschap

“Wij willen samen met onze klanten en andere organisaties nadenken over de vraag wat duurzaamheid betekent in termen van HRD of HRM in relatie tot het strategisch beleid”, vervolgt Straathof. “Hoe kun je dat concreet maken? Met certificerende instellingen zoals Certiked, zoeken we naar hoe je certificering kunt verlenen op duurzaamheid om de kwaliteit te waarborgen. Maar hoe doen wij dat in onze eigen organisaties met datgene wat wij aan klanten aanbieden? We willen onze manier van werken zodanig veranderen dat dit een duurzame impact heeft bij klanten. Dit doen we niet omdat de overheid dat vraagt of om aan te haken bij een trend, maar omdat we ervan overtuigd zijn dat dat moet. De vraag is hoe je dit doet op onze verschillende expertisegebieden zoals medezeggenschap, leiderschap, HRM en opleiden en ontwikkelen. We zijn op zoek naar manieren om duurzaamheid te vertalen naar ons vakgebied. Dat geheel zal in 2012 samenkomen in een internationaal congres naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van Bureau Zuidema. Dit congres wordt een uitwisseling van wat verschillende actoren doen op het gebied van duurzaamheid in het veld van opleidings- en leervraagstukken binnen organisaties.”

Imago en de economische orde

Leiderschap en imago-opbouw zijn voor Zuidema onlosmakelijk met elkaar verbonden. Straathof vindt dat leiders en managers op de goede weg zijn wat betreft de manier waarop ze kijken naar imago-opbouw: “Ik vind dat veel organisaties daar hard aan werken. Er wordt gezocht naar de stappen die gezet moeten worden naar de economische orde van na de recessie. En ik denk dan ook dat dit een andere orde zou moeten en kunnen zijn dan de huidige. Een orde gebaseerd op data en feiten, maar tegelijkertijd ook een orde die van leiders vraagt lef en bescheidenheid te tonen: lef om los te laten en te vertrouwen op de zelfregulerende en innoverende medewerker. Ook de overheid zal dan anders om moeten gaan met de burgers. Minder betutteling en meer vertrouwen in de mensen en de samenleving. Maar als je zegt dat kwaliteit uiteindelijk leidend is, dan moet je ook op zoek gaan naar duurzaamheid. Een zoektocht naar iets met een grotere impact dan alleen in het hier en nu. Je zult tevens op zoek moeten gaan naar manieren om dat te meten, waarbij ik ervan overtuigd ben dat niet alles meetbaar is. Organisaties als Zuidema moeten op deze manier met leervraagstukken bezig zijn, want anders ben je alleen bezig met geld verdienen en dan leren we niets van de crisis.”

Specialist in debiteuren, ondernemers in financieren!

Coface opereert als one-stop-shop op het gebied van debiteurenvorderingen. De multinational voorziet ook in factoring, een sterk groeiende vorm van werkkapitaalfinanciering. Meer dan ooit geldt voor ondernemers het credo ‘cash is king’. De oplossingen van Coface bieden de noodzakelijke tools; in tijden van crisis alsook herstel.

Coface is specialist op gebied van creditmanagement en is met eigen vestigingen actief in 67 landen. De van oorsprong Franse groep is de enige aanbieder op de Nederlandse markt met een totaalpakket aan creditmanagementdiensten: handelsinformatie, debiteurenbeheer, detachering, software, factoring, incasso en kredietverzekering. Zoals in het merendeel van de inmiddels 29 landen waarin Coface factoring aanbiedt, is ook Coface Nederland Finance (CNF) gestart als greenfieldoperatie. Hoewel gesteund door een deskundige en krachtige moederorganisatie, gold bij aanvang dat vooral ondernemerschap van het team werd vereist. De huidige Manager Client Services, Toon van Helvoort, is een van de grondleggers. “Op 1 mei 2006 zijn we gestart met niet veel meer dan een bureau en een pc. Vanaf de start hebben we gewerkt aan het opzetten van de organisatie, systemen en contracten en het aanpassen van groepsoplossingen aan de Nederlandse markt. Elke ondernemer zal zich kunnen verplaatsen in onze beginfase waarin successen en teleurstellingen elkaar afwisselden. Ondanks de marktmacht van bestaande bancaire aanbieders merkten we al snel dat onze aanpak succes had. Niet alleen vanwege onze professionaliteit en de omvangrijke expertise binnen de groep, maar vooral ook dankzij onze klantgerichte, flexibele en ondernemende opstelling richting relaties. Dankzij hun vertrouwen in ons, zijn wij in staat gesteld een stabiele marktpositie op te bouwen.”

Uniek netwerk

Manager Client Relations Marc Voogd, een andere pionier van het eerste uur, schetst de strategie van Coface. “Van oudsher is Coface bekend als kredietverzekeraar. De kern daarvan bestaat uit de kennis van debiteuren, vastgelegd in een database met gegevens over ruim vijftig miljoen bedrijven en uit een wereldwijd netwerk om cliënten te bedienen en vorderingen te incasseren. In de afgelopen jaren zijn de activiteiten vanuit deze kern verbreed. Hierdoor is Coface nu ook een toonaangevende marktspeler op het gebied van handelsinformatie, incasso en factoring. Het is de missie van Coface om, vanuit een wereldwijd leidende positie, zijn expertise in dienst te stellen van de (inter)nationale handel. Met het opzetten van het grootste netwerk ter wereld op het gebied van factoring is een belangrijke stap daartoe inmiddels gezet.”

Bewezen expertise

De ambitie van Coface vertaalt zich voor CNF in het verder vergroten van het marktaandeel. De brede expertise en het internationale netwerk vormen daarbij de basis, maar bovenal streeft CNF naar langdurige relaties met zijn klanten. De samenwerking wordt aangegaan op basis van partnership en ondernemerschap. De afgelopen periode is voor ondernemers noch financiers gemakkelijk geweest. “Op basis van onze kennis en kunde op het gebied van debiteurenvorderingen is het mogelijk gebleken om ook, of wellicht juist, in dergelijke tijden passende financieringsoplossingen aan te bieden”, aldus Van Helvoort. “In vergelijking tot bancaire oplossingen, biedt factoring vaak een ruimere en flexibelere financiering. Dat is gebaseerd op het uitgangspunt dat wij beter in staat zijn om vorderingen en debiteuren te waarderen en zo nodig te incasseren. De ervaringen uit de afgelopen kredietcrisis geven ons het vertrouwen en de mogelijkheden voor de toekomst.”

CNF kijkt natuurlijk continu naar ontwikkelingen op de internationale factormarkt alsook die binnen de Cofacegroep. Voogd merkt op: “De afgelopen jaren hebben aangetoond dat het midden- en grootbedrijf factoring als vorm van werkkapitaalfinanciering heeft omarmd, bijvoorbeeld uit hoofde van een herfinanciering of vanwege de behoefte aan off-balance-oplossingen. Een ander voorbeeld is reverse factoring, waarbij een doorgaans grotere afnemer zijn leveranciers in staat stelt om vorderingen op zichzelf snel en zonder risico om te zetten in liquiditeit. Deze oplossing is al gangbaar in landen als Duitsland en Spanje, maar wij merken nu ook een ontluikende behoefte vanuit de Nederlandse markt.” Van Helvoort sluit aan: “Uitbreiding van dienstverlening hoeft echter niet altijd in innovatie te zitten. Oorspronkelijk hebben wij ons gericht op inhouse factoring, waarbij het debiteurenbeheer door de klant wordt verricht. De markt blijkt echter open te staan voor een financieringsoplossing waarbij de outsourcing van het debiteurenbeheer logisch volgt uit de expertise van de dienstverlener en niet zozeer een uitvloeisel is van risicobeheer op de verstrekte financiering. Deze zogenaamde fullservice factoring is als product niet vernieuwend, maar de oplossing van CNF sluit dankzij zijn onderscheidende kwaliteit wel aan op een duidelijke behoefte; vooral bij het midden- en kleinbedrijf.”

Over het eigen ondernemen van Coface merkt Voogd op: “Binnen de kaders van toezichthouders en het interne groepsbeleid genieten wij binnen Coface-groep een grote mate van vrijheid. Het realiseren van de huidige marktpositie in combinatie met gezonde groei en resultaten, is het resultaat van een zeer ervaren en toegewijd team van professionals. Het imago van nieuwe toetreder is echter beperkt houdbaar; inmiddels zijn we een gevestigde partij. Het is onze uitdaging om de frisheid en het ondernemerschap van het eerste uur vast te houden en in dienst te stellen van de relatie. We laten ons graag uitdagen!”

De overheid adviseren over betere communicatiemiddelen

Vodafone positioneert zich op de zakelijke markt niet alleen als leverancier van mobiele telecommunicatie, maar biedt ook andere vormen van communicatie door integratie van spraak, data, vaste en mobiele diensten. Deze geïntegreerde dienstverlening omvat een veel breder pakket dan de gemiddelde consument kent.

“Je kunt ons nu positioneren als leverancier van mobiele én vaste communicatie”, verklaart Erik Peeters, Sales Manager Overheid bij Vodafone. “En dat doen we vrij goed. Als je kijkt naar ons marktaandeel op het gebied van grootzakelijke overheid, dan ligt dat momenteel rond de 70% ten opzichte van andere aanbieders van mobiele telefonie. Dat hebben we onder meer verworven door grote aanbestedingen een aantal jaar geleden, waarbij een groot deel van de Rijksoverheid bij Vodafone uitkwam als beste aanbieder.”

“Een aantal jaar geleden zijn we begonnen met het vaste deel rondom telefonie”, vult Solution Portfolio Marketeer Erik van Daatselaar aan. “We bieden nu al vaste telefonie aan door middel van directe verbindingen naar de PBX. Daarmee werken we toe naar volledige integratie van vast en mobiel, bijvoorbeeld via het nieuwe product OneVoice, zodat je vrijwel altijd voordeliger kunt bellen. Bovendien biedt dit ook kansen voor allerlei geïntegreerde spraakdatadiensten.”

Mobiele diensten

Kenmerkend voor de mobiele markt is dat steeds meer vaste telefonie wordt vervangen door mobiele telefonie. Peeters: “Je ziet mensen steeds vaker plaatsonafhankelijk werken. Die vaste telefoon op het bureau is daarom vaak niet meer praktisch. Onze klanten voeren steeds meer een zogeheten mobieltenzij-beleid uit.” Van Daatselaar constateert ook een opvallend sterke groei van allerlei datadiensten: “We onderscheiden daarbij mobiele data op smartphones en mobiel breedband op laptops. De tendens is dat dit bijzonder sterk aan het groeien is. Daarbij is steeds meer snelheid nodig.

Vodafone gaat daarin mee en wil daarbij voorop blijven lopen. Als je kijkt naar mobiel internet op smartphones, dan moet je oog hebben voor datgene wat zowel de gebruiker als de beheerder wil. Er zijn mensen die het puur willen hebben voor hun e-mail en anderen willen applicaties. Bij mobiel breedband zie je dat mensen een hogere snelheid willen, omdat ze prettiger willen werken. Je ziet ook een tendens van ontzorgen en het leveren van beheerdiensten. Wij willen ervoor zorgen dat dit steeds beter wordt én dat mensen zich geen zorgen hoeven te maken dat ze te veel moeten gaan betalen.”

Peeters vindt dat zo’n smartphone ook werkelijk plugand-play moet zijn: “Vroeger moest je veel instellingen zelf invoeren op je smartphone, maar nu wil de klant dat alles is geregeld en dat het gewoon functioneert. Wij richten ons er heel sterk op dat de klant daar geen omkijken naar heeft, waardoor de dienstverlening eromheen heel belangrijk geworden is. Daarin zijn wij onderscheidend en we willen ervoor zorgen dat de klant er goed mee kan werken.”

Activiteiten bij overheden

Vodafone neemt tegenwoordig ook activiteiten van overheidsorganisaties over, onder de noemer managed services. Peeters: “De overheid heeft het jarenlang allemaal zelf willen doen. Je ziet nu dat overheden ook kritisch gaan nadenken over de vraag of ze het zelf moeten gaan doen of dat ze het een expert laten doen. Wij zijn in gesprek met veel overheden om hen activiteiten uit handen te nemen. Inzicht in kosten is daarbij belangrijk.”

Van Daatselaar: “Daar komt ook een stuk kennis bij: wat je moet weten om bijvoorbeeld een BlackBerrydienst in de lucht te houden; die kennis blijft maar doorgroeien. Wil je dat als overheidsorganisatie allemaal zelf bijhouden of leg je dat neer bij een partij waarvoor dat business as usual is?” Peeters legt uit hoe dat in de praktijk in z’n werk gaat: “Wij nemen nu al bij veel overheden activiteiten over. Wij beheren dan bijvoorbeeld gsm-toestellen en BlackBerry’s en we hebben daar mensen fysiek zitten om dat werk te doen. Zij hebben direct toegang tot de Vodafone-systemen. Mensen van ons zitten bij grote klanten, zoals het Ministerie van Landbouw en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dankzij ons grote aandeel in die overheidsmarkt kennen we die klanten goed.

Overheden luisteren

tegenwoordig veel meer naar de markt dan vroeger en vragen ons om met ze mee te denken. Ze willen weten wat de mogelijkheden zijn en of het ook voorziet in hun behoeften. Een andere trend die gaande is: er wordt kritisch nagedacht over de integratie tussen vaste en mobiele telefonie. Je kunt vanuit de techniek natuurlijk van alles over die klant uitstorten, maar zit die overheid daar ook op te wachten? Wij krijgen iets meer een adviserende rol dan een verkopende rol.” Erik van Daatselaar voegt daaraan toe: “De overheid wil ook meer inspelen op de wensen van de burger: een snellere respons en betere bereikbaarheid. Veel overheden beseffen nu dat ze daar een slag in kunnen maken. Daarnaast wil de overheid ook een attractieve werkgever zijn en daarbij horen de beste communicatiemiddelen voor de werknemers. Het gaat nu ook bij de overheid juist om die nieuwe vormen van communicatie, en wij willen daar een onderscheidende rol in hebben.”

Vodafone Nederland

Kingsfordweg 43

1043 GP Amsterdam

Telefoon: (043) 355 55 55

www.vodafone.nl

Klant mogelijkheid bieden digitaal te communiceren

Met ondersteuning in accountancy en in alle administratieve, fiscale, bedrijfskundige en juridische aspecten van bedrijfsvoering schept Accon AVM de ruimte om professioneel te ondernemen. Vanuit ervaring, expertise en bekendheid met verschillende sectoren biedt Accon AVM zekerheid en financiële optimalisering.

Accon AVM is een accountantsbedrijf met zo’n vijftig vestigingen verspreid over heel Nederland. Peter Feijtel, voorzitter van de Raad van Bestuur van Accon AVM, verklaart de filosofie van het bedrijf: “Onze aandelen zijn in handen van een stichting; een bijzondere rechtsvorm voor een accountantskantoor. Toch geloven wij daarin, want onze filosofie is gebaseerd op een stukje rentmeesterschap. Het belangrijkste dat wij moeten doen, is het onze klanten en medewerkers zo veel mogelijk naar de zin maken. Daar past een stichting in principe goed bij als vehikel. Vanuit die filosofie zijn wij gaan kijken hoe we het bedrijf in de toekomst vorm moesten geven.”

Een sterke positie

Binnen het mkb valt een grote verscheidenheid aan ondernemers en ondernemingen op. Dit geldt ook voor de klantenkring van Accon AVM. Daarom heeft het bedrijf een breed aanbod van diensten. Feijtel: “Wat wij zien in de accountancybranche voor het mkb is dat er steeds meer deskundigheid nodig is. Dat wordt enerzijds veroorzaakt door de advisering, die steeds diepgaander vormen van specialisme vereist. Zie bijvoorbeeld belastingadvies, waar specialistengroepen werkzaam zijn op het gebied van btw, loonbelasting, estateplanning en noem maar op. We hebben een zekere schaalomvang nodig om dat allemaal te faciliteren. Kwaliteitsbeheersing is daarbij erg belangrijk. Ook hier is schaalomvang nodig om de kosten te kunnen dragen. Met dat in het achterhoofd zijn we een jaar of vijf geleden begonnen te zoeken naar partijen die dat met ons wilden gaan doen.” Op grond van kennis en ervaring heeft Accon AVM ook een sterke positie opgebouwd in de agrarische sector. Feijtel zegt daarover: “We willen het bedrijf laten groeien en bloeien met de klant en de medewerkers voorop. Als je kijkt wat dat betekent voor de organisatie, dan zijn we bezig met een veranderingsslag die ertoe moet leiden dat onze mensen nog beter geëquipeerd zijn voor het sparren met onze klanten. Daarbij willen we onze klanten ook volledig digitaal kunnen adviseren. We richten ons daarbij in eerste instantie op de markt van het kleinere bedrijf, waarbij heel nieuwe dingen ontstaan, zoals communiceren via internet en social networks, en dat gaan we ook verder uitbouwen.”

Non-profit en zzp’ers

Accon AVM biedt ook de overheid en non-profitorganisaties op maat gesneden dienstverlening op het gebied van accounting, audit en interim-management/detachering. Feijtel legt uit hoe dat in z’n werk gaat: “De manier waarop wij onze klanten bedienen is zo professioneel mogelijk, maar ook authentiek en betrokken; dicht bij de klant. Dat concept past uitstekend bij het mkb en de agrosector, maar ook bij de non-profitsector. Daar is men met name op zoek naar goede kennis en deskundigheid, maar ook naar een accountant die dicht bij die instellingen en stichtingen staat. Hierbij kunnen wij ook onze specifieke basisfilosofie uitstekend toepassen, en dat houdt ook in dat wij kijken naar zaken als het omgaan met duurzaamheid.”

In het verleden zijn de bedrijven waar Accon AVM uit is voortgekomen opgericht door agrariërs die in coöperatief verband hun boekhouding wilden laten doen. In de loop van de tijd zijn daar ook veel mkb-klanten bij gekomen. Peter Feijtel licht toe: “De agrarische sector is nog steeds een sterke poot van ons bedrijf en die willen wij zeker blijven bedienen. Dat past ook prima bij ons en wij zien ook een enorme ontwikkeling bij die agrarische bedrijven zelf. Je ziet het areaal en de productie alleen maar toenemen: het worden steeds grotere bedrijven en er wordt steeds meer geproduceerd. Wij helpen dan bij de bedrijfsvoering en juridische zaken en geven fiscale begeleiding. In de agrarische sector zijn weinig startende bedrijven; het zijn toch vaak familiebedrijven. In het mkb zie je wel veel starters, bijvoorbeeld de groep zzp’ers, die alleen maar groeit. Wat wil de zzp’er nu van een accountant of boekhouder? Om daar goed op in te kunnen spelen hebben wij daar onderzoek naar gedaan. Het blijkt dat de zzp’er wil dat zijn zaken op een goede en eenvoudige manier worden geregeld en verwerkt, maar ook dat hij een aanspreekpunt heeft op het moment waarop hem dat goed uitkomt. In dat kader bieden wij de zzp’er de mogelijkheid om volledig digitaal te kunnen communiceren en daarmee zijn wij hem maximaal van dienst.”

Verstoring in de markt van telecom

De bases van de kabelnetten in Nederland liggen in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Ze zijn in eerste instantie aangelegd voor de distributie van radio- en televisieprogramma’s. Het kabelnetwerk van Ziggo bedient momenteel ruim drie miljoen huishoudens.

Dit netwerk is begonnen met zo’n twintig kanalen en dat zijn er nu bijna tweehonderd”, zegt Gerard Lieverse, Director Regulatory & Public Affairs bij Ziggo. “Het is nu ook interactief, waardoor nu ook internet, telefonie en interactieve televisie van hoge snelheid worden aangeboden. Ziggo heeft het grootste glasvezelnetwerk van Nederland. Daarnaast heb je het netwerk van KPN. Dat is nog een kopernetwerk en van oorsprong een telefoonnetwerk, waarmee nu ook internet- en televisiediensten worden aangeboden. Maar dat netwerk heeft een heel beperkte capaciteit.”

 

Marktverstoring

“KPN biedt standaard-ADSL aan, maar als je ver van een centrale woont, dan haal je die hogere snelheden niet”, vervolgt Lieverse. “Het vraagstuk dat nu speelt is dat KPN z’n netwerk moet moderniseren. De kabelsector heeft de afgelopen tientallen jaren gigantisch geïnvesteerd in zijn eigen netwerk en dat is inmiddels vrijwel volledig vervangen door glasvezelkabel. KPN heeft weinig of niets aan zijn eigen netwerk gedaan en moet nu een grote slag gaan maken. Dat doet het voor een belangrijk deel via dochterbedrijf Reggefiber, dat feitelijk glasvezelnetwerken bouwt die helemaal tot aan de woning lopen. Daarmee kunnen ze wel die hogere snelheden op internet halen. Dat is op zich natuurlijk prima, maar wij hebben bezwaar tegen het feit dat KPN de indruk wekt alsof dat financieel-technisch allemaal niet kan.

Met name Reggefiber leurt bij lokale overheden, gemeenten en provincies om financiële ondersteuning. Eigenlijk vragen ze dus subsidie omdat het anders niet te doen zou zijn. Wij vinden dat dit niet kan: als wij het zelf kunnen, dan kan KPN het ook! Geld is op dit moment geen probleem in de markt en daar komt bij dat KPN de afgelopen acht jaar zo’n tien miljard euro heeft besteed aan het inkopen van eigen aandelen. Wij vinden dat overheidssteun tot verstoring in de markt leidt en dat is niet acceptabel. Wij betalen onze eigen investeringen uit onze eigen opbrengsten en dat zou KPN ook moeten doen.”

Oneerlijke concurrentie

De hele telecomindustrie en zeker de markt van de telecomoperators is gereguleerd via de telecommunicatiewet, en Lieverse benadrukt dan ook: “Daar vallen zowel KPN als Ziggo onder en daarin staat duidelijk wat je wel en niet mag, hoe je moet opereren en welke verplichtingen je hebt. Dat wordt beoordeeld en bewaakt door de Opta. Het uitgangspunt van die telecommunicatiewet, die geënt is op Europese regelgeving, is dat de concurrentie tussen infrastructuren bevorderd moet worden.

KPN en Ziggo concurreren volop met elkaar. Het grote voordeel van KPN is dat ze niet alleen het vaste netwerk hebben, maar ook mobiel, en ze hebben ook nog Digitenne. Ze hebben ongeveer alles! KPN heeft de meeste infrastructuren in heel Nederland: het vaste netwerk, het mobiele netwerk én het ethernetwerk. KPN heeft eigenlijk de maximale mogelijkheden om het concurrentiespel maximaal te spelen. Er is dan ook geen enkele reden om te klagen of ze vanuit de overheid te ondersteunen.”

 

Interactieve dienstverlening

Over de wijze waarop de overheid het gebruik van breedbandinternet verder zou kunnen ontwikkelen heeft Gerard Lieverse ook nog wel enkele suggesties: “Als je kijkt naar de positie van Nederland in de breedbandmarkt wereldwijd, dan staan we in de top drie. Als het gaat over het aantal huishoudens dat breedband heeft en kijkt naar de tarieven, dan staan we aan de top. Maar op het gebied van dienstverlening valt nog wel wat te verbeteren, denken wij. De ervaring leert dat dit wel lastig is. Er is in de jaren tachtig al een experiment in Zuid-Limburg geweest waar overheidsgeld in is gestoken om dienstontwikkeling te bevorderen, maar dat heeft niets blijvends opgeleverd. In Eindhoven en omstreken is nog een groot project geweest: Kenniswijk.

Dat was ook bedoeld om interactieve dienstverlening op gang te brengen. Een groot gedeelte van het budget dat daarvoor beschikbaar was, is uiteindelijk gewoon in infrastructuur gestoken. De conclusie moet dan ook zijn dat de ontwikkeling van breedbanddiensten ingewikkeld is en dat het verleidelijk is om dat geld dan maar te besteden aan infrastructuur. Dat is tastbaar en makkelijk. Maar de infrastructuur is voldoende beschikbaar of komt er wel. Het doorbreken van bestaande patronen en structuren in elektronische diensten is veel lastiger. Net als gedrag van mensen. Daar zou de overheid een rol kunnen  spelen, met name op terreinen als gezondheidszorg en thuiszorg, mobiliteit en thuiswerken, en onderwijs en teleonderwijs. Dat is lastig, maar daarom juist wel interessant.”

Ziggo

Atoomweg 100, 3542 AB Utrecht

Postbus 43048, 3540 AA Utrecht

Telefoon: 088-717 00 00

E-mail: corporatecommunications@

office.ziggo.nl

www.ziggo.com

Het leasen van een duurzaam wagenpark

BMW Financial Services en Alphabet zijn twee leasebedrijven van BMW Group die samen de gehele leasemarkt bedienen. BMW FS richt zich op de particulieren en het midden- en kleinbedrijf en Alphabet richt zich op de zogenaamde wagenparken.

“Met deze twee bedrijven bedienen we in feite de gehele markt met een breed scala aan leaseproducten”, aldus Managing Director van BMW Michael Kreeft. “En dan hebben we het over zowel full operational lease als financiering en alle varianten die daartussen zitten. We hebben dus voor alle doelgroepen die in Nederland een auto besturen een leaseoplossing.” Commercial Director Anne Brons van Alphabet licht toe: “Alphabet is overigens een universele, internationale leasemaatschappij waar je naast BMW en MINI alle merken auto’s kunt leasen.”

Groen leasen

“BMW is groen”, vervolgt Brons. “Ons moederbedrijf heeft duurzaam ondernemen hoog in het vaandel staan en is voor de vijfde keer op rij nummer één in de Dow Jones Sustainability Index voor Automotivebedrijven. De aan BMW Group gelieerde bedrijven dragen daar uiteraard aan bij. BMW is al zeker tien jaar bezig met het verduurzamen van de techniek en draagt er zorg voor dat we een lage CO2-uitstoot hebben in combinatie met toename van vermogen. BMW is tenslotte een rijdersmerk en investeert daarvoor miljarden in de ontwikkeling van haar producten. Het mooie van leasing is dat een lage CO2-uitstoot zich direct vertaalt in een laag verbruik en dus lagere exploitatiekosten. Ook de relatief hoge restwaarden van BMW en MINI in combinatie met lage onderhoudskosten dragen bij aan de scherpe tarieven die BMW Financial Services en Alphabet hanteren.” “Het gunstige verbruik wordt nog belangrijker met het oog op ontwikkelingen als kilometerbeprijzing, die zich nog sterker gaat richten op CO2”, vult Kreeft aan.

Premiumdienstverlening

“Op het gebied van premium moet je in eerste instantie denken aan onestopshopping, waarbij de klant naar een BMW/MINI-showroom gaat, zijn auto daar uitzoekt en daar ook direct z’n financieringscontract kan regelen. Bij diezelfde dealer mogen onze leaseklanten alle aftersalesactiviteiten laten uitvoeren, dus ook (ruit)schadeherstel. Dit biedt onze klanten een belangrijke tijdsbesparing ten opzichte van andere leasemaatschappijen, waarbij je voor schade, ruiten en banden veelal naar andere leveranciers moet gaan. Daarnaast bieden wij onze klanten bijvoorbeeld rijtrainingen en chauffeursdiensten aan. Binnenkort volgt een uitgebreid loyaliteitsprogramma om onze klanten verder van dienst te zijn met nuttige en leuke items. Premium zit ’m overigens ook in duidelijke en vriendelijke algemene voorwaarden”, aldus Kreeft. “Klanten zijn niet alleen geïnteresseerd in een laag leasetarief, maar juist ook in lage exploitatiekosten over de gehele looptijd. Dus geen hoge onverwachte rekeningen achteraf.” “Fleetklanten streven in toenemende mate naar sustainable fleetmanagement”, aldus Brons. “We ondersteunen de klanten bij hoe ze dat kunnen bereiken, bijvoorbeeld door middel van het vergroenen van de autoregeling. Dit is een onderdeel van Alphatact, het consultancyproduct dat Alphabet gebruikt om wagenparkbeheer bij klanten te verduurzamen. Klanten willen niet alleen zuinige auto’s, maar letten ook op veiligheid en uitstraling. Deze eisen gaan in de praktijk prima samen. Als mobiliteitsprovider biedt Alphabet naast leasing bijvoorbeeld ook binnenkort de NSBusiness Card en biedt het zijn klanten de mogelijkheid te werken met mobiliteitsbudgetten in combinatie met privélease. Ons motto is niet voor niets ‘grenzeloos in leaseoplossingen’. Wij zijn een van de snelst groeiende internationale leasemaatschappijen en dat komt doordat klanten onze dienstverlening en persoonlijke aandacht waarderen. Luisteren naar de klant is hiervoor een belangrijke voorwaarde.”

BMW als werkgever

BMW is een internationaal georiënteerde onderneming en Michael Kreeft belicht de rol die het bedrijf speelt als werkgever: “In Nederland hebben we te maken met een lease- en financieringsmaatschappij, de importeur en een professioneel dealernetwerk. Internationaal gezien zijn er voor de goede mensen altijd kansen, zowel op het hoofdkantoor in München als in andere landen. BMW is aantrekkelijk voor jonge mensen. Wij geven specifiek aandacht aan stageplekken en we hebben een programma voor mensen die vers van de universiteit komen: het zogeheten driverprogramma, waarin kandidaten gedurende een periode van 35 maanden vijf functies binnen het bedrijf doorlopen. Wij krijgen zo een goed beeld van hun mogelijkheden en zij leren op die manier het bedrijf heel goed kennen. Op het sociale vlak hebben we ook een sportprogramma: in 2006 hebben we gezamenlijk de marathon van New York gelopen, in 2008 de marathon van Berlijn en dit jaar gaan we de Alpe d’Huez beklimmen met een derde van het totale personeelsbestand in Nederland. Naast het feit dat we kijken naar de gezondheid van de mensen, investeren we ook in opleidingen. We kijken dan naar eventuele verbeterpunten en kiezen vervolgens de juiste training, zowel intern als extern. Ander voorbeeld is de jaarlijkse productdag op het circuit van Lelystad, waarbij iedereen zich een dagje mag uitleven in alle BMW’s en MINI’s. Tot slot is er, voor de mensen die dat willen, de mogelijkheid om hun motorrijbewijs te behalen. BMW is momenteel trouwens de meest verkochte motorfiets van Nederland.”

Duurzaamheid is zoveel meer dan alleen groen

Qurius is een Europese, integrale IT-dienstverlener voor middelgrote bedrijven. Qurius wil toonaangevend zijn op het gebied van duurzame technologie en gelooft dat IT cruciaal is om bedrijven en processen slimmer en efficiënter te organiseren, kosten te besparen en dus duurzamer te maken.

Dit streven wordt toegelicht door CFO Michiel Wolfswinkel van Qurius: “Wij helpen onze klanten met slimme, complete IT-oplossingen om hun organisatie en bedrijfsprocessen goed in te richten en goed te kunnen managen. Als een van de weinige spelers in de markt kunnen we de complete ICT-omgeving van een klant ontwerpen, realiseren en beheren. Van oplossingen op het gebied van ERP, CRM en platformtechnologie tot en met de complete infrastructuur, bij de klant op locatie of in ons hostingcenter. Om onze klanten goed te kunnen bedienen is het cruciaal dat we hen goed begrijpen. Qurius is met name in Nederland erg succesvol in de milieusector, de zorg, de distributie en de zakelijke dienstverlening.” Het is de bedoeling dat Qurius in 2014 honderd procent duurzaam is én dat Qurius dan de leidende IT-dienstverlener is op het gebied van duurzame ICT. Wolfswinkel vertelt hoe dit gerealiseerd gaat worden: “Dankzij onze kennis van de markt kunnen we onze klanten helpen om de eisen die ook aan hen worden gesteld op het gebied van duurzaamheid te ondersteunen met onze IT-oplossingen.”

Het Nieuwe Werken

Volgens Qurius betekent duurzaamheid niet alleen groen, en Wolfswinkel legt dit uit: “Duurzaamheid houdt ook in dat je je bij het bouwen van een organisatie realiseert hoe je het bedrijf wilt achterlaten voor de volgende generatie. Het betekent dat je geen bedrijf bent waar uitsluitend witte mannen van tussen de dertig en veertig jaar oud werken, maar dat je een goede representatieve doorsnede van de bevolking laat zien: dus ook vrouwen aan boord en aantrekkelijk zijn voor andere leeftijdscategorieën en minderheden. Het betekent ook dat je een bedrijf bouwt dat zorgvuldig omgaat met energie- en CO2-uitstoot, en dat je dus rekening houdt met de omgeving en de mensen om je heen. Qurius transformeert allereerst de eigen organisatie naar een honderd procent duurzaam bedrijf in 2014. Hierbij kijken we bijvoorbeeld naar ons energieverbruik, het brandstofverbruik en hoe we dat kunnen reduceren. We promoten intern Het Nieuwe Werken. Dit betekent dat de manier waarop je met elkaar werkt en prestaties meet anders moet worden ingericht. Thuiswerken en variabele werktijden vallen daaronder, maar ook vergaderen via internet, ook internationaal. Dit levert vanzelfsprekend flinke besparingen op en enthousiaste medewerkers die effectiever kunnen werken. Die effecten zijn er nu al.”

Green IT 2.0 

Bij groene IT denken de meeste organisaties nu vooral aan Green IT 1.0; Qurius wil zich onderscheiden met Green IT 2.0. Wolfswinkel: “Green IT 1.0 is rechttoe rechtaan het terugdringen van bijvoorbeeld energieverbruik van je hosting center. Dit levert direct een kostenbesparing op. Green IT 2.0 is het vervolg daarop: hoe je je ERP-systemen zodanig kunt inrichten dat je je duurzaamheidsdoelstellingen meetbaar maakt. Daarvoor is functionaliteit nodig in je systemen.” Corporate Communication Manager Suzanne Schaapman vult aan: “Streven is om op deze manier bijvoorbeeld de CO2-uitstoot van de hele logistieke keten in beeld te brengen.” Wolfswinkel: “Vanuit de overheid komt er steeds meer nadruk te liggen op het goed in beeld hebben van je eigen duurzaamheidsprofiel. Als bedrijven zaken willen doen met een overheid en vervolgens ook met andere partijen, moeten ze ervoor zorgen dat hun hele keten duurzaam is. Slimme IT kan dit mogelijk maken. Qurius werkt onder andere nauw samen met Microsoft om dergelijke Green IT 2.0-oplossingen te ontwikkelen.”

Bedrijven steunen

Qurius helpt bedrijven met dergelijke duurzaamheidsvraagstukken, en Wolfswinkel legt uit hoe dat in z’n werk gaat: “We zijn in gesprek met de directies van onze klanten en praten met ze over hun duurzaamheidsambities, hun wensen en wat ze de komende jaren op zich af zien komen.” Juist voor de financiële sector is duurzaamheid zeer relevant, want sustainability gaat immers niet alleen over groen, maar ook over stabiliteit, vertrouwen, risico’s minimaliseren, diversiteit, gezondheid en mobiliteit. Wolfswinkel zegt daarover: “Duurzaamheid is eigenlijk een thema dat CFO’s primair zou moeten aanspreken. Duurzaamheid is ook dat je er morgen nog bent. Het is bovendien direct zichtbaar in je winst-en-verliesrekening. Het is een uitstekend thema om tegelijkertijd goed op je kosten te letten. CFO’s en ICT-managers van bedrijven kunnen samen besparen door het slim organiseren van de bedrijfsinformatievoorzieningen en duurzaamheidsaspecten, en dus kostenbesparingen hierin zichtbaar en meetbaar maken. Veel grote bedrijven houden zich bezig met groene ICT, maar er zijn nog veel meer, vooral kleinere bedrijven, die daar nog mee aan de slag moeten. Dat zijn juist onze primaire klanten.” Suzanne Schaapman sluit af met: “Succes lijkt vaak iets van korte termijnen, maar wij streven – samen met de klant – naar duurzaam succes, op de lange termijn.”