Loco-provinciesecretaris en concerndirecteur Jan van Ginkel prijst zich gelukkig dat het provinciebestuur van Zuid-Holland het belang van digitalisering inziet. “Digitalisering heeft alleen succes als je bestuurlijk de wind in de rug hebt”, zegt hij. Provinciesecretaris Marcel van Bijnen meldt dat provincies betrokken zijn bij opgaven waar ze vijf jaar geleden nog amper mee te maken hadden: energie, stikstof, het Nationaal Programma Landelijk Gebied. “Op elk veld is onze positie net anders, en daarmee is de rol die digitalisering daarbij speelt ook anders, voor ons en voor onze partners. We zoeken steeds meer op maat naar wat we op die opgaven kunnen betekenen om waarde toe te voegen voor inwoners en bedrijven in onze provincie.”
‘We werken samen met allerlei partners aan onze digitaliseringsslag’
Opgavegestuurde teams
De provincie Zuid-Holland werkt met zogeheten opgavegestuurde teams. “We kijken naar wat onze opgaven zijn en zoeken daar goede mensen bij, in een mix van beleid, uitvoering en IT”, legt Van Ginkel uit. “De oude indeling in beleidsafdelingen paste niet langer bij de opgaven zoals we die nu kennen, waarbij veel meer samenwerking en flexibiliteit nodig is”, aldus Van Bijnen. “Het gaat vaak om opgaven waarbij je bepaalde expertise tijdelijk nodig hebt.”
Gedeputeerde Jeannette Baljeu noemt als voorbeeld de opgave landelijk gebied waar provincies nu verantwoordelijk voor zijn. “We moeten daar per gebied kijken naar stikstof, water, natuur en bodem. Waar we eerst met vier afzonderlijke afdelingen werkten, stellen we nu multidisciplinaire teams samen.”
Van Ginkel: “We leggen van alle vier die thema’s onze data en de informatie van onze partners bij elkaar en krijgen zo een compleet beeld van bijvoorbeeld de water- en stikstofvraagstukken. Een stap verder is dat we daar algoritmes op loslaten, om die data sneller te interpreteren en deze te gebruiken voor beleidsbeslissingen. Als je een model maakt van de werkelijkheid, een digital twin, kun je bijvoorbeeld uitzoeken wat verhoging van het waterpeil betekent voor de waterkwaliteit.”
Economie versterken
“Marcel gaf al aan dat we verschillende rollen pakken als het gaat om digitalisering”, vervolgt Van Ginkel. “Maar we hoeven niet altijd alles zelf te doen. Neem circulaire economie, waarvoor vraag en aanbod bij elkaar moeten worden gebracht. Wij bouwen niet zelf zo’n platform, maar faciliteren vanuit onze digitaliseringskennis wel dat er een platform komt waar bedrijven op kunnen aanhaken.”
Baljeu: “Dat past ook in onze rol om de economie van Zuid-Holland te versterken. We onderzoeken samen met start-ups hoe onze data kunnen bijdragen aan het oplossen van onze vraagstukken, maar stimuleren ook het bedrijfsleven om datagericht te werken en digitalisering te gebruiken bij het oplossen van hun vraagstukken.” Als voorbeeld noemt ze de Datawerf, een organisatie die bedrijven helpt om hun digitale idee om te zetten in omzetgroei. “Bedrijven kunnen financiering krijgen om hun idee uit te werken, of kiezen voor een coach die bijvoorbeeld meedenkt over nieuwe businessmodellen. De meeste bedrijven hebben voor coaching gekozen en ze zeggen eigenlijk allemaal dat het een openbaring is geweest, omdat ze op een heel andere manier hun bedrijf kunnen inrichten.”
Ze vervolgt: “Omdat we als samenleving baat hebben bij een veilige haven, bieden we daar ondersteuning in de vorm van een cyber-resilience-programma en haken we met autonoom varen in op Europese programma’s. Verder zijn we samen met Deltalinqs, een koepel van havenbedrijven, en de gemeente Rotterdam een data-safehouse begonnen. Daarmee willen we bedrijven die bedrijfsgevoelige gegevens niet met elkaar willen delen toch overhalen om aan projecten mee te doen waar we die gegevens bij nodig hebben.”
Samenwerking
Digitaliseren kun je volgens Van Ginkel niet beperken tot binnen de muren van het provinciehuis. “We zoeken steeds nieuwe partners om ons te helpen in onze digitaliseringsslag. We werken veel samen met start-ups, universiteiten en andere kennisinstellingen.”
Baljeu knikt. “In mijn waterportefeuille doen we heel veel met de onderzoeken van Deltares, een kennisinstelling waar meer provincies gebruik van maken. We hebben bijvoorbeeld voor Zuid-Holland specifiek op basis van simulaties laten doorrekenen wat de heftige regenval die de overstromingen in Limburg heeft veroorzaakt, teweeg zou brengen als dit in Zuid-Holland gebeurt. Waar ontstaan dan knelpunten en waar moeten we vervolg aan geven? Misschien blijkt bijvoorbeeld dat het handig is om infrastructurele aanpassingen te doen. Dat nemen we dan mee in ons overleg met de waterschappen en de gemeenten.”
‘Wij bedenken dingen die de samenleving vooruithelpen’
Human capital
Baljeu: “Ik ben er hartstikke blij mee dat de provincie steeds digitaler werkt. Maar we moeten er wel hard aan werken dat onze inwoners ook de vaardigheden hebben om met de digitalisering om te gaan. Ik verwacht dat human capital steeds meer de doorslag zal geven in de digitaliseringsslag bij overheden en bedrijven. Medewerkers moeten echt slimmer worden in hoe ze zaken digitaal verwerken en koppelen. Dat is een voorwaarde om de andere transities te kunnen volbrengen. Zo hebben wij voor onze stikstofopgave zelf slimme mensen aangetrokken die zowel met digitalisering als met hexagonen om kunnen gaan. Die mensen hadden wij niet in huis.”
“Bedrijven mogen dan leuke dingen bedenken, maar wij bedenken dingen die de samenleving vooruithelpen,” vertelt Van Ginkel enthousiast. “Daarmee trekken we goede mensen aan die in het bedrijfsleven flink meer zouden verdienen, maar op basis van intrinsieke motivatie voor ons kiezen.”
Voortrekkersrol
Naast hun hoofdfunctie zijn Baljeu, Van Ginkel en Van Bijnen alle drie actief voor het Interprovinciaal Overleg (IPO). “Ik durf te zeggen dat Zuid-Holland nu het verst is in digitalisering”, stelt Baljeu. “Zo loopt Zuid-Holland flink vooruit op het gebied van digitale vergunningen. We onderzoeken of die ook voor andere provincies toepasbaar zijn, zodat we het beheer samen kunnen oppakken.”
“Wat in Zuid-Holland nodig is, is ook in alle andere provincies nodig”, weet Van Bijnen. “Zo hebben we de afgelopen vierenhalf jaar bedrijfsvoering, dienstverlening, innovatie en databeheer samen opgepakt. Nu is het zaak dat we dat doortrekken naar de provinciale opgaven waar we nog echt verbeterslagen kunnen maken.”
Van Ginkel: “Als je als provincie zelf stappen zet in digitalisering, bouw je een positie en een profiel op ten aanzien van de gemeenten, het Rijk, de waterschappen en het bedrijfsleven. De afgelopen drie, vier jaar zijn wij als provincies echt een serieuze partner geworden. Dat hebben we samen gedaan.”
“Je hoort ons enthousiasme om kansen te pakken voor de samenleving, maar het is ook gewoon hard werken”, rondt Van Ginkel af. “Het regent bijvoorbeeld Europese wetgeving, die wij grotendeels als stimulans ervaren om op een verantwoorde manier goede slagen te maken in de digitale transformatie.”
- DX300-2023
- Josee Koning
- Sebastiaan Westerweel
- Download artikel