Vrouwelijke technici zijn dungezaaid. Daarom stimuleert Essent via verschillende programma’s dat zo veel mogelijk technisch opgeleide vrouwen er willen werken aan een mooie carrière. “Want”, vertelt CTO Nina Skorupska, “teams die zijn samengesteld uit ongeveer evenveel vrouwen als mannen presteren aantoonbaar beter.”
Nina Skorupska is een opvallende uitzondering in de carrièresta tistiek over vrouwen. Ze beschikt over een universitaire graad in de chemie en is sinds dit voorjaar lid van de Raad van Bestuur van Essent. Daarmee is ze een ideaal rolmodel voor Women’s Energy, een netwerk binnen het energiebedrijf dat vrouwen coacht om het optimale uit hun carrière te halen. “We leren elkaar vooral om meer zelfverzekerd te zijn in een werk omgeving die sterk door mannen gedo mineerd wordt”, licht Skorupska toe. “Vrouwen die een hogere opleiding afge rond hebben, zijn er vaak van overtuigd dat ze de wereld kunnen veroveren. Als ze dan in een organisatie komen waarin de cultuur toch net iets anders is dan ze verwacht hadden, tast dit hun zelfvertrouwen aan.” Volgens Skorupska leidt die onzekerheid er regelmatig toe dat vrouwen hun carriè rekansen niet benutten. Ten onrechte, meent ze. “Uit academische studies blijkt dat als een man de helft van de gevraagde kwalificaties mist, hij zich hier meestal doorheen probeert te bluffen. Een vrouw die bijna volledig aan het vereiste profiel voldoet, kan juist aan haar geschiktheid gaan twijfelen omdat ze net die éne eigen schap of ervaring mist. Via ons netwerk proberen we vrouwen meer bewust te maken van hun kracht en keuzes. Als ze goed genoeg zijn en het echt willen, kun nen ambitieuze vrouwen binnen Essent een heel opwaartse carrière hebben.”
Barrières slechten Voor haar komst naar Nederland bekleed de Skorupska in Engeland en Duitsland verschillende leidinggevende posities bin nen RWE, de Duitse energiereus die Essent vorig jaar overnam. Het viel haar op dat vooral bij de energiebedrijven in Duitsland weinig vrouwen tot de top door drongen: gemiddeld slechts vijf procent. “De competitie om die weinige posities is sowieso al moordend”, zegt ze nuance rend. “Maar toch. In Duitsland lijkt er een glazen plafond voor vrouwen te zijn. Wat dat betreft scoren we hier in Nederland beduidend beter. Bij Essent streven we in de top en subtop van het management naar een verdeling met minstens vijfen twintig procent vrouwen. We zitten nu op negentien. Er moet dus nog wat werk ver zet worden.” Essent streeft naar een raamwerk waarin vrouwen én mannen keuzes kunnen ma ken die bij hun wensen aansluiten. Het energiebedrijf heeft daarom bijvoorbeeld flexibel werken ingevoerd, met als gevolg een hogere productiviteit en arbeidssatis factie onder beide seksen. “We willen ech ter ook de feitelijke barrières voor het car rièreverloop van vrouwen opheffen”, vertelt Skorupska. “Zo zou leeftijd of een onafgebroken dienstverband eigenlijk geen rol mogen spelen bij promotie. Want dan belemmer je de talentvolle vrouwen die rond hun dertigste een tijdje uit het ar beidsproces zijn gestapt vanwege de keu ze voor een kind. Dus formuleren we bij voorbeeld onze vacatures zo sekseneutraal mogelijk. De boodschap is dat alleen kwa liteit telt, omdat we met Essent de beste prestatie willen realiseren.”
Talent binden Als energiebedrijf is de organisatie van Essent van oudsher een mannenbolwerk. Tegenwoordig bestaat de organisatie ech ter voor vijfendertig procent uit vrouwen. Bij de commerciële en retailafdeling worden nieuwe vacatures zelfs door evenveel mannen als vrouwen ingevuld. In de tech nische functies zijn vrouwen met vijf pro cent nog steeds sterk ondervertegen woordigd. “We vissen in een erg kleine vijver”, ziet Skorupska. “Hooguit dertig procent van de meisjes én jongens kiest voor een exacte opleiding. En dan gaat een deel van hen uiteindelijk ook nog eens buiten de techniek werken. De jacht op tech nisch talent begint eigenlijk al wanneer jongeren hun beroepskeuze maken. Spe ciaal voor scholieren in groep acht heeft Essent daarom een leerpakket samenge steld. Daarmee leren ze spelenderwijs bijvoorbeeld een dynamo in elkaar te zet ten. In totaal hebben we al vijftigduizend van deze pakketten afgeleverd. We willen dit programma uitbreiden en ook leerlingen op middelbare scholen meer voor techniek interesseren.” Tevens wil Skorupska weer zelf met leer lingen in gesprek om haar enthousiasme voor techniek uit te dragen, vooral richting meisjes. “We moeten als energiebedrijf bij hun belevingswereld weten aan te slui ten”, vertelt Skorupska. “Als je meisjes bijvoorbeeld kunt laten zien dat techniek veel kan bijdragen aan een duurzaam mi lieu, motiveer je hen eerder voor een exacte carrière. In Engeland heb ik boven dien ervaren dat stereotypen soms de keuze voor een technische opleiding in de weg staan. De meisjes die ik sprak, droom den over een groot huis en genoeg geld om de wereld rond te reizen. Ze dachten niet dat een exacte opleiding hen die kans zou bieden. Tot ik hen duidelijk maakte in een technisch beroep veel meer te verdie nen dan de meeste van hun vaders. Een week later belde de docente mij op met de vraag hoe ik de meeste meiden toch en thousiast voor techniek had gekregen. Natuurlijk duurt het even voordat ze alle opleidingen doorlopen hebben, maar deze benadering geeft ons een goede kans om uiteindelijk de ratio vrouwen te verhogen. Ook aan de top.”