Voor de ING is duurzaamheid bepaald geen nieuw thema. De bank publiceert bijvoorbeeld al sinds 1995 milieujaarverslagen. “Maar door de kredietcrisis is het belang van duurzaamheid sterk gegroeid”, zegt bestuurslid Hans van der Noordaa. “Duurzaamheid is cruciaal voor onze hele bedrijfsvoering.”
De kredietcrisis heeft het vertrouwen in de financiële sector ernstig ondermijnd. “Dat heeft bij ons de aandacht voor duurzaamheid in een stroomversnelling gebracht”, vertelt Hans van der Noordaa, lid van de Raad van Bestuur van ING Bank. “De samenleving en al onze stakeholders verwachten dat we onze organisatie op een duurzame manier runnen en daarmee voor de lange termijn gaan. Duurzame bedrijfsvoering is essentieel om het vertrouwen van klanten te herstellen.”
Het actuele belang van duurzaamheid wil niet zeggen dat de ING het thema pas onlangs op de agenda heeft gezet. “Integendeel, duurzaamheid is al heel lang een thema waarover we jaarlijks verantwoording afleggen. Al in 1995 publiceerden we ons eerste duurzaamheidsjaarverslag”, aldus Van der Noordaa. “Maar daarmee zijn we er nog niet. De bedrijfsvoering
verduurzamen is een voortdurend leerproces. Want duurzaamheid is een breed en diep begrip met heel veel aspecten.”
Duurzaam financieren
De ING richt het streven naar duurzaamheid in eerste instantie op de eigen corebusiness. “Transparant zijn over je eigen producten is ook een aspect van duurzaamheid”, meent Van der Noordaa. “Om die reden hebben we onze eigen productportfolio kritisch onder de loep genomen en bekeken in hoeverre dat bij onze klanten past. We willen de juiste producten voor de juiste klanten tegen een eerlijke prijs. Dat vraagt onder meer om heldere communicatie, zodat klanten weten wat zij kopen.”
In het verlengde daarvan ligt ING’s streven naar duurzaam financieren. “Kredieten verstrekken is economisch een belangrijke rol voor banken. Daarvoor hebben we in de loop van de tijd steeds verder gaande ecologische en sociale criteria ontwikkeld. Dat betekent niet dat we op voorhand bedrijfstakken van financiering uitsluiten, maar wel dat we kritisch beoordelen waarmee we ons wel of niet willen identificeren.” Bovendien probeert de ING op basis van duurzaamheidscriteria invloed uit te oefenen. “Vissers die met enorme sleepnetten de zeebodem omploegen en met zware dieselmotoren sterk vervuilen, financieren we niet meer. Nee, ook niet als zij al jaren klant waren. Maar we gaan wel met zulke vissers praten en voorwaarden bespreken waaronder we wel financieren.”
Daarmee werpt Van der Noordaa meteen een lastig onderwerp op: de transitie naar nieuwe bedrijfsmodellen. “Voor de visserij is dat nog relatief makkelijk, want duurzame visserij is zo langzamerhand de norm. Niet-duurzaam gevangen vis haalt het schap van de supermarkt niet eens meer. We hebben dus ook economische redenen om een achterhaald bedrijfsmodel
niet te financieren. Vergeet niet dat we in de eerste plaats een bank zijn, en dat rendement vanuit het oogpunt van onze eigen duurzaamheid belangrijk blijft.”
De transitie naar nieuwe, duurzame bedrijfsmodellen blijkt soms lastig. Neem de energiebranche. “De hoeveelheid groen opgewekte energie die we medefinancieren is de afgelopen jaren
indrukwekkend gestegen. Desondanks zijn we nog volop aan het leren over nieuwe financieringsmodellen en de risico’s van transities in de energiebranche.”De ING voert daartoe ook zelf onderzoek uit. Zo trok de bank vorig jaar de aandacht met het rapport ‘Hernieuwbare energie in Nederland tot 2020’. “Daarmee wilden we het debat op gang brengen over de rol die banken kunnen spelen in het verduurzamen van de economie. Want, die rol staat onder druk. Steeds vaker horen we dat de samenleving gebaat zou zijn bij kleinere banken. In het licht van belangrijke maatschappelijke uitdagingen voor de komende jaren – zowel op het gebied van energie als in de zorg en het onderwijs – zou dat onverstandig zijn. Immers, voor de complexe financieringstrajecten die met zulke investeringen samenhangen heb je banken nodig met een sterke financieringsbasis en specialistische kennis en expertise.” Om de maatschappelijke verantwoordelijkheid goed in te vullen, zit de ING regelmatig om de tafel met maatschappelijke organisaties, vertegenwoordigers van bedrijfstakken en klanten. “Op die manier proberen we onder meer een beeld te krijgen van de bottlenecks die meer duurzame bedrijfsvoering in de weg staan. En van de bijdragen die wij kunnen leveren om die belemmeringen op te lossen.”
Maatschappelijke bijdragen
De ING streeft niet alleen naar duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering, maar kijkt verder. “Educatie is belangrijk voor de duurzame ontwikkeling van een samenleving”, zegt Van der Noordaa. “Daarom zijn we er vijf jaar geleden mee begonnen om Unicef te ondersteunen. Dat doen we door onze medewerkers te stimuleren om via acties, zoals sponsorlopen,
sponsordiners en veilingen, geld bijeen te brengen. De opbrengst van die particuliere initiatieven verdubbelen we. Daardoor zijn we inmiddels een van de grootste bedrijfssponsors
van Unicef.” De bank doet zelf ook het nodige aan educatie over financiële producten en het omgaan met geld, bijvoorbeeld via de websites www.villapecunia.nl en www.mijngeld.nl, gericht op respectievelijk studenten en particulieren. Bovendien staan ING-medewerkers regelmatig voor de klas om scholieren te leren omgaan met geld. Anderen helpen amateurvoetbalverenigingen om hun financiële huishouding op orde te brengen. Ook dat is een vorm van duurzaamheid. Hetamateurvoetbal is immers de basis voor het grote Oranje,