‘Eurozone heeft een betalingsbalanscrisis’

“Bedrijven in landen in de noordelijke eurozone, waaronder Nederland, moeten zich schrap zetten voor een verandering in de interne reële wisselkoers tussen het Noorden en Zuiden”, gelooft Thomas Mayer van de Deutsche Bank. “Deze verandering heeft hoe dan ook grote gevolgen.”

Hoewel de eurocrisis nog geen jaar in volle hevigheid is losgebarsten, liggen de wortels van de crisis verder terug in de tijd. In 2007 leek er nog weinig aan de hand toen de problemen in Griekenland begonnen, vertelt chief economist Thomas Mayer van de Deutsche Bank. “Een liquiditeitscrisis van een kleine economie aan de periferie van de eurozone. Zo werd het ook aangepakt vanuit de ECB en het IMF. Met wat leningen en interne maatregelen zou Griekenland er in een jaar of drie bovenop moeten komen. Het liep anders.”

Griekenland bleek behalve een liquiditeitsprobleem (in de vorm van een tijdelijke separatie van de kapitaalmarkten) ook een solvabiliteitsprobleem (een serieus probleem in het terugbetalen van schulden) te hebben. Andere landen kregen te maken met diverse problemen: Portugal, Spanje, Italië, Ierland. “Portugal heeft mogelijk ook een solvabiliteitsprobleem; Italië, Spanje en Ierland in ieder geval een liquiditeitscrisis. Daarmee hebben we EU-wijd ook een bankprobleem, zoals de banken die veel geld in staatsobligaties van genoemde landen hebben gestopt.”

Concurrentiekracht

Met enorme leningen en kwijtschelden van schulden wordt geprobeerd om de gecombineerde solvabiliteits- en liquiditeitscrisis aan te pakken. Het resultaat is ontoereikend: Griekenland staat nog altijd op de rand van een faillissement en het marktvertrouwen in landen als Spanje en Italië is gering. Daarnaast wordt er door EU-landen hard gewerkt aan een herkapitalisatie van banken. “Maar”, benadrukt Mayer, “banken noch politici pakken het dieper liggende probleem momenteel aan. Het grootste probleem is veel structureler van aard. De interne wisselkoersen van de getroffen zuidelijke EU-landen zijn uit balans. Men heeft langdurig boven hun stand geleefd. Er werd veel meer geïmporteerd dan geëxporteerd, er werd veel meer in buitenlandse activa geïnvesteerd dan andersom. Er is een betalingsbalanscrisis die moet worden aangepakt.”

Het tekort op zowel de lopende als de kapitaalrekening betekent dat de centrale banken van landen als Griekenland structureel kredieten moeten aanspreken bij banken in landen met een surplus op de balans, zoals Duitsland en Nederland. Mayer: “Dat is geen oplossing. Wat moet: een aanpassing van de interne reële wisselkoers. De prijzen van goederen, diensten en activa moeten in landen met een balanstekort dalen in verhouding tot de prijzen in landen met een surplus.”

‘Eerste prioriteit is het overwinnen van de betalingsbalanscrisis’

Eurosysteem

De aanpak tot nu toe is een verschuiving op gigantische schaal van geld van noordelijke EU-landen zoals Nederland naar de in crisis verkerende zuidelijke eurozonelanden. Deels via leningen – voor het verbeteren van de kapitaalrekening; deels via het simpelweg overboeken van geld voor het verbeteren van de lopende rekening – geld dat de donateurs mogelijk niet meer volledig terugzien, stelt Mayer. “En dit zijn nog fondsen uit budgetten die zijn goedgekeurd door regeringen en parlementen. Nog groter zijn de geldstromen waar regeringen en parlementen geen zicht op hebben, die via het systeem van centrale banken in de eurozone van Noord naar Zuid gestroomd zijn sinds 2007.”

Het gaat daarbij om enorme bedragen: 450 miljard euro voor Duitsland, 65 miljard euro voor Nederland, 43 miljard euro voor Finland en 70 miljard euro voor Luxemburg – een bedrag dat deels op conto van buitenlandse banken komt. “Zeker 630 miljard euro in totaal; geld dat in een normaal systeem van vaste wisselkoersen met betalingsbalanstekorten betaald zou moeten worden uit de reserves van de centrale banken, en in de EMU als krediet wordt gegeven van surpluslanden aan landen met een tekort.”

Aanpak wortels crisis

Een zondebok – of zondebokken – aanwijzen, heeft volgens Mayer weinig zin. “Onze eerste prioriteit is het overwinnen van deze crisis. Er zijn drie manieren waarop dit kan worden bereikt: door middel van een verhoging en uitbreiding van de reddingspakketten of via interne wisselkoersveranderingen. Dit laatste kan worden bereikt door middel van deflatie in het Zuiden of de inflatie in het Noorden.”

Geen enkele mogelijkheid lijkt aantrekkelijk. Een vergroting van de reddingspakketten ligt politiek zeer gevoelig; deflatie in het Zuiden zal leiden tot meer faillissementen en sociale onrust, terwijl de inflatie in het Noorden de aanvaarding van de EMU door het publiek kan ondermijnen. “Om ervoor te zorgen dat de euro blijft voortbestaan, krijgen we waarschijnlijk een combinatie van deze drie opties”, stelt Mayer. “Dit zal leiden tot politieke onvrede in alle EMU-landen, waaronder in Nederland. De taak van de politici zal zijn om de pijn op een manier die in overeenstemming is met het voortbestaan van de euro toe te wijzen. Die pijn zullen burgers maar ook bedrijven voelen.”

‘Eurozone heeft een betalingsbalanscrisis’

Recente stories